Tia Hellebaut, Hans Van Alphen, Thomas Van der Plaetsen, Nafi Thiam, Noor Vidts, Jente Hauttekeette… België lijkt een opmerkelijke vijver aan meerkamptalent te hebben. De successen van deze landgenoten zijn geen toeval volgens Fernando Oliva, trainer van Vidts en kwaliteitsmanager van de Vlaamse Atletiekliga op de meerkamp en springnummers. Door een overkoepelende meerkampwerking uit te rollen, moeten steeds meer jonge talenten doorstromen naar de top in deze discipline. Tijd voor een babbel met één van de drijvende krachten achter het meerkampproject.
Fernando, de meerkamp werd door de Vlaamse Atletiekliga geselecteerd als één van de speerpuntdisciplines. Vanwaar deze keuze?
“Op het WK in Doha begon het mij op te vallen hoe goed de Europeanen het deden op de meerkamp. Ik nam een statisticus onder de arm en begon de successen te evalueren. De laatste zes WK’s en Olympische Spelen bestond de top acht bij de mannen voor 60% uit Europese atleten. Bij de vrouwen was het bijna 70%. Daarna ben ik specifiek naar België gaan kijken. Je had Tia Hellebaut, Hans Van Alphen, Thomas Van der Plaetsen, Sara Aerts… en nog heel wat opkomende talenten bij de jeugd. Belgen zijn morfologisch heel geschikt voor de meerkamp. Daarbij komt nog dat een groot deel academisch gevormd is en ze het plannen en organiseren goed aankunnen. Tenslotte heerst er ook echt een meerkamptraditie in de jeugd.”
Mogen we stellen dat succes op de meerkamp maakbaar is?
“In zekere zin wel. Succes is de som van begeleiding, faciliteiten, omkadering, talent en ambitie. Op heel wat van deze factoren hebben we een invloed. Er zijn bijvoorbeeld maar weinig gespecialiseerde coaches. Daarom is het belangrijk om iedereen samen te brengen, goede faciliteiten te voorzien en info over te dragen op atleet én coach.”
En zo kwam dus het idee om een overkoepelende werking op te starten. Hoe werd dat idee verder gekneed?
“In 2020 organiseerden we de eerste dagstages. Dan kwam COVID, maar dat bleek eigenlijk een opportuniteit om connectie te maken met verschillende atleten en coaches. Na de pandemie sprong Sport Vlaanderen mee op de kar en konden we dankzij subsidies weekendstages en wekelijks een vaste meerkampdag inlassen. Daarbij kunnen atleten naast hun trainingen ook rekenen op supervisie van artsen, kinesisten…”
Zijn sommige coaches niet terughoudend om hun atleten bij jullie te laten trainen, ook al is het niet permanent?
“Daar is nog taboe over. Het is niet onze bedoeling om een atleet af te nemen. Wel om hun potentieel verder te ontwikkelen. Ik probeer regelmatig met coaches te praten en verkoop dit project écht als een team. Iedereen is vrij om het meerkampproject af te wijzen. Maar ik ben wel van mening dat het talent van de atleet is. Niet van de club, federatie of ouders. De atleet moet beslissen wat hij of zij ermee doet. Als atleten de stap willen zetten naar een professionele werking, dan zijn wij er. Wij gaan er vanuit de federatie, samen met hun eigen omkadering, voor zorgen dat de juiste atleten de juiste dingen doen.”
Het project is nu al enige tijd lopende. Hoe kijk je terug op de eerste resultaten?
“Als je kijkt naar de huidige groep met onder andere Jente Hauttekeete, Jef Misplon, Sennah Vanhoeijen, Laura Van den Brande… dan stond 80% van hen op een internationaal tornooi. De atleten die bij het project betrokken zijn, blijven ook terugkomen. Dat is veelzeggend. Met het meerkampproject kijken we echter vooral op lange termijn, want de meeste atleten bereiken pas hun topniveau rond de leeftijd van 26. Wij starten met atleten van 16 à 18 jaar zodat ze rustig kunnen doorstromen naar de top.”
Ondanks de aandacht die in België naar de meerkamp gaat, worden er bijzonder weinig meerkampen in eigen land betwist. Is dat niet tegenstrijdig en een rem op het succes?
“Het klopt dat er in België heel weinig meerkampen worden afgewerkt. De kwaliteit van de weinige wedstrijden die er zijn, is ook heel matig. Ofwel ligt het aan de faciliteiten, ofwel is de uurrooster helemaal niet goed. Daarom ga je onze toppers maar zelden zien op een BK. Ik heb voor mezelf een stappenplan opgesteld: eerst talenten contacteren, dan hun begeleiding optimaliseren en nadien de faciliteiten zoals de wedstrijdprogramma’s aanpakken. In deze fase van het project ben ik nog volop bezig met de eerste twee stappen, maar het competitieluik wordt zeker aangepakt. Ik ben bijvoorbeeld in gesprek met Nederland en Frankrijk om, los van een EK of WK, interlands mogelijk te maken voor cadetten, scholieren, junioren en beloften. Zo kunnen we van kleins af aan een cultuur creëren. Maar dit proces neemt iets meer tijd in beslag.”
Onlangs stelde de Vlaamse Atletiekliga de Nederlandse succescoach Bart Bennema aan als hoofdcoach van de meerkamp. Wat is zijn rol in dit verhaal?
“Bart is net als ik betrokken bij het coach-to-coach programma. Hij geeft daarnaast ook training. Met hem hebben we nu een topcoach in dienst die alle kennis en ervaring in huis heeft om onze atleten beter te maken.”
Bart was de laatste jaren vooral bekend als de sprintcoach van Dafne Schippers. Is zijn specialisering een extra troef?
“Zeker. Ik vroeg Bart in het verleden al regelmatig om advies voor de sprint. De meerkampers in België zijn over het algemeen sterk in de kampnummers, maar veel minder in de loopnummers. Met zijn kennis over deze discipline, kunnen we daar hopelijk verandering in brengen.”
Naast de meerkamp vallen ook het polsstokspringen, de halve fond, de aflossingen en het speerwerpen onder de speerpuntdisciplines. Is daar een gelijkaardige werking lopende?
“Het is zeker de bedoeling om deze high performance cultuur en cohesie over te brengen naar de andere speerpuntdisciplines. Dat begint vorm te krijgen, maar ik verwacht toch dat het tot de Olympische Spelen in LA zal duren voordat het in al deze disciplines efficiënt loopt. Op stage in Cyprus proberen we bijvoorbeeld wel de ‘eilandjessport’ alsmaar meer te doorbreken door situaties te creëren waarin we samenwerken en info delen om elkaar beter te maken. Voor de coaches worden er bijvoorbeeld sessies voorzien waarin iedereen zijn zegje moet doen. Dit jaar bespraken we bijvoorbeeld het topic krachttraining en debatteerden we over het wel of niet uitvoeren van bepaalde oefeningen. Voor de atleten worden er dan andere sessies. Bijvoorbeeld over hoe het komt dat blessures meer voorkomen tijdens examenperiodes. Op stage heb je toch iedereen samen, dus het is een uitgelezen kans om alle kennis te delen.”
Beste,
In het rijtje van de meerkampsters in België toch wel ééntje vergeten, Hanne Maudens, 3 e prestatie aller tijden ?
Reacties zijn gesloten.