Alexander Doom en Jonathan Sacoor hebben maandagavond België nogmaals op de kaart gezet als 400m-natie. Doom kwam als winnaar en Belgische recordhouder uit een zinderende 400m. De strijd om de overige twee kleuren van medailles ging Sacoor keihard aan, al viel hij uiteindelijk net naast het podium. Lees hun (uitgebreide) reacties hieronder.
Het had gisterenavond een ordinaire maandag kunnen worden, maar dat werd het allesbehalve. Er raasden namelijk twee tornado’s op hetzelfde ogenblik door de Italiaanse hoofdstad. Om 21u40 om precies te zijn, het tijdstip van de 400m-finale op het EK in Rome.
Alexander Doom trok zich vanuit baan acht op gang en legde zijn eerste 200m beduidend sneller af dan tijdens zijn halve finale. “In de halve finale mispakte ik mij aan Liemarvin (Bonevacia; red.) zijn snelle start, dus vandaag heb ik mijn koers op hem afgestemd. Dat is gelukt. Ik ben supertevreden.”
EK-goud wachtte hem op aan de finish. Nochtans spookten er voor de start wat twijfels door het hoofd van de nieuwe Europese kampioen op de 400m. “Dit resultaat had ik nooit durven dromen. Na de vorige ronde kreeg ik redelijk veel last van mijn psoas. Ze kwamen maar niet los waardoor ik op de finaledag nog had heb gewerkt met de kiné’s. Tijdens de opwarming ging het gelukkig iets beter.”
Naast de Europese titel kwam er ook een kanontijd van 44″15 uit de bus. Had Doom deze tijd twee weken eerder neergezet, dan had hij zichzelf ook Europees recordhouder mogen noemen. Het Belgische record greep hij wel. “Die tijd is magnifiek”, glunderde Doom. Ik had de chrono eerst niet gezien. Dat besef kwam pas later. Dat ik dit allemaal doe is mooi. Thuis heb ik een bord met daarop mijn doelen voor dit seizoen. Er stond één ding op en dat was de EK-finale halen. Ik heb gisteren al gebeld dat er een vinkje achter mag.”
“Belgisch in- en outdoorrecord… het kan niet beter zijn”, ging de poulain van Philip Gilson verder. “Ik denk niet dat er veel mensen dit van mij verwacht hadden. Zelfs het ER is niet zo ver meer. Ik weet niet waar mijn limieten liggen. Als ik nog iets sneller op mijn eerste 200m word, dan is er misschien nog iets mogelijk. Alvorens ik daaraan denk moet ik eerst genieten van dit”, al denkt hij wel al vooruit. “Ik durf nu in Parijs van een individuele finale dromen. Aan een medaille met de mixed en de 4x400m mogen we ook denken”, aldus de nummer twee aller tijden in Europa op de baanronde.
Jonathan Sacoor na ondankbare vierde plaats: “Het is moeilijk, maar ik ga niet teleurgesteld zijn”
De voorbije jaren werd er vaak gevraagd wanneer we de ‘oude’ Jonathan Sacoor zouden terugzien. Wel, de oude Jonathan Sacoor is voorbijgestreefd. Op het EK zagen we een Sacoor die helemaal floreerde en zich duidelijk goed voelde. Een ultieme beloning volgde nog net niet, maar Sacoor toonde zich wel met een nieuw PR en vierde plaats in zijn eerste EK-finale. “Ik zei gisteren dat ik voor consistentie ging en voilà, dat heb ik gedaan”, lachte de atleet. Hij dook namelijk één honderdste onder zijn één dag oude PR.
“Het was moeilijk om na de halve finale niet te snel tevreden te zijn”, ging hij verder. “Ik moest even weer focussen. Ik wist dat ik niets meer te verliezen had en alles te winnen. Ik heb het geprobeerd, maar het was een hoog niveau in de finale en voor mij mocht het niet zijn. Die vierde plaats is moeilijk, maar ik ga niet teleurgesteld zijn. Ik ben ook heel blij voor Alexander. Wat een zotte tijd. Als we binnen twee dagen nog eens hetzelfde doen, dan ga ik niet met twee vierde plaatsen naar huis.”
Pas in de laatste meters zag Sacoor zijn medailledroom aan diggelen vallen door Liemarvin Bonevacia, met zijn 36 jaar de oudste Europese medaillewinnaar op dit nummer. “Ik zei net tegen mezelf dat ik mijn derde plaats moest vasthouden en plots zag ik zo’n oranje vlek in mijn ooghoek. Dat was vloeken. Ik heb me nog gesmeten, maar hij finishte sterker”, lachte hij. Ook over Doom had Sacoor wat te zeggen. “Ik ga stoppen met verwachtingen over hem uit te spreken, want hij beukt daar gewoon doorheen. Of misschien moet ik het toch doen zodat het wél realiteit wordt: Hij gaat nooit in de 43 seconden lopen.”
Na veel moeilijke jaren is dit een enorme opsteker voor de atleet. Vraag hem echter nog niet of zijn jaar al geslaagd is, want hij onderbreekt je meteen. “Mijn jaar al geslaagd? Dat is het laatste wat ik mag zeggen. Als ik dat zou zeggen, zou ik geen goede atleet zijn. Het gaat de goede richting uit, mentaal doet het goed en dit is ook allemaal mooi meegenomen. Maar het is in Parijs dat het moet gebeuren.”
Of hij het laatste jaar iets veranderd heeft dat zijn vorm kan verklaren, mag je wel vragen. Al heeft hij er geen duidelijk antwoord op. “Eigenlijk ben ik altijd heel hard blijven werken en dat is het zware aan sport. Werken wordt niet altijd beloond. Of dan geraak je geblesseerd en kan je niet doen wat je wil doen. Het is dus niet dat ik iets fout deed. Het enige verschil is dat ik nu rond het trainen nog dat tikkeltje meer doe.”
“Nog één keer knallen nu met de 4x400m”, klonk het enthousiast bij de OEH-atleet. “We zijn niet te stoppen momenteel. De Britten zijn sterk, maar zonder Matthew Hudson-Smith kunnen ze ons niet aan.”