Femke Bol en Karsten Warholm zijn en blijven in Europa de absolute heersers op de 400m horden. Allebei wonnen ze dinsdag met overmacht hun finale en beiden deden ze dat in een kampioenschapsrecord.
Karsten Warholm hoefde niet tot het uiterste te gaan om de finale naar zijn hand te zetten. Snel ging het wel, met 46”98 was hij rapper dan bij zijn vorige twee EK titels.
Vanuit de start nam de regerend olympisch- en wereldkampioen afstand van de andere lopers. Op de laatste 50 meter kon hij zelfs wat gas terugnemen, maar de nummers 2 en 3, Alessandro Sibilo en Carl Bengtström, stonden niet op de finishfoto.
Femke Bol was zo mogelijk nog overtuigender in haar finale. Ook zij domineerde de wedstrijd van start tot finish. Cathelijn Peeters maakte het oranje feest in de vrouwenfinale compleet door voor Nederland naar brons te lopen. Louise Maraval uit Frankrijk werd tweede.
Met 52”49 liep Bol haar snelste tijd van het seizoen en was daarmee voor het eerst ook sneller dan rivale Sydney McLaughlin-Levrone (52”70) dit jaar. Maar Bol zal weten dat het deze zomer nog harder moet, wil ze aanspraak maken op de olympische titel.
“Ik was in vorm, maar niet in een supervorm. Dat vond ik best moeilijk, maar dit is weer een leerschool geweest”, zei Bol na haar ereronde in het Stadio Olimpico bij de Nederlandse televisie.
Eerst is er voor Bol woensdag nog kans op meer Europees eremetaal in de finale van de 4x400m. Nederland is regerend wereldkampioen op dat nummer en met Bol in de ploeg favoriet voor de titel.
Meer records in Rome
Ook in de finale van het verspringen en hinkstapspringen waren er dinsdagavond kampioenschapsrecords.
Met de Italiaanse president Sergio Mattarella op de tribune voerde Gianmarco Tamberi een geweldige show op. De olympisch kampioen van Tokio bracht het publiek in extase door naar 2m37 te springen, maar niet nadat hij op 2m29 en op 2m33 twee keer had afgesprongen. De spektakelspringer trakteerde het dolenthousiaste thuispubliek na die nipte ontsnapping op twee foutloze sprongen over 2m34 en 2m37.
In het verspringen ging het goud ging naar de Spanjaard Jordan Diaz. In zijn vijfde poging zweefde de geboren Cubaan naar 18m18. Slechts drie atleten sprongen ooit verder. In een hoogstaande finale ging ook de Portugees Pedro Pichardo over de 18 meter, zijn 18m04 was goed voor een nationaal record en het zilver.
De 200m bij de vrouwen, het slotnummer van de dag, werd beslist op de allerlaatste meters. Net als bij de mannen ging het goud op de halve ronde naar Zwitserland. Mujinga Kambundji (22″49) bleef de Britse Daryll Neita (22″50) met een miniem verschil voor. Het brons was voor de Francaise Helene Parisot (22″63).