Aan alle mooie liedjes komt een einde, zo ook aan dit WK in Doha. De Nederlandse protagonisten van deze slotdag waren Nadine Visser en de 4x400m-ploeg. De vijf dames knokten zich knap in de finale met een zesde plaats voor Visser en een zevende stek voor de aflossingsploeg als gevolg.
Visser houdt Europese eer hoog in hordenfinale
Nadine Visser maakte indruk in de reeksen van de 100 meter horden en mocht dan ook luidop dromen van een finaleplaats. Daarvoor moest de hordeloopster wel nog eerst de halve finales goed doorkomen. Visser startte goed en hield tot horde zeven gelijke tred met Danielle Williams, de snelste vrouw van dit jaar. Daarna moest de Nederlandse terrein toegeven op de topfavoriete en de Amerikaanse Nia Ali die eveneens aan een sterke race bezig was. Op de klok verscheen 12″41 voor Williams, Visser kreeg een straffe 12″62 achter haar naam. Ze verbeterde zo haar eigen nationale record met bijna één tiende en mocht dankzij de verliezende tijden mee naar de finale.
In de finale begon iedereen weer vanaf nul. Visser kende een goede start en hield lange tijd gelijke tred met het Amerikaans duo Ali-Harrison en de Jamaicaanse Danielle Williams. Ze leek tot iets over halfweg uitzicht te hebben op een medaille, maar kon haar topsnelheid jammer genoeg net niet lang genoeg vasthouden. In de laatste meters zag Visser nog enkele dames over zich komen om uiteindelijk te finishen na 12″66, opnieuw een duik onder haar 12″71 waarmee ze naar Doha afreisde. Het bracht haar op een knappe zesde plaats waardoor ze één plaats beter deed dan twee jaar geleden in Londen. Visser was overigen de enige Europeaanse atlete in de finale.
Nederlands kwartet verliest net strijd tussen Oekraïne en België
Op basis van de reeksen leek duidelijk dat Nederland in de achterhoede een strijd zou uitvechten met Oekraïne en België. Al van bij de start werd duidelijk dat deze drie landen aan elkaar gewaagd waren. Startloopster van dienst was net als in de reeksen Lieke Klaver. Zij kende een sterk eerste deel, maar kreeg het zwaar in de laatste rechte lijn. De stok werd rond de zevende positie doorgegeven aan Lisanne de Witte. De Witte zag net voor haar Imke Vervaet vertrekken die haar plaats absoluut niet wilde afstaan. Daardoor hield de Witte zich noodgedwongen schuil in de bocht om er in de rechte lijn op en over te gaan. Zij lanceerde Bianca Baak in zesde positie. Tenslotte was het aan de jonge Femke Bol die vrij snel vertrok maar daardoor in het slot niet meer kon rekenen op haar sterk eindschot. Zij zag daardoor de Belgen en de Oekraïeners nog over zich komen. Door een diskwalificatie eindigde het kwartet uiteindelijk als zevende in 3’27″89.