Robin Hendrix heeft op het EK indoor in Istanboel niet kunnen meespelen om de medailles. In de finale van de 3.000m kreeg hij het het bijzonder zwaar in de slotkilometer. Hendrix verloor voeling met de kopgroep en zakte uiteindelijk terug naar de tiende plaats in 7’50″46. Het goud ging voor de tweede maal deze week naar Jakob Ingebrigtsen. De Noor maakte de hele wedstrijd hard en finishte in een nationaal record van 7’40″32.
De 3.000m-finale op het EK indoor bracht niet wat Robin Hendrix ervan verwacht had. Nochtans draaide het wedstrijdverloop uit in zijn voordeel. Jakob Ingebrigtsen besloot er een snelle koers van te maken en zette zich meteen aan de kop van het peloton.
Terwijl Ingebrigtsen als een metronoom door de Atakoy Arena denderde en op zoek ging naar zijn tweede gouden plak op dit EK, positioneerde Hendrix zich enkele plaatsen verderop. De eerste kilometer ging de atleet van het Runners’ lab Athletics Team goed mee, maar halfweg koers begon de vermoeidheid op te spelen.
Hendrix viel terug naar het midden van het pak en had moeite om zijn wagonnetje aan te pikken. In de laatste ronden verloor hij nog enkele posities waardoor hij uiteindelijk als tiende finishte van Europa. Zijn chrono bedroeg 7’50″46. Het goud ging zoals verwacht naar Ingebrigtsen in een Noors record van 7’40″32.
“Het zat er duidelijk niet in vandaag”
“Ik ben niet tevreden. Gisteren en vanochtend voelde ik me superfris. Compleet het tegenovergestelde gevoel van twee jaar geleden in Torun. Ik weet ook echt niet wat er gebeurde. Jakob (Ingebrigtsen; red.) ging aan de kop sleuren, dus ik dacht: ‘Ideaal, gewoon volgen.’ Ik heb al eens bewezen dat ik dat tempo aankan dus ik had perfect moeten kunnen meegaan. Het zat er duidelijk niet in vandaag. Tot anderhalve kilometer voelde ik me heel comfortabel, maar daarna werd mijn gevoel alleen maar slechter. Ik had verwacht om hier goed te zijn. Ik rekende zelfs op een top 5, misschien zelfs een medaille. Mentaal was het een heel zware wedstrijd. Ik kan er alleen maar uit leren en hopen om deze zomer een stap te kunnen zetten.”