Elke dag blikken we met ‘Oranjekoorts’ even terug op de prestaties van onze noorderburen op het WK in Doha. Met Sifan Hassan aan de start van de 10.000 meter mochten de Nederlanders al meteen hopen op een eerste (gouden) medaille. Hassan maakte de verwachtingen volledig waar en mocht na 25 ronden zegevieren. Ook Susan Krumins en Dafne Schippers lieten zich gelden. Een verslag.

Sifan Hassan had in haar hele carrière nog maar één keer een 10.000 meter gelopen. Met een persoonlijke beste van 31’18″12 was ze op papier ook allesbehalve de snelste atlete van het veld, én toch werd de Nederlandse door velen getipt als de topfavoriete. Haar sterke prestaties op de Diamond League, waar ze zowel de 1500 als de 5.000 meter op haar naam schreef, en haar wereldrecord op de mijl zullen daar ongetwijfeld in hebben meegespeeld. Hassan stond met bakken vertrouwen aan de start en dat was ook te zien aan haar wedstrijdaanpak.

Na het startsignaal nestelde ze zich achteraan het pak waar ze haar concurrenten gadesloeg. Waar Hassan vroeger in één ruk naar voren durfde snellen bij het vallen van gaten, bleef ze deze keer rustig wanneer er een afscheiding kwam. Vervolgens maakte ze beheerst weer de aansluiting. Een kopgroep van zeven atleten scheidde zich iets voor halfweg af en bleef lange tijd samen, tot de Ethiopische Letesenbet Gidey plots aan kop ging sleuren. Opnieuw geen probleem voor Hassan die, in tegenstelling tot de concurrentie, moeiteloos meeging met de tempoversnelling. Net voor het ingaan van de laatste bocht greep Hassan haar moment. Ze ging op en over Gidey en zag haar pas terug aan de finish. Na een waanzinnige laatste 1500 meter in 3’59 klokte ze af na 30’17″62, wat niet alleen goed was voor een PR en beste wereldjaarprestatie, maar haar ook haar eerste wereldtitel ooit bezorgde. En daar stopt het wellicht nog niet voor Hassan. Ook op de 1500 en de 5.000 meter maakt ze kans op een gouden plak. De komende dagen zal duidelijk worden voor welke afstand Hassan opteert aangezien het tijdschema de combinatie niet toelaat.

Sifan Hassan tijdens haar ereronde – Foto: Bjorn Parée

In diezelfde wedstrijd liep ook Susan Krumins de wedstrijd van haar leven. Ondanks een verstoorde voorbereiding, waarover u hier meer te weten komt, volgde Krumins attent in de tweede groep. In het begin hield ze zich eerder schuil in het achterste deel van de trein, maar naarmate de kilometers verstreken, begon Krumins aan een opmars. Ze schoof meer en meer naar voren en ging rond de tiende positie de laatste rechte lijn in. Een stevige eindsprint bracht haar vervolgens naar een hele knappe zevende plaats en een nieuwe recordtijd van 31’05″40. Krumins moest met Hassan slechts één Europese atlete voor zich dulden. Het is al de tiende keer dat Krumins bij de beste acht eindigt op een internationaal kampioenschap, en dat op een afstanden die al jaren gedomineerd worden door het Afrikaanse geweld, sterk!

Susan Krumins – Foto: Bjorn Parée

Met de reeksen van de 100 meter bij de vrouwen zagen de Nederlanders opnieuw één van hun boegbeelden in actie komen. Dafne Schippers mocht in de laatste serie aantreden. Zij moest vooral de winnares van de Amerikaanse trials, Teahna Daniels, vrezen. Het was echter de Nederlandse koningin van de sprint die aan het langste eind trok met 11″17 tegenover 11″20. Schippers kon in de laatste meters zelfs nog wat gas terugnemen en kan dus met vertrouwen naar de halve finales van zondag. Een reactie met de (voorlopig) regerende wereldkampioene op de 200 meter kan u onderaan bekijken.

Ook Marije Van Hunenstijn mocht op de 100 meter strijden voor een plaats in de halve finales. De atlete met een PR van 11″13 achter haar naam kwam eerder moeizaam uit de blokken waardoor het kwaad al was geschied. Van Hunenstijn kwam in de reeks waar Marie-Josée Ta Lou naar 10″85 knalde als zesde over de eindstreep in 11″48. Over en uit dus voor Van Hunenstijn die echter nog deel uitmaakt van de 4×100 meterploeg.

in het polsstokspringen zouden we aanvankelijk twee Nederlanders in actie zien. Voor Menno Vloon was de competitie echter al afgelopen alvorens die goed en wel begonnen was. Vloon blesseerde zich tijdens de opwarming en kon zijn WK-deelname meteen op zijn buik schrijven. Rutger Koppelaar kende iets meer geluk. Hij ging wel van start, maar zal op meer gehoopt hebben dan 5m45. Voor een plaats in de finale was 5m70 nodig. Exit Koppelaar dus die een PR van 5m71 heeft.

Tenslotte mocht Taymir Burnet voor de derde keer dit WK aan de bak. Na de voorreeksen en de reeksen van de 100 meter, was het nu tijd voor de halve finales. Ook hij kende een mindere start, maar herpakte zich snel om uiteindelijk te finishen in 10″18, slechts zes honderdsten boven zijn PR. Met een mooie zeventiende plaats in de eindstand kon hij echter geen plaats afdwingen voor de finale. Het WK zit er overigens nog niet op voor Burnet, die ook op de 200 meter zijn kunnen nog mag tonen.