De zesde dag van het WK werd vooral gekleurd door de meerkampers. Wie in Nederland meerkamp zegt, komt al snel uit bij Anouk Vetter en Nadine Broersen. Met ook nog Pieter Braun en Emma Oosterwegel werd dit nummer goed vertegenwoordigd. Daarnaast maakten Femke Bol, Jorinde Van Klinken, Maureen Koster en kersvers wereldkampioene op de 10.000 meter, Sifan Hassan, zich op voor hun disciplines.
Braun en Broersen knap bij de beste tien
Pieter Braun mocht de behoorlijk oranje gekleurde atletiekavond openen met de 100 meter. Zijn goede start lanceerde hem naar een tijd van 11”16, slechts zes honderdsten boven zijn seizoensbeste. In de verspringbak moest Braun met 7m47 iets meer toegeven op zijn beste prestatie van dit seizoen. In het kogelstoten (15m26), het hoogspringen (2m02) en de afsluitende 400 meter (48″79) kende Braun geen opvallende uitschieters meer. Zijn constantheid werd wel beloond met een mooie negende plaats na vijf disciplines.
Bij de vrouwen maakte Nadine Broersen de beste indruk na vier proeven. Een scheur in de achterste kruisband dwong haar eind 2017 lang tot revalideren, maar nu lijkt de ervaren atlete er opnieuw te staan. Vooral met haar 1m83 in het hoogspringen en 14m75 in het kogelstoten deed ze goede zaken in het klassement. Met een voor haar matige 25″28 in de 200 meter liet ze dan weer een kleine steek vallen. Het brengt haar voorlopig op de achtste plaats in de tussenstand.
Vetter could do better
Anouk Vetter zal zichzelf op de tweede dag moeten overtreffen om in de buurt te komen van haar bronzen plak van twee jaar terug. Vetter heeft normaal een snelle 100 meter horden en 200 meter in de benen, maar kon haar snelheid niet meteen naar boven toveren. Met 14m10 veroverde ze in het kogelstoten gelukkig wel heel wat punten hoewel, hoewel Vetter intrinsiek 16m00 waard is. De nummer drie van het WK in Londen is op dit moment 174 punten verwijderd van het podium, maar staat wel pas op de twaalfde plaats. Vetter kan, indien ze zichzelf terugvindt in het verspringen en opnieuw een monsterworp uit haar arm weet te schudden in het speerwerpen, nog wel wat plaatsen winnen.
Jonge talenten laten van zich horen
De jongste van het trio is Emma Oosterwegel die na het EK voor beloften voor het eerst mag proeven van een WK bij de senioren. Oosterwegel kan met persoonlijke records in het hoogspringen (1m77) en het kogelstoten (13m70) met een goed gevoel terugkijken op haar eerste dag. Ook de 100 meter horden verliep uitstekend aangezien ze haar recordtijd benaderde tot op twee honderdsten. Op de 200 meter kon ze die lijn niet helemaal doortrekken, maar met een vijftiende plaats in de totaalstand mag de nummer vier van het EK beloften niet ontevreden zijn.
Femke Bol was misschien wel de verrassendste naam in de halve finales van de 400 meter horden aangezien ze een dag eerder in de reeksen nog quasi kansloos leek tot op 200 meter van het einde. Bol, die gisteren ook knap naar de olympische limiet snelde, leek niet meer over de benen van een dag eerder te beschikken. Op het laatste rechte stuk leek haar sterke eindschot niet krachtig genoeg voor een plaats bij de beste acht. Op amper 19-jarige leeftijd mag ze zich wel de nummer 22 van de wereld noemen, en dat in het eerste jaar dat ze zich toelegt op deze discipline.
Jorinde Van Klinken was nog zo een jeugdige atlete die haar debuut maakte op het allerhoogste niveau. De Europese juniorekampioene in het discuswerpen had beter moeten doen dan haar PR om naar de finale te mogen. Met 58m58 bleef ze daar ruim onder, maar toch laat ze in de eindstand heel wat namen achter zich. Ze werd knap achttiende op haar eerste WK.
Hassan met snelste tijd naar halve finale, over en uit voor Koster
Over naar twee atleten met bakken ervaring. De wereldkampioene op de 10.000 meter is nog lang niet moegestreden. Sifan Hassan verkoos er namelijk voor om nog van start te gaan op de 1500 meter. Het lid van het Nike Oregon Project werd niet opgeslokt door de geruchten rond haar coach en bewaarde de hele wedstrijd haar kalmte. In de laatste ronde schoot Hassan naar voren om de koppositie over te nemen. Ze won knap in 4’03”88, de snelste tijd van alle deelneemsters.
Maureen Koster mocht tenslotte aan de bak tijdens de reeksen van de 5.000 meter. Tot op twee kilometer van het einde liep alles op rolletjes voor de naar Engeland uitgeweken afstandsloopster. Koster leek iets meer moeite te ondervinden om de kopgroep te kunnen volgen, maar bleef wel aanklampen. Een oogwenk later lag Koster plots op de piste. Ze raakte licht een atlete voor haar en was helemaal uit balans. De Nederlandse kroop langzaam recht, maar besloot de handdoek in de ring te werpen. Ze wandelde recht de catacomben in. Over en uit dus voor Koster.