Begin deze week besliste het WADA dat Rusland de komende vier jaar geschorst blijft omwille van de onopgeloste dopingproblematiek binnen het land. De nieuwe schorsing was voor Mariya Lasitskene het teken om in een open brief in de Moscow Times haar ongenoegen tegenover de Russische atletiekfederatie kenbaar te maken. De wereldkampioene hoogspringen mocht in het verleden meermaals onder de neutrale vlag uitkomen, maar lijkt plots niet meer zeker van deelname aan de Spelen in Tokio.
Door de uitspraak van het WADA worden Russische atleten de komende vier jaar van alle grote sportevenementen geweerd en mag het land geen grote evenementen organiseren. Atleten die willen deelnemen aan de Olympische Spelen in Tokio zullen daardoor eerst langs het TAS (Hof van Arbitrage voor Sport) moeten passeren. Mariya Lasitskene zag de Spelen in Rio nog aan haar neus voorbij gaan, maar kreeg de jaren nadien wel startrecht op internationale kampioenschappen. Dat statuut dat haar toeliet om onder de neutrale vlag te mogen uitkomen, lijkt in gevaar. In een open brief uitte de hoogspringster openlijk haar frustraties en stelde ze een resem vragen aan de grote sportbonzen in eigen land.
“Vier jaar geleden is mij het recht ontnomen om onder de Russische vlag uit te komen”, begon Lasitskene haar brief. “Met de huidige stand van zaken lijkt het er niet op dat hier voor 2024 verandering in komt. Ik ben een atlete, maar wel één met heel wat vragen. Wat heeft de Russische atletiekfederatie (RAF) de voorbije jaren eigenlijk veranderd? Heeft dat grootschalig intern onderzoek wel degelijk plaatsgevonden? Waarom is er sinds het straffen van de grootste fraudeurs nog niks veranderd en waarom blijven onze atleten systematisch gebruik maken van verboden middelen?”, het zijn enkele van de vele vragen waarop de hoogspringster maar geen antwoord krijgt.
Lasitskene kan enkel lijdzaam toekijken hoe haar sport steeds meer van de radar verdwijnt in haar thuisland. “In het charter van onze federatie staat als doel het ontwikkelen van de atletieksport en de populariteit ervan doen toenemen. Ik zie alleen maar het tegenovergestelde gebeuren. De resultaten gaan jaar na jaar achteruit. Zijn jullie bewust van het feit dat atletiek stelselmatig uit onze steden en van onze tv-schermen verdwijnt? Het aantal stadions neemt trouwens ook zienderogen af. Is dat dan de waardemeter voor het harde werk dat jullie geleverd hebben? Wat ik overigens ook niet begrijp is dat Dmitry Shlyakhtin, het hoofd van de federatie, nog altijd de plak zwaait terwijl Word Athletics hem al lang verbannen heeft. Hoe kan het dat dit geen vraagtekens oproept bij jullie?”, legt de wereldkampioene de vinger op de wonde.
Het geduld van Lasitskene wordt op de proef gesteld. Met een nieuwe olympiade in aantocht begint ook het missen van de Spelen in Rio weer te knagen. “Moet ik de grote bazen met hun zogeheten ‘professionalisme’ dan persoonlijk gaan aanklagen? Misschien moet ik dat overwegen, aangezien ik Rio en anderhalf jaar internationale competities heb moeten missen. Wie is de schuldige en wie gaat onze verloren kampioenschappen en medailles vergoeden? Ik ben een Russische atlete en ik verdien het recht om in alle vrijheid deel te kunnen nemen aan internationale competities. Ik wil mijn vlag kunnen dragen en mijn volkslied kunnen horen als ik win. Ik wil niet wakker worden met de vraag of World Athletics me al dan niet laat deelnemen”‘, voegt de atlete toe.
Lasitskene is een voorvechter van een ommekeer binnen de Russische Atletiekfederatie, maar toch krijgt de atlete vaak af te rekenen met kritiek. “Er wordt mij vaak verweten dat ik geen vervangers voorzie voor de geschorste trainers en federatieleden. Dat verrast mij telkens opnieuw, want ik ben niet de persoon die voor oplossingen moet zorgen of de personen die hier verantwoordelijk voor zijn kan straffen. Mijn job is om hoog te springen en mijn om resultaten af te leveren, net zoals jullie verantwoordelijk zijn voor jullie werk. Het zijn namelijk nog steeds jullie die de plak zwaaien wanneer het over de sport in ons land gaat. Mensen zullen beweren dat ik geen volledig beeld heb van de situatie, terwijl anderen sympathie zullen opbrengen. Ik hoef geen van beide. Ik wil waar ik recht op heb: het recht om te presteren. Daar moet ik helaas voor vechten”, besluit Lasitskene.