Isaac Kimeli verzekerde zich vorige zomer op de AG Memorial Van Damme van een ticket richting de Olympische Spelen in Tokio op de 5.000m. De Spelen werd onlangs met één jaar uitgesteld, wat gemengde gevoelens opwekt bij de WK-finalist, wiens ticket wel geldig blijft. Enerzijds is er het feit Kimeli al jaren toewerkt naar komende zomer, anderzijds weet hij dat volgend jaar nog meer perspectieven biedt. De 26-jarige atleet richt zijn pijlen nog altijd op het EK in Parijs, maar heeft ook een plan-B: het lopen van topchrono’s op de 1500m en 5.000m, iets wat in een ‘gewone zomer’ niet aan de orde is.
In tijden van corona komt de gezondheid van je vrienden en familie op de eerste plaats, dat weet ook Isaac Kimeli. Hij prijst zichzelf dan ook gelukkig dat het zowel het geval is bij zijn vrienden en familie op Belgische, als op Afrikaanse bodem. Topsport lijkt even de belangrijkste bijzaak en toch maalt de voormalige vice-Europese kampioen in het veld om en bij de 130 kilometer per week. “Mijn trainingen stonden tot voor kort in het teken van Tokio, tot het uitstel volgde natuurlijk. Daardoor zijn er aanpassingen aangebracht aan het schema. Er staan nauwelijks zware trainingen gepland aangezien het voornamelijk om uithoudingswerk draait. Verandert er iets op vlak van maatregelen en komt er bijgevolg meer info over eventuele wedstrijden, dan kunnen er aanpassingen doorgevoerd worden”, vertelt Kimeli.
Kimeli werkt in tegenstelling tot wat hij gewoon is binnen het Runners’ lab Athletics Team het merendeel van zijn trainingen alleen af. Soms krijgt hij het gezelschap van zijn trainer Tim Moriau, die zijn poulain vanop de fiets begeleidt. “Tim staat me bij tijdens de iets zwaardere tempotrainingen, aangezien die in gezelschap wat vlotter verlopen. Voorlopig is het alleen wat zoeken naar hoe ik mijn krachttrainingen opvang, want bij mij thuis heb ik slechts 20 kilogram aan gewichten staan. Al blijft dat natuurlijk relatief, want veel atleten mogen niet eens genieten van het trainen in openlucht. Het is bizar om niet te kunnen rekenen op de steun van mijn teamgenoten, maar we moeten de regels volgen om dit virus klein te krijgen. De sfeer op trainingen mis ik echt wel”, verduidelijkt de atleet.
Kimeli leeft al jaren toen naar zijn eerste Olympische Spelen. Op 24 maart volgde het nieuws dat de Spelen werden uitgesteld. Nog geen week later werd het uitstel met exact één jaar bekrachtigd. Dat uitstel roept gemende gevoelens op bij de toekomstige olympiër. “Ik werk al jaren naar komende zomer toe, dus ondanks het begrip voor de beslissing was het toch even pijnlijk. Het virus is nog lang niet onder de controle en iedereen moet van de Spelen kunnen genieten zonder zich zorgen te moeten maken. Er was natuurlijk ook de opluchting, want er spelen grotere belangen. De druk van grote federaties heeft het proces versneld en nu is er duidelijkheid, dat is het voornaamste.”
“Er is ook een positieve kant voor mijn trainingsgroep en mezelf. Ik kan namelijk nog sterker worden met het oog op volgend jaar en er kunnen mogelijk een aantal extra atleten van ons team mee naar Japan. Robin (Hendrix; red.) en Stijn (Baeten; red.) maakten al veel kans, maar ik denk dat Simon (Debognies; red.) op een jaar tijd ook veel progressie kan maken. Het zou schitterend zijn om zo sterk vertegenwoordigd te zijn. Bovendien ga ik zelf een jaartje ouder en sterker zijn en mag ik naast de finale op de 5.000m ook gaan voor een top acht. Een olympisch diploma op mijn eerste Spelen zou schitterend zijn.”
Toch is er hoop, want het EK in Parijs staat voorlopig nog altijd op de agenda. Komt dat EK er, dan wil Kimeli maar al te graag een medaille binnenhalen. Moet Parijs ook wijken door het coronavirus, dan is er ook een plan-B voorzien. “Voorlopig blijf ik uit de grond van mijn hart hopen dat we toch een kampioenschap kunnen meepikken. Parijs kan eventueel een gelegenheid zijn om een medaille te behalen. Het zou een mooie troost zijn om het wegvallen van de Spelen te compenseren. Al is er natuurlijk ook een andere optie en dat is dat we komende zomer alles op alles zetten om te knallen. Het kan dé zomer worden waarin we echt toptijden kunnen neerzetten. Dan heb ik het zowel over de 1500m als over de 5.000m. In dat eerste geval denk ik aan 3’33, waardoor het BR van Ismael Debjani (3’33″70; red.) in zicht komt, maar ook een duik onder 13’10 beoog ik.”
De coronacrisis liet zich snel voelen in het geval van Kimeli, aangezien hij met zijn trainingsgroep een stage naar Flagstaff door de neus zag geboord worden. Aan die stage hingen ook enkele prestigieuze pistewedstrijden vast. Het was een uitgelezen kans om het nieuwe team meteen op de kaart te zetten, maar Kimeli weet dat er nog tijd is om dat te bewijzen. Hij hoopt ook dat hij komende zomer nog een hoogtestage kan afwerken.
“Na het afgelasten van onze trip naar de Verenigde Staten hebben we verschillende opties overlopen, maar al snel bleek dat ook bijvoorbeeld verblijven in de Bakala Academy of een andere locatie geen mogelijkheid was. Die stage in de VS betekende ook een kans om ons team internationaal te tonen, maar die tijd komt wel eenmaal deze crisis van de baan is. Uiteraard hoop ik deze zomer nog op hoogtestage te kunnen. Op die manier krijgen ze toch al een voorproefje van onze outfits en prestaties (lacht: red.)”, besluit Kimeli.