Het eerste luik van het IFAM-weekend in het Koning Boudewijnstadion werd dankzij Pieter Sisk een onvergetelijke hoogdag. De man van DCLA toverde naast het EK-minimum ook de olympische limiet uit zijn hoge hoed. Verder brachten de Belgian Cheetahs heel wat kleur met persoonlijke topchrono’s op de 400m voor Helena Ponette, Naomi Van den Broeck en Imke Vervaet.
De eerste van twee IFAM-dagen zal voor altijd herinnerd worden als de dag waarop Pieter Sisk zich in één klap een weg naar Rome en Parijs baande. Alles over het exploot van de 800m-man leest u hier.
De 400m werd door verschillende Belgian Cheetahs aangegrepen om een nieuw PR neer te zetten. In de eerste reeks kwamen die topchrono’s voor Helena Ponette en Naomi Van den Broeck met een zoetzure nasmaak. Ponette verbeterde haar record naar 51”51 en bleef zo amper één honderdste boven de EK-limiet. Van den Broeck bleef na haar 51”59 met een vergelijkbaar dubbel gevoel zitten. Ze eindigden als derde en vierde achter de Britse Laviai Nielsen. Imke Vervaet volgde in reeks twee het goede voorbeeld door te winnen en haar PR aan te scherpen met drie honderdsten, tot 51”88. Voor Hanne Claes, Camille Laus en Liefde Schoemaker waren respectievelijk chrono’s van 52”03, 53”48 en 53”64 weggelegd. In het voorprogramma had Kylie Lambert eerder al een PR van 53”53 neergezet.
De Belgische 400m-mannen pakten begin deze maand op de Bahama’s de bronzen medaille op het WK aflossingen. Jonathan Sacoor speelde daarin een belangrijke rol en lijkt meer en meer terug naar zijn beste vorm toe te groeien. Onze landgenoot kwalificeerde zich twee weken geleden voor het Europees Kampioenschap en droomde ook luidop van een tijd onder de 45”. Op de piste van het Koning Boudewijnstadion was het echter Robin Vanderbemden die met de eer ging lopen. Hij finishte in reeks twee na 45”88 en bleef Sacoor, die 45”97 klokte, zo nipt voor in de totaalklassering. Florent Mabille was met een tijd van 46”14 de derde snelste Belg in de hoofdstad. Daniel Segers en Christian Iguacel finishten allebei na exact 46”43.
De Belgian Falcons maakten hun wederoptreden na het WK aflossingen. Daar slaagden ze er na een geslaagde generale repetitie twee keer niet in om de stok rond te brengen in de olympische kwalificatiewedstrijden. Het viertal in het Koning Boudewijnstadion bestond uit Kobe Vleminckx, Ward Merckx, Antoine Snyders en Simon Verherstraeten. De Falcons tankten vertrouwen door de stok drie keer netjes door te geven, 38”77 te klokken en daarmee slechts negen honderdsten boven hun eigen BR te blijven.
Nadat de Rockets, de Belgische 4x100m-ploeg, er begin deze maand op de Bahama’s niet in waren geslaagd een ticket voor Parijs in de wacht te slepen, leek kwalificatie voor de Olympische Spelen ver weg. De Rockets hebben echter nog een kans, want de twee landen met de snelste tijd mogen namelijk ook nog naar de lichtstad. Voorlopig zouden de Rockets daarvoor sneller dan de 43”03 van China moeten lopen. Op de IFAM deden Vincke, Rosius, Mehuys en De Naeyer een eerste poging om die snelle tijd te verbeteren, zonder Delphine Nkansa in de ploeg weliswaar. De vier sprintsters gaven de afslossingsstok foutloos door en finishten na 43”53. Met die tijd bleven de Rockets 36 hondersten boven de 43”17 die ze liepen op de Bahama’s.
De 19-jarige Merel Maes was de Belgische topfavoriete in het hoogspringen. Eerder deze maand kwalificeerde ze zich al voor het WK junioren door over 1m87 te springen. Vandaag sprong de VAC-atlete nog hoger. Na twee mislukte pogingen slaagde ze er bij haar ultieme kans wel in om over 1m88 te springen. Maes liet de lat vervolgens op 1m91 leggen, twee centimeter onder haar persoonlijk record van juli vorig jaar. Op die hoogte faalde Maes drie keer, maar het hoogspringtalent keert wel met haar beste sprong van dit seizoen huiswaarts. Op de olympische kwalificatieranking klimt ze op naar een plaats die virtueel recht geeft op deelname aan de Spelen. Voor het EK is ze dankzij een eerdere limietprestatie al geplaatst.
Nationaal recordhouder Ben Broeders was de afgetekende favoriet bij het polsstokspringen. Onze landgenoot verzekerde zich een maand geleden nog van deelname aan de Olympische Spelen in Parijs met een sprong over 5m82. Broeders begon aan de competitie toen de lat op 5m42 lag, een hoogte waarop heel wat atleten drie keer faalden. Net als over 5m62 wat later lukte dat voor onze landgenoot wel foutloos. De DCLA-atleet faalde vervolgens één keer op 5m72. Nadat hij die hoogte overwon, liet hij de lat op 5m86 leggen. Broeders beoogde daarmee een verbetering van zijn eigen nationaal record, maar slaagde daar helaas niet in.
Op de kortste sprint sleepte Rani Rosius de overwinning in de wacht. De Limburgse won de koers in 11”33, haar beste tijd van het jonge seizoen. Elise Mehuys klokte in haar zog 11”60. Voor Rani Vincke en Janie De Naeyer was 11”52 en 11”62 weggelegd. Kobe Vleminckx won zijn duel met collega-Falcon Simon Verherstraeten en zat met 10”31 acht honderdsten af van zijn PR. Verherstraeten bleef met 10”34 amper één honderdste verwijderd van zijn besttijd. Antoine Snyders liep in de vierde reeks 10”43, sneller dan ooit tevoren.
De oppergaai in het hinkstapspringen werd door Ilona Masson afgeschoten. Ze stond al na poging één aan de leiding en leek niet meer bedreigd te gaan worden, tot de Ierse Sarah Buggy haar in de laatste ronde met één centimeter voorbij kwam steken. Masson deed het nodige en vloog nog eens een dikke 30cm verder. 13m24 is haar beste sprong van dit seizoen onder geldige windsterkte. Fransman Yann Schrub zorgde voor een mooi slot van het hoofdprogramma door de 5.000m te winnen in 13’04″27 en zich zo voor de Spelen in zijn hoofdstad te plaatsen.