Het WK in Boedapest eindigt voor Elise Vanderelst met de reeksen van de 1500m. Vanderelst had tot en met de laatste ronde haar wagonnetje aangepikt. In het slot viel ze echter compleet terug. Vanderelst kwam niet verder dan de dertiende plaats in een teleurstellende 4’11″55. Voor de halve finale was 4’04″33 nodig.
Het was geen eenvoudig jaar voor Elise Vanderelst. Op enkele maanden tijd ruilde ze twee keer van coach waardoor ze pas begin april aan een nieuwe aanpak bij Grete Koens kon beginnen. Ondanks de korte tijdspanne liep ze twee maanden later al 4’05″26 op de 1500m. Nadien dook Vanderelst nog slechts één keer onder de 4’06. De rechtstreekse limiet kraakte ze dus niet.
Dankzij de world ranking was er toch nog een plaats voor Vanderelst op dit WK in Boedapest. Het zou echte een loodzware opgave worden om verder te komen dan de reeksen. Vanderelst waagde wel haar kans door de eerste 700m in de eerste gelederen mee te draaien. Halfweg verloor de Belgische recordhoudster enkele zitjes. Een plaats bij de eerste zes, goed voor een rechtstreeks ticket naar de halve finale, was nog wel altijd speelbaar.
De kaarten lagen een ronde voor het einde helaas al helemaal anders. Vanderelst kon niet aanpikken en zakte helemaal naar de achterhoede. Het was meteen over en uit voor onze landgenote, die met 4’11″55 zes seconden tekort kwam voor de halve finale. In de reeks van Vanderelst werd er dus allesbehalve ‘geboemeld’, maar het kon nog sneller. In de derde reeks was maar liefst 4’01″45 nodig om door te stoten. Ter referentie: het Belgisch record van Vanderelst bedraagt 4’02″63.
“Het is helaas hetzelfde scenario als vorig jaar. Op het moment dat de race losbarst, kan ik niet volgen. Heel jammer en ik heb er geen verklaring voor. Fysiek voelde ik me nochtans klaar. Ik heb wat extra meters gelopen in de tweede baan, maar dat was voorzien. Ik had te veel schrik om ingesloten te geraken. Ik moet dit zien als een tussenstap naar de Olympische Spelen in Parijs. Daar ga ik nog eens 100% op focussen. Of ik daarna nog doorga, dat kan ik nu nog niet zeggen.”