De trainingsgroep van Jacques Borlée vertoefde de afgelopen zes weken in het Zuid-Afrikaanse Stellenbosch om er een eerste stage af te werken met het oog op de Olympische Spelen van Tokio. 2020 is een bijzonder jaar voor de Borlées, aangezien de tweeling Kevin en Jonathan al meermaals aangaf dat het wel eens hun laatste jaar op de piste kan worden. Vader Jacques nuanceert dat echter aan La Dernière Heure na een vlot verlopen stage.
Kevin en Jonathan Borlée worden 32 op 22 februari, een gezegende leeftijd voor de beste specialisten op de baanronde ooit in België. De tweeling legde in Zuid-Afrika de eerste basislaag voor het olympisch jaar 2020. Als ze beiden in Tokio aan de start verschijnen van een individuele discipline of 4x400m met de Belgian Tornados, dan zijn ze samen goed voor maar liefst acht Olympische Spelen. De Spelen van Parijs zijn echter een brug te ver. Tokio leek voorlopig het eindpunt te gaan worden voor het duo, maar coach en vader Jacques Borlée denkt dat ze zeker nog een jaartje extra durven overwegen.
“Luister, ze beschikken nog altijd over motivatie om er te staan. Komende zomer is absoluut een uitermate belangrijke periode, maar ik denk niet dat ze zullen stoppen als ze sterk voor de dag komen. Zeker gezien het feit dat het WK volgend jaar in Eugene wordt georganiseerd én ze tijdens hun carrière een mooie band hebben opgebouwd met Verenigde Staten. Ook het EK in München van 2022 sluit ik niet uit”, aldus Borlée aan La Dernière Heure.
De afgelopen twee jaar waren met momenten bijzonder zwaar voor de tweeling. Ze kenden heel wat blessureleed, waardoor Tokio een logisch einddoel leek te gaan worden. Toch waren net die afgelopen twee jaar ook de meest succesvolle jaren voor de tweeling met onder meer Europese titels in zaal en outdoor met de Tornados, maar ook individueel eremetaal op het EK in Berlijn én natuurlijk de bronzen WK-medaille in Doha. De ‘houdbaarheidsdatum’ van een 400m-loper is internationaal gezien meestal beperkt tot ongeveer vijf à acht jaar, maar de broers gaan nu hun 13de jaar in op het allerhoogste niveau (sinds hun grote doorbraak op de Spelen in Peking van 2008). “Ik moet een beetje lachen dat ze net na 2018 en 2019 aan stoppen zouden denken. Het waren namelijk de seizoenen waarin we als groep onwaarschijnlijke prestaties hebben neergezet. Daardoor durf ik te stellen dat we met vertrouwen en medaille-ambities naar Tokio mogen toewerken, dankzij zes sterke atleten en een generatie jonge talenten. De Spelen worden ongetwijfeld interessant”, klinkt het bij de 62-jarige trainer.
Na afloop van het WK in Doha trokken de Belgian Tornados naar de Himalaya voor een uitgebreide teambuilding. De zware trektocht in met momenten erg gure omstandigheden was een fysieke en mentale beproeving voor de Tornados onder het motto ‘regardez vers les sommets’ (vrij vertaald: ‘durf hoog te mikken’). Zo’n beproeving werkt bevorderlijk voor de sfeer binnen het team. “Het is een speciale manier om onze atleten te motiveren om hen zo naar ongekende hoogten te stuwen. Motivatie is de sleutel tot succes en is ook nodig aangezien de trainingen geen lachtertje zijn. Uiteraard doen we ook een beroep op een uitstekende omkadering. Het avontuur van de bergen gaan ze niet rechtstreeks meenemen in de laatste rechte lijn van een baanronde, maar hun ogen fonkelen wel als ze over de Himalaya vertellen”, voegt Borlée toe.
Het was al eerder geweten dat de tweeling het indoorseizoen laat voor wat het is. De komende twee maanden zullen ze zich voornamelijk in de indoorhal van Louvain-la-Neuve voorbereiden op hun eerste doel van het zomerseizoen. “In Zuid-Afrika is alles volgens plan verlopen. De komende maanden werken we toe naar de seizoensopener in de Verenigde Staten. Het doel is om begin april de groep echt al in vorm te hebben. Het zou ideaal zijn indien er dan al een tijd rond 45″50 uit de bus komt, om in mei vervolgens een lage 45 te noteren, of zelfs onder die barrière te duiken. De olympische limiet van 44″90 mag gerust een doel genoemd worden, ondanks dat Kevin en Jonathan voorlopig via de wereldranking gekwalificeerd zijn”, vertelt Borlée.
Het systeem van de wereldranking wordt in de aanloop naar de Spelen voor het eerst echt in gebruik genomen. De meningen zijn voorlopig verdeeld, maar volgens de trainer is het zeker geen slechte zaak voor de sport. “Ik ben wel een voorstander van die werking, zeker omdat regelmatigheid beloond wordt. Daardoor worden situaties vermeden waarin bepaalde atleten één topchrono neerzetten, om vervolgens tijdelijk uit het circuit te verdwijnen”, besluit Borlée.