Aurèle Vandeputte legt morgen op het BK de laatste hand aan zijn EK-voorbereiding. De 27-jarige Bruggeling zal er over 800 meter de strijd aangaan met Tibo De Smet en Eliott Crestan. De recente prestaties van die twee jonge wolven hebben het wat ondergesneeuwd, maar stiekem zet Vandeputte elk jaar nog een stap voorwaarts. Dat belooft vuurwerk op wat het koningsnummer van het BK moet worden.
Wie dit seizoen de uitslagen van Aurèle Vandeputte onder de loep neemt, fronst wellicht de wenkbrauwen. In twee wedstrijden slaagde hij er nog niet in om de kaap van de 1’50 te slechten op de 800 meter. Toch maakt de atleet van Houtland zich weinig zorgen: “Bij mijn seizoensopener in Manchester was ik wat ziekjes en in Mondeville was het een gedrum van jewelste. Beide races zijn zeker niet representatief voor mijn vormpeil. Op training loopt alles op wieltjes en bovendien noteerde ik vorige maand een snelle tijd op 400 meter. Mijn benen zijn dus dik in orde”, aldus Vandeputte.
Ook morgen zal er normaal gezien geen topchrono uit de bus vallen. Op vraag van De Smet en Crestan zal er geen haas zijn. “Die vraag heb ik ook gekregen, maar mij maakt het niet echt uit. Een snelle chrono was mooi meegenomen, maar zeker geen must. Bovendien zal er over twee weken in Istanbul ook geen tempomaker zijn. In die zin is het misschien wel beter zo. Dan spaar ik die kanontijd op voor deze zomer”, lacht de Bruggeling.
“Wie vijf jaar geleden had voorspeld dat ik met mijn huidige tijden derde Belg zou zijn, werd gek verklaard”
Natuurlijk kan ook Vandeputte niet voorbij aan de hoogconjunctuur op de Belgische 800 meter bij de mannen. “Tibo en Eliott halen een waanzinnig hoog niveau. Ze hebben een sterk eindschot en zijn dus moeilijk te kloppen. Maar als ze elkaar het wit uit de ogen kijken, kan ik daar morgen misschien van profiteren. Al zal ik er vrede mee hebben als ik na een goeie koers op mijn waarde geklopt word. Die twee jonge toppers motiveren me wel om nog beter te worden. Enkele jaren geleden had niemand zien aankomen dat we met drie atleten dit niveau zouden halen. Het is in ieder geval veel leuker dan wanneer ik met pakweg 1’47 de alleenheerser zou zijn in België”.
Morgen krijgt de West-Vlaming trouwens het gezelschap van zijn beloftevolle teamgenoot, Timon Inghelbrecht (19). Waartoe is hij in staat? “Timon is een jongen die barst van het talent. Op training zit hij me al regelmatig op de hielen. Timon moet enkel het tactische aspect van de 800 meter nog onder de knie krijgen, met het gewring en positiespel dat erbij komt kijken. In dat opzicht komt het BK wat te vroeg om mee te doen voor de prijzen, maar op termijn moet iedereen rekening houden met hem”, voorspelt de atleet van HAC.
“Ik ga naar Istanbul om de eerste ronde te overleven, punt”
Voor de Houtlander is het BK het laatste aperitiefhapje voor de hoofdschotel die over twee weken in Turkije wacht. “Het wordt mijn derde opeenvolgende deelname aan een internationaal indoorkampioenschap. Deze keer was ik al voor aanvang van het seizoen geplaatst. Dat zorgde voor rust in mijn hoofd en de mogelijkheid om veel specifieker toe te werken naar mijn hoofddoel. Vorig jaar liep ik de limiet voor het WK compleet onverwacht, maar was ik tegen het kampioenschap al wat uitgeblust. Dat zal me op het EK niet overkomen. Waar ik vroeger allang blij was om er te staan, ga ik nu voor niets minder dan de tweede ronde”, besluit een zelfzekere Vandeputte.