De uitslag van de lange op het BK veldlopen in Brussel op 1 maart staat al een tijd ter discussie, nadat de broers Soufiane en Lahsene Bouchikhi via hun clubs een klacht indienden rond mogelijk wedstrijdvervalsing. Vandaag volgde echter de vrijspraak van Isaac Kimeli, Dieter Kersten en hun coach Tim Moriau. Soufiane Bouchikhi gaat in beroep tegen die beslissing, aangezien er in zijn ogen geen sprake was van een eerlijk proces.
De uitslag van de lange cross bij de mannen op het BK veldlopen doet al maanden stof opwaaien. Isaac Kimeli zou er op aangeven van trainer Tim Moriau zijn teamgenoot Dieter Kersten aan de tweede plaats hebben geholpen, waardoor die laatste eindwinnaar werd in de Structabo CrossCup ten koste van Soufiane Bouchikhi. Bouchikhi volgde zichzelf op als nationaal veldloopkampioen, maar greep net naast de eindwinst in de CrossCup door het manoeuvre van Kimeli. De 30-jarige atleet betwist de beslissing (waarin het trio vrijgesproken wordt) van de Tuchtcommissie van de KBAB rond de uitslag niet, maar wel de manier waarop die er is gekomen. De driekoppige, volledig Vlaamse commissie is volgens de atleet in strijd met een eerlijke behandeling.
“Ik heb ’s ochtends kennis genomen van de uitspraak en mijn eerste reactie was dat het eerlijker zou zijn geweest indien Vlaanderen en Wallonië eerlijk verdeeld waren in de commissie. Dat was echter niet het geval, waardoor er moeilijk sprake kan zijn van een eerlijke procedure. Ik verwijt Isaac, Dieter en het team niks en begrijp hen volledig dat ze zich ten volle willen verdedigen, maar er zijn bepaalde zaken waarmee ik niet geheel akkoord ga”, aldus de Belgische kampioen in het veld.
“Ben op en naast het veld een vechter”
“We gaan het hier dan ook niet bij laten en gaan in beroep. Door de coronacrisis heb ik de mogelijkheid niet gekregen om verbaal mijn standpunt duidelijk te maken. Dat hebben de andere partijen wel mogen doen. Ik heb schriftelijk een aantal zaken aangereikt, met onder andere ook tv-beelden en interviews, maar daar is weinig rekening mee gehouden. Met die situatie heb ik het eerlijk gezegd moeilijk. Het is logisch dat het team in verdediging gaat en dat is logisch en terecht. Het voorval is gebeurd, maar er moet wel sprake zijn van een eerlijk proces. Dat wil ik namelijk op het einde ervaren en daar is nu duidelijk geen sprake van. Mensen weten dat ik op en naast het veld een vechter ben. Het gaat hier om het principe”, verduidelijkt de 30-jarige atleet.
“Wil geen bijkomende conflicten”
“Ik blijf met een bitter gevoel achter door de samenstelling van de rechters, aangezien een evenwichtige verdeling in de commissie tot een aanvaardbare beslissing leidt. Op het einde van de rit wil ik me perfect neerleggen bij de beslissing en de tegenpartij feliciteren, maar dan moet het wel correct verlopen. Zolang dat niet het geval is, blijf ik stappen ondernemen. Er is niks mis met het vechten voor je rechten en laat net dat zijn wat ik wil doen. Ik wil ook absoluut geen bijkomende conflicten, of een ‘oorlog’. We moeten onze sport niet in een slecht daglicht stellen, maar het enige wat ik vraag is een eerlijke behandeling”, besluit de immer strijdvaardige 10.000m-specialist.
In principe krijgen de broers Bouchikhi 15 dagen de tijd om definitief in beroep te gaan. Vervolgens moet een beroepscommissie, bestaande uit drie andere rechters, definitief beslissen over de zaak.