De Belgian Falcons hebben zich op hun eerste internationaal kampioenschap meteen kunnen plaatsen voor de finale. Het kwartet, dat bestond uit Robin Vanderbemden, Ward Merckx, Simon Verherstraeten en Kobe Vleminckx wervelde, naar een snelle 38″73. Daarmee nemen ze een serieuze hap uit het 19-jaar oude Belgisch record van 39″05. Het viertal zette overigens de vijfde tijd van alle ploegen neer.
De Belgian Falcons hebben hun debuut op het internationale toneel niet gemist. In de tweede reeks maakte startloper Robin Vanderbemden een goede beurt. Hij gaf het stokje als derde door aan Ward Merckx. De vice-Belgische kampioen had het iets lastiger en verloor plaatsen waardoor Simon Verherstraeten als vijfde werd gelanceerd.
Verherstraeten liep de vierde tijd en won één plaats. Het was aan slotloper Kobe Vleminckx om minstens nog één plaats beter te doen om rechtstreeks zeker te zijn van de finale. Vleminckx deed het met de tweede tijd van alle slotlopers meer dan goed, al kon hij daarmee geen plaatsen meer winnen. Vleminckx kwam als vierde over de finish in 38″73, ruim voldoende om door te stoten met de verliezende tijden. Deze tijd betekent ook een serieuze verbetering van het Belgisch record van 39″05 dat al sinds 2003 op de tabellen staat.
“Ik dacht zeker dat we het BR in de benen hadden, maar niet dat het zo hard zou gaan”, zei Vanderbemden na afloop. “In een finale kan alles, dus ik denk wel dat we mogen dromen, al liepen we nu wel al bijna de perfecte wedstrijd. Als we nog sneller gaan, is het misschien omdat een finale gewoon meer energie geeft.”
“Jagen is wat ik het liefste doe”, zei Vleminckx. “Ik voelde mezelf naderen op de concurrentie. Toen ik de chrono van de Duitsers zag, was ik al vrij zeker dat we erbij gingen zijn. We hebben het BR niet verbeterd, maar verpulverd. Dat is mooi. Alles komt samen en iedereen loopt heel hard. Dit geeft een enorme boost aan het project, ook aan de jongens die er hier net niet bijzijn.”
“Het was mijn eerste groot kampioenschap, maar met de stress viel het goed mee”, zei Verherstraeten. “Het helpt dat je met vier in de callroom zit in plaats van helemaal alleen. In de finale zullen veel landen risico’s nemen, en daardoor kan alles. Er gaan altijd landen zijn waarbij het mis gaat.”
“Het was heel impressionant voor mij om in zo’n stadion te lopen”, sprak Merckx. “Als je mij een jaar geleden had gezegd dat ik in zo’n stadion op een EK zou staan, had ik je gek verklaard. Ik had het eerlijk gezegd al opgegeven dat ik ooit op een groot toernooi zou staan.”