De laatste Wanda Diamond League van het bijzondere jaar 2020 vond plaats in Doha. In tegenstelling tot het WK van vorig jaar werd nu niet geopteerd voor het Khalifa International Stadium, maar wel voor het kleinere Suhaim bin Hamad Stadium dat in ‘gewone’ jaren de Diamond League ontvangt. Ben Broeders was de enige landgenoot in Doha. De polsstokspringer sloot zijn zomer in schoonheid af met een sprong over 5m71. Twee Keniaanse atletes, Faith Kipyegon en Hellen Obiri, tekenden voor beste wereldjaarprestaties.
Ben Broeders was de enige Belg die naar het verre Doha trok voor de allerlaatste Wanda Diamond League van veruit het meest bijzondere jaar in de geschiedenis van het regelmatigheidscircuit. Acht dagen na zijn BR in Rome bewees Broeders dat hij een stap heeft gezet. Het was even bibberen voor onze landgenoot op 5m61, aangezien hij hier drie pogingen voor nodig had. Ook op 5m71 benutte Broeders al zijn pogingen, met succes uiteindelijk. Vervolgens ging de lat naar 5m82 voor onze landgenoot, wat een evenaring van het meetingrecord en een verbetering van zijn BR zou betekenen. Die hoogte bleek niet haalbaar in het vochtige en warme Doha, al kan hij met zeven sprongen over 5m70 op een mooie zomer terugblikken. Vorig jaar waren dat er ‘slechts’ drie in openlucht. Mondo Duplantis, Renaud Lavillenie en Sam Kendricks vlogen wél over 5m82 en evenaarden dus als trio het meetingrecord. Duplantis probeerde het vervolgens nog op 5m92 en 6m00, maar ook de batterijen van de jonge Zweed waren duidelijk leeg. De wereldrecordhouder was door een foutloos parcours tot en met 5m82 wel goed voor de zege.
Faith Kipyegon imponeerde in haar enige 800m van het jaar. De Keniaanse specialiste op de 1500m snelde naar een beste wereldjaarprestatie van 1’57″68, waardoor ze de enige vrouw in 2020 is die onder 1’58 duikt. Die chrono had echter niet mogelijk geweest zonder de inspanningen van Esther Guerrero, die als enige aanstalten maakte om de haas te volgen. Uiteindelijk dook de Spaanse voor het eerst in haar carrière onder twee minuten met 1’59″22. Op de 3.000m bij de vrouwen werd het een mooi duel tussen Hellen Obiri, de wereldkampioene op de 5.000m, en Beatrice Chepkoech, de wereldkampioene op de 3.000m steeple. Chepkoech gaf tot in de slotronde een bijzonder goede indruk, maar dan ontbond Obiri haar duivels. Die laatste haalde het in een beste wereldjaarprestatie van 8’22″54, gevolgd oor Agnes Tirop en Chepkoech. De Australiër Stewart McSweyn was dan weer de baas op de 1500m bij de mannen. ‘Stewy’ had zijn zinnen gezet op het Australisch record van Ryan Gregson (3’31″06) en stelde niet teleur door met overmacht naar 3’30″51 te snellen.
Elaine Thompson-Herah bevestigde haar suprematie op de 100m met een flitsende 10″87. Op de hoge horden was Aaron Mallet opnieuw goed voor een PR. De Amerikaan snelde naar 13″15 en wordt daardoor een naam om in de gaten te houden. In het verspringen vloog Maryna Bekh-Romanchuk in de zogeheten ‘Final Three’ naar de beste sprong van de competitie. De Oekraïense was goed voor een sprong van 6m91.