Op dag één van het EK beloften in het Finse Espoo kwamen de eerste drie Belgen in actie. Delphine Nkansa en Elien Vekemans plaatsten zich probleemloos voor hun finales, Elena Defrère miste net de boot. Voor Nkansa was als kers op de taart een nieuwe persoonlijke besttijd van 11″22 weggelegd. Nederland begon uitstekend aan het toernooi.
Delphine Nkansa kwam naar Espoo met de vijfde tijd op de 100m en heeft haar pijlen dus op de finale gericht. Daarvoor moest ze zich wel eerst door de voorrondes knokken en dat heeft ze met verve gedaan. In de sterkste van vier reeksen – drie vrouwen haalden uiteindelijk de finale – liep Nkansa in een tijd van 11″39 naar de tweede plaats. Tegen de halve finale was de wind in het voordeel gedraaid en Nkansa liet die opportuniteit niet liggen. Ze werd opnieuw tweede en vestigde dit keer een nieuw PR van 11″22. Nkansa mag als derde snelste naar de finale.
In beide wedstrijden profiteerde de Belgische van de aanwezigheid van de Nederlandse N’Ketia Seedo, zo vertelde ze achteraf: “Ik hou ervan om met Seedo te lopen, het voelt alsof ik mezelf altijd verbeter als ik dat doe. Ik wilde graag een PR lopen dus ik ben heel blij dat het gelukt is, hopelijk lukt dat morgen nog een keer.” Met een tweede verbetering zou Nkansa dicht in de buurt komen bij het Belgische beloftenrecord van Kim Gevaert. Dat dateert uit 1999 en staat op 11″17. De finale van de 100m staat vrijdag om 19u35 op de planning.
In het polsstokspringen waren de kwalificaties een koud kunstje voor Elien Vekemans. Ze wipte over 4m20 en dat volstond voor deelname aan de finale. Die vindt plaats op zaterdagnamiddag om 15u35. Een ander verhaal voor Elena Defrère, zij slaagde er net niet in om de finale van het kogelstoten te halen. De twaalf besten mochten door en Defrère werd dertiende met een worp van 14m31. Ze schoot slechts zes centimeter tekort voor de finale maar eerder dan troost te bieden zal dat vooral zuur smaken na haar minste prestatie van het seizoen.
Azu en Bouju razendsnel over 100m, Nederland pakt meteen twee medailles
Internationaal waren er opvallende prestaties op de 100m. Jeremiah Azu uit Groot-Brittannië verbeterde het kampioenschapsrecord door naar 10″04 te sprinten. Nederlander Raphael Bouju ging nog drie honderdsten sneller maar werd net wat te veel gesteund door een rugwind. Keely Hodgkinson – wereldtop op de 800m – verkent in Espoo haar mogelijkheden op de 400m en verzekerde zich met 52″44 van de finale. Op het Britse nationale beloftenkampioenschap ging ze eerder al sneller. Hodgkinson is niet de enige avonturier op de 400m want Zoë Sedney, voor dit seizoen vooral hoge hordenspecialist, liep de snelste tijd op weg naar de finale met 52″11.
Mede dankzij Sedney kan Nederland terugkijken op een zeer geslaagde eerste dag. Alida Van Daalen stootte de kogel richting 18m32 en won dankzij die beste worp van een Europese belofte in 2023. Voor Amina Maatoug kwam in het slot van de 5.000m plots nog een podiumplek uit de bus gevallen. De Britse Eloise Walker die in derde positie liep kwam net voor het einde ten val en zo lag die plaats plots voor het grijpen. Maatoug nam het geschenk met open armen aan en pakte brons na Megan Keith en Maria Forero.