Nederland trok met een wel erg kleine delegatie van tien atleten naar het EK veldlopen in Lissabon. Binnen die delegatie maakten de beloften vrouwen kans op eremetaal. Het kwartet, met Jasmijn Lau, Jasmijn Bakker, Diane Van Es en Famke Heinst, behaalde uiteindelijk goud en zilver én dat dankzij de Atletiekunie. De Nederlandse federatie besloot namelijk om Lau naar Lissabon af te vaardigen, ondanks dat de atlete de selectiecross niet haalde door een blessure. Iets was in ons land voorlopig onmogelijk is en jaar na jaar stof doet opwaaien.

Jasmijn Lau werd vorig jaar vierde op het EK in Tilburg bij de junioren. Afgelopen zomer won ze op het EK voor beloften dan weer een bronzen plak op de 10.000m. Genoeg adelbrieven dus om kans te maken op een selectie voor het EK veldlopen in Lissabon, ware het niet dat de atlete op de sukkel was met een blessure aan haar enkel. De atlete zette alles op alles tijdens alternatieve trainingen om tijdig fit te geraken, maar de Nederlandse selectiecross haalde ze niet. Lau kreeg echter een helpende hand van de Nederlandse Atletiekunie om alsnog aan de start te verschijnen.

De eerstejaarsebelofte greep die kans met beide handen en streed in Lissabon meteen mee voor de medailles in de beloftewedstrijd. Daarin zou Nederland na één ronde zicht hebben op de gouden teammedaille, aangezien het volledige kwartet in de top 15 vertoefde. In de slotfase rekende Lau af met de Ierse Stephanie Cotter in de strijd om het zilver. De Deense Anna Emilie Moller was op dat moment al lang gaan vliegen. Dankzij het zilver van Lau, een vierde plaats voor Jasmijn Bakker (die de CrossCup in Mol won) en de 11de stek van Diane Van Es was Nederland meteen ook Europees kampioen bij de beloften vrouwen. Famke Heinst viel geblesseerd uit, maar mocht achteraf wel haar gouden plak ophalen. Dezelfde dames hadden één jaar eerder in Tilburg nog het zilver gewonnen bij de junioren.

Nederland had zonder Lau noch een individuele medaille, noch een teammedaille gehad op het EK. Zeker omdat Heinst uitviel en er daardoor zelfs geen sprake zou zijn van een teamresultaat. In ons land kreeg Dorian Boulvin geen gelijkaardige behandeling. De beste belofte van het moment in België moest door een tandprobleem antibiotica slikken in de aanloop naar Roeselare. Hij haalde daardoor de finish niet. Onze eigen federatie verleende hem geen gratie. Een gelijkaardig verhaal was de niet-selectie van Isaac Kimeli in 2017, waardoor een extra teammedaille in Samorin (daarvoor zou Kimeli ongeveer rond de top 20 moeten gefinisht hebben) onmogelijk werd aangezien er slecht twee senioren aan de start verschenen. Kimeli zou één jaar later wel op het podium staan in Tilburg.

Dorian Boulvin op het EK in Tilburg vorig jaar – Foto: Jeroen De Meyer

De Nederlandse aanpak kan voor commotie zorgen, maar het geven van een wildcard aan vaste waarden rendeert gewoonweg. Iets wat we de komende jaren misschien moeten overwegen, aangezien onze Nederlanders getoond hebben hoe het wél kan. Voor atleten zoals Kimeli, maar ook Soufiane Bouchikhi kan zo’n wildcard gewoon helpen na het tergend lange zomerseizoen met het WK in Doha als afsluiter. Zeker gezien de sterke lichting bij zowel de beloften als senioren mannen met het oog op het EK in Dublin van volgend jaar. Het is en blijft dansen op een slappe koord, maar als er door het nemen van risico’s medailles volgen, dan kan er weinig of geen kritiek zijn achteraf.

1 REACTIE

  1. Absoluut akkoord met dit standpunt. Maar….we moeten ook zelf kritisch durven zijn en dan heb ik het specifiek over ons toptalent Tim Vandevelde. Met alle respect voor zijn club en coach maar er zou toch dringend binnen de Val eens bekeken moeten worden waarom het op grote kampioenschappen te vaak fout loopt. Is er een wetenschappelijke aanpak of wringt daar het schoentje. Het zou doodjammer zijn dat we Tim stilaan aan het verliezen zijn nu alles in feite nog moet beginnen.

Reacties zijn gesloten.