Ook naast de vele Belgische successen was de slotdag van het EK indoor bijzonder hoogstaand. Nadine Visser liep naar de snelste 60m horden door een Europese atlete in 13 jaar tijd. Ajla del Ponte bewees op de 60m dat ze de stap naar de absolute wereldtop heeft gezet met een beste wereldjaarprestatie van 7″03 en Armand ‘Mondo’ Duplantis vloog over 6m05, goed voor een kampioenschapsrecord. Een beknopt overzicht.
Op de slotdag van het EK indoor in Torun werden maar liefst 14 finales verdeeld. De finales stelden niet teleur en leverden een reeks bijzonder straffe prestaties op. Nadine Visser was op de 60m vrouwen buitenaards sterk. Visser snelde naar 7″77 en scherpte zo haar eigen Nederlands record met maar liefst vier honderdsten aan. De Nederlandse was zo goed voor de snelste tijd door een Europese atlete sinds 2008, toen Susanna Kallur het WR van 7″68 neerzette. De Britse dames Cynthia Sember en Tiffany Porter, herkenbaar aan haar mondmasker tijdens de races, vervolledigden het podium. Bij de mannen bewees Wilhem Belocian dat hij helemaal back in business is. De Fransman hield met 7″42 voormalig wereldkampioen Andy Pozzi achter zich. Pozzi kon onmogelijk ontevreden zijn, aangezien de Brit zijn PR evenaarde. De Italiaanse ‘veteraan’ Paolo Dal Molin legde beslag op de derde stek.
Op de vlakke 60m zorgde Ajla Del Ponte zonder twijfel voor één van de absolute hoogtepunten van het kampioenschap. De Zwitserse kende in de finale voor het eerste deze winter een perfecte race en de chrono loog niet. Met 7″03 evenaarde ze niet alleen het Zwitserse record, maar snelde ze ook naar de snelste 60m in 2021 bij de vrouwen. De Finse Lotte Kempinnen en Nederlandse Jamile Samuel liepen naar het zilver en brons met 7″22 achter hun naam. In het polsstokspringen had Armand ‘Mondo’ Duplantis zijn zinnen gezet op het kampioenschapsrecord van Renaud Lavillenie, die geblesseerd forfait moest geven voor de kwalificaties. Als Duplantis ergens zijn zinnen op zet, dan weet je dat het hoog gaat. Dat bewees de Zweed door in zijn vijfde sprong van de competitie over die hoogte vliegen. De lat ging vervolgens nog naar 6m19. Duplantis bewees vooral in zijn tweede poging dat het WR erin zat, maar toch viel de lat naar beneden. Valentin Lavillenie bezorgde zijn broer een troostprijs met een zilveren plak door zijn PR van 5m80 te evenaren. Piotr Lisek was op eigen bodem goed voor het zilver, ook met 5m80.
Portugal sprong in laatste instantie over ons land in de medaillestand dankzij twee gouden plakken in het hinkstapspringen. Pedro Pablo Pichardo was duidelijk de betere bij de mannen met 17m30. Alexis Copello en Max Hess vervolledigden het podium. De zege van Patricia Mamoma kwam minder verwacht. De Portugese zette namelijk in haar derde poging een nationaal record neer van 14m53. Titelverdedigster Ana Peleteiro kwam in haar zesde poging nog héél dicht, maar strandde net zoals de Duitse Neele Eckhardt op één centimeter van het goud. Peleteiro kreeg het zilver, aangezien haar tweede beste poging duidelijk beter was dan die van haar Duitse collega. In het hoogspringen verpestte de Finse Ella Junnila het Oekraïense feestje door naar een nationaal record van 1m96 te springen, goed voor het brons. Yaroslava Mahuchikh was zoals verwacht de beste met 2m00, gevolgd door haar landgenote Iryna Herashcenko met 1m98. Yuliya Levchenko strandde op de vierde plaats op twee centimeter van het podium.
Kevin Mayer was de beste na een dramatische tweede dag van de zevenkamp. Nadat Pieter Braun en Kai Kazmirek afhaakten voor de slotdag vielen in het polsstokspringen ook drie nulpogingen te noteren bij Simon Ehammer op zijn aanvangshoogte van 4m50. Daardoor zag de jonge Zwitser een medaille door zijn vingers glippen. Het kon Mayer niet deren, aangezien hij met 6.392 punten een beste wereldjaarprestatie neerzette. Titelverdediger Jorge Urena en de Pool Pawel Wiesiolek vervolledigden het podium. De Nederlander Rik Taam strandde ondanks een PR van 6.111 punten uiteindelijk slechts op 22 punten van het podium.
Tijdens de 800m-finales verdeelden de Britten en Polen de medailles onder elkaar. De Britse juniorensensatie Keely Hodgkinson was oppermachtig bij de vrouwen en haalde het in 2’03″88 van haar Poolse concurrentes Joanna Jozwik en Angelika Cichocka. Bij de mannen waren de rollen omgedraaid aangezien voormalig hordeloper Patryk Dobek zijn landgenoot Mateusz Borkowski voorbleef. Topfavoriet Jamie Webb moest vrede nemen met het brons. In de medaillestand was Nederland uiteindelijk heer en meester dankzij vier gouden plakken en zeven medailles in totaal, ondanks tegenvallende resultaten van onder meer Menno Vloon in het polsstokspringen en de collectieve wanprestatie bij de niet-sprinters in de loopnummers. Portugal behaalde in totaal drie keer goud en kwam zo op de tweede plaats voor de Britten die in totaal wel 12 medailles wegkaapten met twee gouden plakken. Ons land werd bijzonder knap vierde, wat van het EK indoor in Torun een méér dan onverhoopt succes maakte.