Jonathan Sacoor heeft op de NCAA-indoorkampioenschappen in Fayetteville geen felbegeerde ring behaald met de Tennessee Volunteers op de 4x400m. Sacoor kreeg, ondanks een matige start voor zijn kwartet, de stok als leider in handen. Een split van 45″81 volstond echter niet voor de zege, aangezien zowel de slotlopers van North Carolina als Kentucky een maat te groot bleken. North Carolina haalde het in 3’03″16. Sacoor finishte in de kleuren van Tennessee na 3’04″10.
Jonathan Sacoor kwam zowel gisteren als vandaag in actie op de prestigieuze NCAA-indoorkampioenschappen in Fayetteville, Arkansas. Na een acte de présence tijdens de ‘DMR’ (distance medley relay) van gisteren waarin hij de 400m voor zijn rekening nam in 46″30, was het vandaag menens tijdens de afsluitende 4x400m. De Tennessee Volunteers van Sacoor trokken namelijk als snelste kwartet naar het kampioenschap. Het team moest echter wel toezien hoe de zwakste schakel bij de start al meteen achter de feiten aanholde. Een split van 47″72 was verre van een ideale start, maar toch knokten de ‘Vols’ zich terug in de wedstrijd met sterke splits van 44″79 en 45″80. Alles zou dus afhangen van slotloper Sacoor, die zelfs als leider aan de dubbele baanronde in zaal kon beginnen.
Onze landgenoot probeerde de teams van North Carolina en Kentucky uit te dagen, maar het was Randolph Ross die met nog iets meer dan 100m voor de boeg op en over Sacoor ging. Ross was een uur voor de aflossingen goed voor de tweede stek op de individuele 400m in 44″99, maar knalde wel naar een split van 44″67. Daardoor won North Carolina met een eindtijd van 3’03″16. Ook de heren van Kentucky snelden nog voorbij de wereldkampioen bij de junioren. Sacoor moest daardoor vrede nemen met de derde stek in een degelijke 3’04″10, vorig week was op het EK indoor 3’06″06 voldoende voor het goud. De Belgian Tornado zette met 45″81 een méér dan degelijke split neer als slotloper. Op het EK in Torun ging één man sneller dan Sacoor, namelijk Kevin Borlée. Elijah Goldwin loodste Georgia naar de vierde stek, maar zette met 44″21 wel de snelste split aller tijden neer in een indoorhal.
Onwaarschijnlijke dubbels voor Harrison en Hocker
De NCAA-kampioenschappen leveren jaar na jaar uitzonderlijke prestaties af. Dat was in volle coronapandemie niet anders. Vrijdag was JuVaughn Harrison namelijk goed voor 2m30 in het hoogspringen en een beste wereldjaarprestatie van 8m45 in het verspringen. Harrison behaalde die dubbel op nog geen twee uur tijd en mag zich in het verspringen de achtste performer aller tijden in zaal noemen. Niemand sprong ooit zo hoog én ver op dezelfde dag. Ook bij de vrouwen werd er letterlijk ver gesprongen. Tara Davis zweefde namelijk naar 6m93, een verbetering van de beste wereldjaarprestatie met één centimeter én de verste indoorsprong sinds 2016.
Op de afstandsnummers was de 19-jarige Amerikaan Cole Hocker heer en meester. Hocker haalde eerst stevig uit in de mijl door met veel gemak de zege te behalen in 3’53″71. Nog geen uur later stond de atleet van de ‘Oregon Ducks’ aan de start van de 3.000m waarin zijn teamgenoot Cooper Teare op weg leek naar de zege. Dat was buiten Hocker gerekend die dankzij een slotronde in 25 seconden nog nipt over Teare wipte en 7’46″15 noteerde. Naast Harrison tekende dus ook Hocker voor een sensationele dubbel. Vrijdag had Wesley Kiptoo al de 5.000m op zijn naam geschreven in een indrukwekkende 13’23″77, al leek iedereen vooral te kijken naar het feit dat de atleet handschoenen droeg in een indoorhal.
Tyra Gittens leverde bij de vrouwen een stevige vijfkamp af. Haar 4.746 punten was meteen ook de beste score ooit voor een atlete uit Trinidad en Tobago. KC Lightfoot was in het polsstokspringen goed voor een sprong over 5m93, waardoor hij het kampioenschapsrecord van ene Armand ‘Mondo’ Duplantis afsnoepte. Eerder dit jaar verbeterde Lightfoot al meermaals het zogeheten ‘collegiate record’. De 200m bij de mannen, een afstand die internationaal nooit op kampioenschappen op het programma staat, leverde méér dan vuurwerk op. Sprintsensatie Matthew Boling haalde het namelijk met amper één honderdste van Terrance Laird in een snedige 20″19, waardoor hij de zesde performer ooit wordt in zaal en tevens ook de snelste indoor-200m van het jaar neerzette. De 44″71 van Noah Williams in de 400m mocht er ook absoluut zijn, aangezien Williams zich zo zelfs de vierde man aller tijden mag noemen in zaal. Uiteraard was die tijd goed voor de beste wereldjaarprestatie. De traagste man in de twee finalereeksen klokte 45″89, wat op het EK in Torun goed was voor goud.
De 60m en 400m bij de vrouwen leverden verrassende winnaars op. Twanisha Terry en Athing Mu leken namelijk op papier de topfavorietes te gaan worden, maar beide dames losten die verwachtingen niet in. Terry moest op de 60m namelijk een ontketende Kemba Nelson voor zich dulden. Nelson stoomde naar 7″05, goed voor het ‘collegiate record’. Mu kon in de 400m geen vuist maken tegen Kaelin Roberts, die het haalde in 50″84. Mu moest vrede nemen met de tweede stek in 51″03, trager dan haar chrono tijdens de reeksen van vrijdag. In de 4x400m zette ze de situatie echter recht door Texas aan de zege te helpen met een buitenaardse split als slotloper van 49″54. Mu, nog altijd maar 18, zorgde zo voor de snelste split ooit voor een vrouw in zaal. Eerder dit jaar was ze al goed voor een stevige 50″52 op de individuele 400m, alleen Shaunae Miller-Uibo deed beter in 2021. Die laatste was ook de snelste vrouw van het moment op de 200m, maar daar bracht Abby Steiner verandering in door met 22″38 twee honderdsten beter te doen dan de beste wereldjaarprestatie van Miller-Uibo. Steiner mag zich daardoor de vijfde performer aller tijden in zaal noemen. Aaliyah Miller besloot in de 800m om meteen al haar troeven op tafel te leggen door in 57 seconden te openen. Niemand durfde het aan om te volgen en het leverde Miller, ondanks een loodzware slotronde, de winst op in 2’00″69.