Héél wat Belgen waren vandaag aan de slag in het Franse Metz. Eliott Crestan en Robin Hendrix maakten van de gelegenheid gebruik om een ticket naar het EK indoor te boeken op respectievelijk de 800m en 3.000m. Crestan imponeerde door het BR aan te scherpen op de 800m met 1’46’40. Hendrix maakte de wedstrijd in de 3.000m en was goed voor 7’48″53. Daarnaast benaderden Mirte Fannes, Camille Laus en Michael Somers op Franse bodem ook EK-limieten. Femke Bol was opnieuw fenomenaal met een verbetering van haar Nederlands record in 50″81.
Het drukke atletiekweekend stelt voorlopig niet teleur in het geval van de Belgische atleten. Na Rani Rosius in Gent hebben nog twee landgenoten een ticket naar het EK indoor geboekt. Eliott Crestan leverde in het Franse Metz de prestatie van de dag af door de 800m naar zijn hand te zetten in een fenomenale 1’46″40, zes honderdsten beter dan het 17 jaar oude BR van Joeri Jansen. Crestan dook met die knaltijd ruimschoots onder de EK-limiet van 1’47″59. Aurele Vandeputte liep in de B-reeks naar 1’49″54. Ook Robin Hendrix, die vorige week al de limiet op de 1500m behaalde, was goed voor een EK-ticket in Metz. Na het wegvallen van de hazen nam Hendrix het initiatief tijdens de 3.000m. In de slotfase moest hij alleen de Ier Sean Tobin voor zich dulden. Hendrix klokte af na 7’48″53, ruim onder de EK-limiet van 7’53″18. Michael Somers kwam ook sterk voor de dag, maar moest twee seconden prijsgeven op de limiet.
De Belgische verrassing van de dag kwam op naam van Mirte Fannes te staan. De atlete van DCLA zette de B-reeks op de 800m naar haar hand in een stevig PR van 2’03″47, waardoor de EK-limiet van 2’03″22 lonkt. Fannes nam halfweg koers het commando over na het wegvallen van de haas en krijgt komende week een uitgelezen kans om zich te verzekeren van het EK op de IFAM Indoor. Vanessa Scaunet legde beslag op de tweede stek in die reeks met een PR van 2’04″61. Renée Eykens kon in de A-reeks niet overtuigen. Eykens gaf een sterke indruk tot het ingaan van de laatste ronde, maar haar motor sputterde in slotfase tegen. De atlete liep over de finish in 2’04″43.
Op de 400m waren alle ogen gericht op Femke Bol. Het Nederlandse fenomeen bewees dat haar topchrono in Wenen geen toevalstreffer was door haar Nederlands record nog aan te scherpen. Bol klokte af na een fenomenale 50″81, eveneens een verbetering van haar eigen beste wereldjaarprestatie. Camille Laus zag voornamelijk de enkels van haar Nederlandse collega, maar liep wel naar een nieuw indoor-PR van 52″79, slechts zes honderdsten boven de EK-limiet. Dylan Borlée liep voor het eerst sinds 2019 nog eens een 400m en deed het niet onaardig met 47″38. Lucie Ferauge en Robin Vanderbemden kwamen aan de start op de baanronde. Het duo kon niet echt overtuigen met respectievelijk 24″13 en 21″44. Ferauge liep ook de reeksen van de 60m, waarin ze goed was voor 7″49. Lieke Klaver zorgde op die 200m overigens voor een tweede Nederlands hoogtepunt door met 23″10 haar eigen nationaal record aan te scherpen.