Voor Dorian Boulvin werd zijn groot voorjaarsdoel een voltreffer. Hij liep op de Runners’ lab Halve Marathon naar 61’25” en voldeed daarmee voor het eerst aan de rechtstreekse kwalificatie-eis van een groot kampioenschap, het EK in Rome. Boulvin blikt terug op hoe die toppprestatie tot stond kwam, kijkt vooruit naar zijn lange termijndoelen en vertelt over hoe het zijn trainingsgroep momenteel voor de wind gaat.
Dorian Boulvin had dit voorjaar één datum in zijn agenda met rood omcirkeld. Op 10 maart was er in Gent de Runners’ lab Halve Marathon en daar wilde hij alles op alles zetten om onder 61’40”, de kwalificatiestandaard voor het EK in Rome, te duiken. “We kennen de limieten voor het EK al een hele tijd en ik heb altijd tegen mijn trainer Tim Moriau gezegd dat ik erbij wilde zijn. Maar eerlijk is eerlijk: dat was aanvankelijk meer een droom dan een doel. Pas afgelopen oktober, toen ik in Valencia een minuut van mijn record afdeed en 62’08” liep, besefte ik dat ik een reële kans had.”
Boulvin klaarde de klus door in 61’25” te finishen, 102 seconden sneller dan tijdens zijn vorige passage op het BK halve marathon één jaar geleden. Hij slaagde dus in zijn EK-opzet en werd zelfs Belgisch kampioen. Trainingsmaat Simon Debognies bleef hem wel nipt voor, maar die was als haas vertrokken en niet voor het kampioenschap ingeschreven. Daarom is het Boulvin die de titel op zijn palmares krijgt. Samen klimmen ze op naar de gedeelde vijfde plaats in de Belgische all time ranking. “Het belangrijkste is dat we allebei de limiet beethebben. Simon verdient de titel dus het is een beetje stom voor hem. Dat hij ondanks ziekte kort voor de wedstrijd toch dit niveau haalt, op een moment waar hij zelfs niet naartoe piekte, bewijst hoeveel talent hij heeft.”
Of het lopen van de limiet een weg is die naar Rome zal leiden, is nog niet helemaal zeker. Er zijn al acht Belgen die zich via een tijd op de halve of de hele marathon hebben geplaatst voor de halve op het EK. “Momenteel heb ik de derde tijd staan achter Bashir Abdi en Simon (Debognies; red.), maar de concurrentie is groot. Ik vraag mij af hoe ze een tijd op de halve gaan inschatten ten opzichte van een tijd op de hele marathon. Het is tot dusver niet evident gebleken om daarover een duidelijk antwoord te krijgen. Mij lijkt het eerlijk dat een kwalificatiechrono op het nummer waaraan je gaat deelnemen voorrang krijgt op een kwalificatiechrono over de dubbele afstand.”
“Hoe dan ook ben ik nog niet zeker van mijn plaats. Er kunnen atleten sneller gaan en dan moet ik misschien nog eens proberen. In mijn plannen voor de komende maanden ga ik er weliswaar vanuit dat een nieuwe poging niet nodig is. Een 10.000m op de piste lopen zou ook een optie zijn, maar ik mik resoluut op de halve marathon. De straat ligt me beter dan de piste en ik denk dat mijn toekomst daar ligt. Tot aan het EK in Leuven en Brussel volgend jaar kies ik voor de halve marathon, maar daarna zoek ik weer de volledige marathon op. Sinds mijn tienerjaren droom ik van de Spelen en als ik in 2028 in LA wil staan, is dat waarschijnlijk het meest realistische pad.” Boulvin klokte in 2021 tijdens zijn eerste en enige marathon 2u18:00. Uit zijn halve marathonrecord nam de nu 26-jarige atleet sindsdien een hap van meer dan twee minuten.
Dat Boulvin gebrand op een goede prestatie aan de start kwam in Gent hoeft niet te verbazen. Op het BK veldlopen werd hij zevende en zo mistte hij het EK in eigen land op één plaats na. “Het BK was een enorme teleurstelling. Ik was in topvorm en voelde mij super op training, maar het parcours lag mij totaal niet waardoor ik mijn goede benen niet kwijt kon. Zonder EK kon ik mijn rustperiode wel vervroegd inlassen en dat was een zegen. Zowel mentaal als fysiek had ik die nodig en nu pluk ik de vruchten van mijn extra bezinningstijd. Ik ben herbegonnen met enorm veel motivatie, focus en bewijsdrang. Door rustig op te bouwen en ook veel alternatief te trainen heb ik de laatste maanden meer volume dan ooit tevoren kunnen draaien.” Naast de Belgische titel liep Boulvin daardoor ook al een stevige 10km en won hij vorige week de halve marathon van Warschau.
Wordt 2024 een grand-crujaar voor het Runner’s lab Athletics Team?
Boulvin en Debognies zijn lang niet de enige leden van het Runners’ lab Athletics Team die momenteel de wind in de zeilen lijken te hebben. Isaac Kimeli knalde twee weken geleden naar 27’07”97 op een 10.000m en zit nu in Kenia op hoogte. “We wisten dat zijn conditie top was en zijn allemaal blij voor hem. Het is fantastisch dat hij na een aantal tegenslagen in de winter snel weer een hoogtepunt heeft kunnen neerzetten.” Ook Thomas De Bock, die voor de marathons van Berlijn en Valencia moest passen door blessureleed, kan eindelijk weer aan een wedstrijd denken. “Thomas heeft de goede vorm te pakken en gaat normaal de marathon van Hamburg lopen. Zelf spreekt hij niet over Parijs, waarvoor Michael Somers met 2u08:09 het laatste Belgische ticket in handen heeft, maar in een best case scenario sluit ik het niet uit. Zijn record is nog 2 minuten van die tijd verwijderd, maar toen liep hij ook 17 of 18 kilometer alleen.”
Voor de andere troepen van Tim Moriau zit er vanaf half april een stage in Font Romeu aan te komen. Sommigen zijn nu al bezig met hoogtetherapie in eigen land. “Simon Debognies loopt de halve marathon van Berlijn begin april en blijft dan een volledige maand in de Pyreneeën, net als Hugo Hay en ikzelf. Robin Hendrix moet zijn seizoen op tijd beginnen om rankingpunten te sprokkelen en keert al wat vroeger terug.” Het beste nieuws komt van bij Dieter Kersten die na drie jaar RED-S weer omhoog aan het klimmen is: “Zijn meest recente bloedwaarden waren in orde. Qua intensiteit en volume is hij nog niet terug van waar hij komt, maar hij is op de goede weg. Als alles goed blijft gaan, komt er na Font Romeu waarschijnlijk weer een 10km aan. Dieter is gemotiveerd en wordt steeds beter.”