De tweede dag van de European Team Championships in Silesia was weinig bemoedigend voor onze landgenoten. Na 25 van de 37 disciplines bengelt België helemaal onderaan de tussenstand waardoor degradatie ons boven het hoofd hangt. Elien Vekemans zorgde in het polsstokspringen weliswaar nog voor een positieve noot. De DCLA-atlete wipte over een nieuw Belgisch record van 4m50 en wordt zo ook de beste Europese belofte van het moment.
Een plaats veiligstellen in de eerste divisie van de European Team Championships wordt na twee dagen competitie een aartsmoeilijke opdracht. Na de eerste dag bleef België nog nipt uit de klauwen van een mogelijke degradatie. Maar een dag later zakte ons land helemaal terug naar de 16e en laatste plaats, op maar liefst 12,5 punten van behoud.
De grootste puntenpakker zaterdag was Elien Vekemans. De belofte pakte uit met haar derde Belgisch belofterecord van het jaar en een 4e plaats. Met 4m50 nadert ze zelfs tot op één centimeter van het Belgisch record van Fanny Smets. Geen enkele belofte in Europa sprong dit jaar al hoger.
Julien Watrin deed ook een aardige duit in het zakje door 5e te worden op de 400m horden. Met 49”56 blijft Watrin wel nog steeds zoeken naar zijn allerbeste vorm. Door een blessure bij Hanne Claes was de buit bij de dames helaas nul punten op dit nummer. Ook op de 100m horden gaf een specialiste verstek door blessureperikelen. Jolien Boumkwo, die voor de teamspirit koos, nam daardoor over van Anne Zagré. Ze nam geen risico’s en legde haar 100m horden al wandelend af in 32”82. Door een valse start van Ditaji Kambundji leverde het nog twee punten op. Bij de mannen kwam Nolan Vancauwemberghe niet verder dan 14”00 en een 14e plaats.
Op de 800m mocht Camille Laus voor het eerst in haar nieuwe discipline de driekleur vertegenwoordigen. Even leek Laus roemloos in de achterhoede te finishen, maar dankzij een enorme eindsprint rolde de Belgian Cheetah nog het hele veld op. In de tweede reeks ging iedereen weliswaar nog sneller dan haar 2’02”28, haar tweede tijd ooit. Stijn Baeten moest met een 10e plaats een punt extra toegeven. Baeten volgde lang attent mee, maar moest in de laatste ronde lossen. De klok gaf achteraf 3’41”53 aan. Voor Mohamed Katir werd het een kampioenschapsrecord van 3’36”95.
Op de overige kampnummers waren onze landgenoten jammer genoeg een vaste waarde in de staart van het klassement. In het hamerslingeren bleef het voor Rémi Malengreaux bij 56m67 en een 15e plaats. Lars Coene (50m52) kreeg zijn discus evenmin voorbij de 15e stek. In de zandbak werd het twee keer een 14e plaats. Saliyya Guisse zorgde daarvoor in het hinkstapspringen (12m69), Yanni Sampson was de vertegenwoordiger in het verspringen (7m24). Miltiadis Tentoglou, de uiteindelijke winnaar, deed met 8m34 meer dan een meter beter.
Tenslotte konden de Belgian Rockets, zonder Rani Rosius, en Belgian Falcons de meubelen nog enigszins redden met een 8e plaats in 43”84 voor het dameskwartet en 10e plek in 39”41 voor de heren.
Naast België is het ook bibberen voor Turkije en Noorwegen in het klassement. Italië leidt na twee dagen nog steeds. Zij hebben een ruime voorsprong op Polen en Duitsland.
De eerste dag van de ETC kan u hier nalezen.