Voor speerwerper Cedric Sorgeloos betekent het uitstel van de Olympische Spelen eigenlijk een extra jaar om door te groeien naar de Europese top. Sorgeloos sloot vorig jaar de wereldranking bij de junioren af als leider en is vastberaden om komende zomer zijn speer voorbij 80 meter te laten vliegen, al moet hij daarvoor natuurlijk wel in actie kunnen komen.
Cedric Sorgeloos viert op 14 april zijn 20ste verjaardag. De atleet van ACW behoort tot één van de grootste talenten van zijn generatie en kijkt erg uit naar komende zomer. Sorgeloos heeft zijn zinnen gezet op het EK in Parijs, maar of dat EK ook effectief in 2020 zal plaatsvinden, is voorlopig een raadsel. Door het uitstel van de Olympische Spelen krijgt hij wel een extra jaar om te groeien richting de Europese top. Al moet hij voorlopig net zoals veel atleten tijdelijk alles anders aanpakken.
“Lichamelijk ben ik dik in orde, dus dat is al een groot pluspunt. Het probleem schuilt echter in het feit dat ik als speerwerper niet gewoon om het even waar kan gaan trainen. Het is moeilijk om iets te vinden waar ik enerzijds mag werpen en anderzijds mijn enkels niet breek (lacht; red.). Gelukkig kan ik terecht op een publiek voetbalveld, al blijft het improviseren en creatief zijn. De kinesist is gesloten, maar er gebeuren wel online consultaties. Naar kracht toe heb ik een aantal zaken waarmee ik me kan behelpen. Er stonden een aantal stages gepland, onder meer in Portugal, Mallorca en Belek, maar die zijn dus ook afgelast”, aldus Sorgeloos.
Afgelopen weekend zou de speerwerper zijn seizoen op gang hebben geworpen op de European Throwing Cup in het Portugese Leiria. Die wedstrijd wordt dit jaar niet georganiseerd vanwege de dreiging van het coronavirus. Sorgeloos heeft een uitstekende winter achter de rug, maar kan de progressie ten opzichte van vorig jaar niet in een wedstrijd testen.
“Doelloos trainen is geen sinecure, maar ik motiveer me nog altijd. Ik vermoed dat er ergens deze zomer wel wedstrijden zullen komen, dus daar moet ik op voorbereiden. Echt doelloos is het gezien mijn leeftijd niet, want verloren werk is relatief op mijn jonge leeftijd. Qua kracht is er nog heel veel progressie mogelijk. Natuurlijk is het leuker om wedstrijden af te werken, maar iedereen zit voorlopig in hetzelfde schuitje. Een training kan een indicatie geven, maar ik ben iemand die in wedstrijden gemiddeld tien meter verder werpt, dus dat geeft een vertekend beeld”.
“Vorig jaar kon ik op trainingen maximaal om en bij de 70 meter gooien. Dat is ook logisch, aangezien een training uit 50 tot soms wel 100 worpen bestaat. Op een wedstrijd moet je zes keer raak treffen. Dan is het vanzelfsprekend dat er een groot verschil is. Vorig jaar was er dus de verhouding van maximaal 70 meter tijdens een training en maximaal 79 meter in competitie (zijn BR bij de junioren bedraagt 79m82; red.). Dat verschil komt deels door druk van een wedstrijd, maar ook door het feit dat ik rust voor competities. Ik moet zeggen dat mijn standaard op training een vijftal meter verder ligt dan vorig jaar, maar dat betekent dus niet dat ik plots 84 meter ga gooien. Het bewijst wel alvast dat ik progressie maak én bovendien voelt het ook consistenter aan”, klinkt het bij de bonk uit het Waasland.
In het speerwerpen is de grens van 80 meter een magische barrière. In België wierpen slechts vijf heren verder dan die afstand. Timothy Herman voegde zichzelf vorig jaar aan dat selecte kransje toe. Sorgeloos wil daar komende zomer verandering in brengen en daardoor kan hij mogelijk nog kans maken op de Olympische Spelen in 2021.
“Die grens van 80 meter spreekt tot de verbeelding en de ambitie is er, dat ga ik niet onder stoelen of banken steken. Idealiter lukt het deze zomer al en kan ik mezelf ook bewijzen op enkele grote wedstrijden (er staat onder meer speerwerpen gepland op de AG Memorial Van Damme; red.). Krijg ik die kansen en presteer ik goed, dan is de kans groot dat ik een sprong maak op de wereldranking. Op die manier weet je maar nooit. De Spelen kunnen zomaar een doel worden, aangezien en droom, in dit geval de Spelen halen, nooit te vroeg kan uitkomen. Dat betekent niet dat plots alles moet, want pas in Parijs 2024 wil ik echt top zijn. Het uitstel naar volgend jaar is volledig terecht gezien de huidige gezondheidscrisis, maar zal in het geval van veel atleten pijn doen. Velen van hen werken met een vierjarenplan dat nu in duigen valt. Gunstig is anders, maar het is voor iedereen zo.”
“Voor het EK in Parijs is er voorlopig nog hoop, net zoals voor nationale of internationale eendagswedstrijden later op het jaar. De omvang van wedstrijden zal een doorslaggevende factor worden komende zomer al wordt het vooral afwachten wat er de komende weken en maanden wordt beslist. Het EK is nog altijd mijn grootste doel, aangezien de limiet van 80m50 een gezonde doelstelling is. Het blijft voorlopig gissen of dat EK er wel komt, maar het is een doel om te trainingen van nu extra betekenis te geven. Ik ben nog jong en kan omgaan met uitstel”, besluit de atleet die de komende jaren op zoek gaat naar het bijna 21 jaar oude Belgisch record van Johan Kloeck, dat 83m65 bedraagt.