Aankomende zondag staat de marathon van Eindhoven op het programma. Al voor de achtste keer ontvangt de Brabantse stad ook het Belgisch kampioenschap. Zowel bij de mannen als bij de vrouwen staan er mooie namen aan de start, op zoek naar rankingpunten die hen tot op de grote kampioenschappen zouden kunnen brengen. Thomas De Bock mikt op kwalificatie voor het EK in Leuven en een nieuwe referentiechrono, Juliette Thomas is op jacht naar een verbetering van de 2u31:40 van bij haar debuut. Samen met ons blikken ze vooruit.
Een jaar geleden diende het BK in Eindhoven als podium voor een onvergetelijke prestatie. Chloé Herbiet won in 2u27:54 en maakte het snelste marathondebuut uit de Belgische geschiedenis. Ze zette zo een eerste stap in het traject dat haar naar 2u24:56 en de Olympische Spelen zou leiden.
Toch is de keuze voor Eindhoven niet voor de hand liggend, want in het buitenland zijn er verschillende snellere en sterker bezette alternatieven. Een nationale titel en de bijbehorende rankingpunten zijn daarentegen wel erg verleidelijk:
Juliette Thomas: “Mijn eerste marathon (2u31:40) was een speciaal verhaal, want ik ging weg aan een tempo waarmee ik me in het allerbeste scenario voor Parijs had kunnen plaatsen. Dat bleek te snel te zijn waardoor het een bijzonder moeilijke koers werd. Net omdat ik eigenlijk nog veel moet leren is het geen slechte keuze om Berlijn of Valencia nog even links te laten liggen. Ik wil ervaring opdoen en kan hier rankingpunten rapen voor het WK in Tokio of het WK Road Running in San Diego. Die kampioenschappen gaan allebei door in september 2025 en ik zou graag één van de twee betwisten. Het is ook extra motiverend dat ik na mijn Belgische titel op de halve marathon van begin dit jaar nu ook kampioen op de hele afstand zou kunnen worden.”
Thomas De Bock: “Sinds het mislopen van de Olympische Spelen is het EK in Leuven mijn absolute hoofddoel. Door voor Eindhoven te kiezen kan ik Belgisch kampioen proberen worden en tegelijk een tijd neerzetten waarmee ik me kwalificeer voor het EK. Het zou mijn eerste nationale titel zijn, toch iets dat ik nog graag wil meepikken. Waarschijnlijk zal het dit weekend vooral een strijd met mezelf zijn, maar dat is een goede voorbereiding op het lopen van strijdmarathons.
‘Het EK in Leuven’: waar het hart van vol is, loopt de mond van over. Net als heel wat recreatieve afstandslopers staan de Belgische toppers nu al te popelen voor het thuiskampioenschap waar in april een 10km, een halve marathon en een volledige marathon worden georganiseerd.
Juliette Thomas: “Wat we hebben meegemaakt op het EK veldlopen in Brussel vorig jaar is onvergetelijk en smaakt natuurlijk naar meer. Die sfeer – waarin je echt voelde dat je in eigen land liep – zal er in Leuven denk ik ook zijn. Zelf zou ik daar graag de halve marathon lopen.”
Thomas De Bock: “Het is een heel speciale kans. We hebben vorig jaar met het veldlopen gezien welke unieke vibe het Belgische publiek kan creëren. De ploeg die België daar zal opstellen, zal sowieso supersterk zijn. Zelfs als niet al onze kopmannen uitkomen op de marathon zit er als team misschien wel een medaille in, dat is een droom.”
Voor we aan Leuven kunnen beginnen denken zijn de ogen weliswaar volledig op Eindhoven gericht, en daar kunnen beide topfavorieten op een goede voorbereiding en een hoop motivatie rekenen.
Thomas De Bock: “Het is weer hoog tijd voor een marathon. Na mijn PR (2u10:17) in Rotterdam anderhalf jaar geleden heb ik covid en een stressfractuur gekregen waardoor ik geen najaarsmarathon kon lopen. Bij mijn laatste kwalificatiekans voor de Spelen in Hamburg heb ik daarna moeten opgeven. De reden was toen meteen duidelijk: ik ben te zot gestart, maar eigenlijk zat er op dat moment al een scherpere chrono in. Ondertussen ben ik zoveel maanden verder en voel ik dat ik sterker ben geworden, terwijl ik op papier sinds april 2023 geen enkele vooruitgang heb gemaakt. Mijn referentietrainingen werkte ik nu een stuk sneller af dan toen, maar de marathon is een genadeloze momentopname die ik zelfs na negen aankomsten niet mag onderschatten. We gaan weg aan een tempo om 2u10 te lopen, zo behoud ik de controle en kan ik in de wedstrijd nog beslissen waar ik ongeveer op wil mikken.”
Juliette Thomas: “Ik heb me dit keer aanzienlijk beter kunnen voorbereiden dan bij mijn eerste marathon en dat veruitwendigt zich ook via de chronometer. Ik werkte een langer blok af en heb meer kilometers gemaald.” Die prima vorm bracht in september al 31’41” over 10km en 69’59” op de halve marathon met zich mee. “Aan dat PR op de 10km had ik me absoluut niet verwacht. De halve marathon liep ik grotendeels alleen en was net geen record. Ik wil er ook niet al te veel conclusies uit trekken, maar het is duidelijk dat het harde werk zijn vruchten afwerpt.”
