De snelste Belg aller tijden op de 1500m, Ismael Debjani, weet begin december of hij al dan niet een voltijds profcontract krijgt aan de andere kant van de taalgrens. Aangezien Debjani, die het op het EK in München tot de finale schopte, de doelstellingen van werkgevers ADEPS niet behaalde, oogt zijn toekomst als profatleet eerder somber. Aan een halftijds contract wil de Belgische recordhouder voorlopig niet denken. Dat vertelt hij aan RTBF.
Een olympische finale en een Europese top 8. Dat waren de twee hoofddoelstellingen voor Ismael Debjani om zijn contract bij ADEPS te verlengen. De Belgische recordhouder op de 1500m schopte het op de Spelen tot de halve finales. Op het meest recente EK in München moest de 32-jarige atleet vrede nemen met een 12de stek. Onvoldoende dus volgens ADEPS, waardoor een voltijds contract voor 2023 niet aan de orde lijkt.
“De toekomst ziet er momenteel een beetje chaotisch uit”, begint Debjani in een interview met RTBF. Eind november valt de beslissing bij ADEPS of hij al dan niet nog een voltijds contract krijgt komend jaar. Begin december volgt in principe de communicatie over de vernieuwde en of nieuwe contracten bij de Franstalige tegenhanger van Sport Vlaanderen. “Zelfs als ik uiteindelijk een halftijds contract krijg, dan is het moeilijk voor te stellen dat ik in deze omstandigheden kan blijven presteren. Het is onmogelijk om zo’n trainingsweken af te werken en daarnaast nog een halftijdse job uit te voeren. Ik houd namelijk niet van half werk. Atleet zijn is een fulltime baan, het is mijn beroep.”
Een halftijds contract zou betekenen dat Debjani het maandelijks met een kleine 1000 euro minder moet doen. Een smak geld dus, die levenskwaliteit van de snelste Belgische 1500m-loper daling kan beïnvloeden. “De limieten voor de komende grote kampioenschappen, inclusief de Spelen in Parijs, liggen binnen mijn mogelijkheden. Zonder blessures kan ik die behalen én dat heb ik de laatste jaren ook bewezen.”
Toch blijft het onzekerheid troef bij Debjani in afwachting van de uitspraak van de Minister van Sport. Het is niet uitgesloten dat de atleet vroegtijdig zijn spikes aan de haak hangt. “Ik heb er al met mijn familie over gesproken. Misschien zet ik wel een punt achter mijn carrière.”