Tussen 13 en 16 juli vindt in Espoo het EK voor beloften plaats. De Belgische delegatie trekt naar Finland met enkele ambitieuze atleten die dromen van finales en eremetaal. Onder hen ook Nina Hespel, die met de tweede tijd van alle deelnemers één van de kanshebbers is om de Europese titel binnen te halen op de 400mH. Ze vertelt onder meer over het hervonden vertrouwen na een mindere winter en de extra stress die de favorietenrol met zich meebrengt.
Nina Hespel ging het zomerseizoen in met vraagtekens. In zaal was ze op de 400m niet onder 55 seconden geraakt en een blessure stak stokken in de wielen. “Tijdens de winter kreeg ik met een knieblessure te kampen die mij tot in mei flink beperkte. Pas sinds een maand kan ik weer beide benen trainen en gebruiken om over de horden te gaan.” Dat de limiet voor Espoo er eind mei toch al kwam was dus een welgekomen opsteker. “Die limiet is geen verrassing maar je moet het wel nog steeds doen. Op de IFAM dook ik er met 56″62 meteen meer dan een seconde onder – heel ruim dus – en dat sterkte mijn vertrouwen dat mijn winterdipje voorbij was. Zeker omdat ik het daar nog niet zó goed had verwacht. Met de kwalificatie op zak verdween de druk ook een beetje. In juni heb ik rustig kunnen trainen en relatief ontspannen enkele wedstrijden kunnen afwerken.”
Hespel volgde in het eerste seizoensdeel een goed doordacht wedstrijdprogramma. Ze wisselde vlakke wedstrijden af met koersen over de horden en laste in juni een wedstrijdluwe periode in. “Ik heb een paar 400’en gelopen om bij te proberen dragen aan de kwalificatie van een estafetteteam voor Espoo. Dat is jammer genoeg niet gelukt, heel spijtig want die 4×4 is een fijn teamgegeven na je individuele competitie”, zo vertelt de hordeloopster. “Het was daarnaast een heel bewuste keuze om tijdens de examens wat te minderen qua wedstrijden want in januari was ik totaal oververmoeid. Met zowel het EK beloften als het BK in juli moest ik ook nog niet per se top zijn in juni. Even doortrainen en kwaliteitsvolle sessies doen was dus een betere keuze.” Hespel bewees daarna in competitie dat die aanpak de juiste was geweest: “In mijn twee wedstrijden eind juni heb ik mooie tijden gelopen, 56″14 op de 400mH en 54″49 op 400m, terwijl ik voel dat er nog progressiemarge is. Zeker die 56″14 had ik niet verwacht want ik startte niet zo goed en had zoals vaker wat problemen op horde zeven en acht. Met de vorm die ik nu heb voel ik dat het erin zit om een eerste keer onder 56 seconden te lopen.”
Blik op de titel in Espoo?
In Finland zal Hespel deel uitmaken van een drietal aan favorieten. De Hongaarse Janka Molnár heeft 56″08 staan als seizoensbeste terwijl Hespel in 2023 goed was voor 56″14 en de Oostenrijkse Lena Pressler op nog eens één honderdste volgt. Alles staat dus op een kluitje bijeen. “Bovenin zitten we heel dicht bij elkaar dus het is moeilijk om mijn ambitie te concretiseren. De finale niet halen zou absoluut een teleurstelling maar hoe ver ik net kan komen hangt af van heel veel factoren. Alle omstandigheden moeten meezitten dus ik zal tevreden zijn als ik mijn meest ideale wedstrijd zal gelopen hebben.”
De DCLA-atlete heeft op haar eenentwintigste al een flink pak kampioenschapservaring. Ze haalde de halve finales op het EK senioren in München, nam in 2021 al een eerste keer deel aan het EK beloften en mocht met de Cheetahs al meermaals mee naar seniorenkampioenschappen. “Twee jaar geleden in Tallinn heb ik voor mijzelf uitgemaakt dat ik op dit EK top wil zijn dus ik ben er al lang mee bezig. Daarbij is het zeker een voordeel dat ik weet hoe het ter plaatse op zo’n kampioenschap allemaal verloopt. Ik ben intussen bekend met de stress van de callroom, al is het wel nieuw en zal het waarschijnlijk extra spannend zijn wanneer ik daar als favoriet plaatsneem.”
Voor het EK volgen geen wedstrijden meer. “Het was aanvankelijk de bedoeling om in het voorbije weekend nog iets te doen maar coach Jacques Borlée verkoos nog wat technische bijschaving. We werken deze week nog twee zware sessies af en bouwen dan de nodige rust in. Die zal goed van pas komen want drie dagen na elkaar lopen is nieuw en lastig.” Voor het vervolg van het seizoen kijkt Hespel vooral nog naar het BK. “Dit EK beloften is het absolute hoofddoel van het seizoen maar daarna kan ook het BK een interessant objectief zijn. Kwalificatie voor het WK, eventueel met een goede 400m om met de Cheetahs mee te kunnen, zal niet makkelijk worden. De kwalificatieperiode eindigt eind juli en het EK beloften valt samen met enkele grote Belgische wedstrijden. Het wordt dus nog wat afwachten of er nog genoeg kansen komen om mijn tijden te verbeteren.”