In het Stade Louis II in Monaco stond vrijdagavond de eerste échte Diamond League van het seizoen gepland. 5.000 gemondmaskerde toeschouwers kregen er waar voor hun geld. 11 beste wereldjaarprestaties, een WR, ER en AR bewezen dat Monaco zelfs in coronatijden heilige atletiekgrond is.
De Diamond League in Monaco was niet zonder toeval de eerste meeting van formaat in openlucht tijdens deze bijzondere atletiekzomer. De Internationale Atletiekfederatie World Athletics is namelijk gevestigd in de stadstaat. De atleten kregen bovendien een splinternieuwe piste onder hun spikes geschoven. Het deelnemersveld oogde ronduit indrukwekkend, zeker in coronatijden, ondanks dat twee wereldkampioenen moesten afhaken. Conseslus Kipruto legde een positieve coronatest af in eigen land, waardoor een afreis naar Europa uit den boze was. Voor Sam Kendricks was het bijzonder zuur, aangezien de Amerikaan letterlijk geen polsstokken had liggen aan de Middellandse Zee na miscommunicatie met zijn manager.
Het kon de pret echter niet bederven, zeker door de ambities die de organisatie zonder schroom uitsprak ondanks de huidige coronacrisis die als het zwaard van Damocles boven de sportwereld hangt. Twee wedstrijden spreken een weekend later nog altijd tot de verbeelding. Joshua Cheptegei ging op de 5.000m op zoek naar een record dat al jaren als onbreekbaar werd beschouwd. De Oegandees moest baanrondes afhaspelen in 60″50, een taak waarbij hij tot ongeveer halfweg op de steun van een trio kon rekenen. In vergelijking met Kenenisa Bekele had de wereldkampioen twee noemenswaardige voordelen, namelijk de beruchte Nike Zoom Dragonfly-spikes én vooral de Wavelight-technologie.
Die technologie van zijn management gaf het WR aan, waardoor ook het geloof in een record bij de fans stelselmatig steeg. Het Stade Louis ging kolken en Cheptegei kreeg vleugels. Met een laatste 800m onder twee minuten dook hij net geen twee seconden onder het WR, de avond kon niet meer stuk. Zeker omdat Timothy Cheruiyot en Jakob Ingebrigtsen op de 1500m, die telkens goed is voor magie in Monaco, het spektakel een klein half uur eerder al hadden verzorgd. Cheruiyot had mits wat meer realisme qua haaswerk in de buurt van het WR kunnen komen, maar het was de jonge Noor die opnieuw monden deed openvallen van verbazing. Ingebrigtsen blaast volgende maand 20 kaarsjes uit, maar mag zich wel al Europees recordhouder bij de grote jongens noemen. De manier waarop hij dat record greep, was ook bewonderenswaardig. De youngster ging namelijk tegen zijn natuur in door de achtervolgende groep op sleeptouw te nemen.
Filip Ingebrigtsen, die voor de zoveelste keer zijn tanden stuk beet op 3’30, zei in een korte babbel achteraf het volgende: “Jakob heeft het indrukwekkend aangepakt in omstandigheden die zeker niet ideaal waren. Het was zonde dat Timothy en zijn hazen zo’n tempo ontwikkelden in de beginfase, aangezien het hem duidelijk geen voordeel heeft opgeleverd. De maturiteit die mijn broer hier opnieuw toont, is onwaarschijnlijk. Om op die leeftijd te strijden voor winst tegen één van de beste atleten ooit op de 1500m doet het beste verhopen met het oog op de komende jaren. Ik zie hem richting 3’26 gaan”, aldus de trotste broer.
Dé winnaars van de avond genoten zichtbaar van hun ererondes, maar vierden sober in het hotel, omringd door hun bubbel. Dat in tegenstelling tot een trosje atleten dat opteerde voor een zoektocht naar succes in het nacht- en gokleven. Cheptegei keert als volksheld terug naar Oeganda, Ingebrigtsen bereidt zich de komende weken voor de AG Memorial Van Damme, in het minder mondaine Koning Boudewijnstadion. De criticasters rond de nieuwe, zogezegd trage piste in Monaco kregen overigens lik op stuk, hoezo trage bovenlaag? Monaco is en blijft heilige atletiekgrond, ook in tijden waarin toeschouwersgeluid gedempt wordt door mondmaskers en er bijkomend geluid door de boxen knalt.