Tien Belgische spurters werkten vrijdag hun reeksen af op de European Team Championships in Sandnes, voor twee werpers stond er al een finale op het menu. Hieronder leest u de reacties van enkele van de Belgische deelnemers.
Michael Obasuyi (14”00 op 110 m horden, door naar finale): “Een snelle tijd was door de omstandigheden niet mogelijk vandaag. Ik was heel goed weg, maar voelde al snel dat het vechten zou worden tegen de wind. In de finale hoop ik zo snel mogelijk te gaan. Iedereen weet dat ik op Doha mik, maar met deze wind is die limiet onmogelijk.”
Sarah Missinne (14”01 op 100m horden, door naar finale): “De wind blies 1.0 meter in het nadeel, maar het voelde als veel meer. Op het einde kwam er echt nog een windstoot opzetten. Mijn eerste horden waren goed, maar daarna ben ik stilgevallen. Al heel het jaar ben ik wat op de sukkel, eerst met mijn rug en nu met de achillespees, dus ik ben al blij dat ik hier kan meedoen. Ik ben hier niet met een specifiek doel.”
Rani Rosius (12”07 in B-reeksen 100m): “Ik ben ontgoocheld. De baan naast mij was leeg, en dat voelde een beetje raar. De wind was heel fel en ook de reis zat nog wat in de benen, maar morgen in de 4×100 meter zal dat wel beter zijn. Het is de eerste keer dat we met deze ploeg aan een aflossing beginnen, dus ik heb geen idee wat de verwachten.”
Andreas Vranken (10”88 op de 100m, uitgeschakeld): “Het was zwaar. Mijn start was niet zo goed en daardoor moest ik al meteen bijpikkelen. Ik heb nochtans een goeie start in huis, maar hij komt er maar heel af en toe uit. Daarna kwam mijn snelheid wel en kon ik nog wat goedmaken. Het is mijn eerste internationale selectie, en dat vind ik toch een hele eer, maar ik wist wel niet goed waar ik aan toe was omdat ik pas dinsdag vernam dat ik moest lopen.”
Remi Malengreaux (58m26 in het hamerslingeren, tiende): “Ik had op meer gehoopt. De tegenwind bij het draaien was vervelend. Net hier op de Europabeker zes meter onder mijn record blijven, dat is zuur. De tegenstand is pittig, maar als ik de buurt kom van mijn persoonlijk record, was ik toch minstens achtste kunnen eindigen. Het is wel opvallend dat ik hier de enige ben onder de 100 kilogram, de meesten gaan zelfs richting 120, en ik weeg er 85.”
Elise Mehuys (12”05 op de 100m, door naar finale): “Het is een slechte tijd, maar het is een hele opluchting dat ik erbij ben in de finale, want daarvoor was ik gekomen. Het voelde beter dan de tijd doet vermoeden. Technisch was het een goeie wedstrijd, maar de omstandigheden waren niet ideaal en de piste is ook niet van de snelste.”
Imke Vervaet (23”69 op de 200m, door naar finale): “Ik had op een betere start gehoopt, en eigenlijk kon mijn bocht ook beter. En toch ben ik tevreden met deze tijd. Ik heb heel gecontroleerd kunnen lopen en het gevoel was goed. Officieel stond er serieuze tegenwind, maar voor het eerste stuk stond ze eigenlijk best goed. Leuk was het alleszins zeker, ik vind het een gezellig stadion.”
Jonathan Sacoor (46”57 op de 400m, door naar finale): “Mijn eerste 50 meter waren rotslecht. Daarna plaats ik een versnelling, maar daarbij verbruik ik te veel energie. In de laatste rechte lijn kwam er niet veel meer uit. Ik heb verkeerd ingedeeld, onnodige energie verbruikt en ben op het einde los tegen de muur gelopen. Het kan veel beter met mijn huidige vorm.”
Camille Laus (53”31 op de 400m, door naar finale): “Het was zwaar. Mijn coach Jacques had mij gevraagd om snel te vertrekken, maar in de laatste 100 meter had ik niks meer over. Het is niet erg. Morgen komt een nieuwe kans, en sowieso wil ik hier vooral wat ritme opdoen. Ik ben nog in de fase van elke wedstrijd dingen uitproberen, de WK-limiet is nog niet voor meteen.”
Anouska Hellebuyck (39m87 in het discuswerpen, elfde): “Dit was echt niet goed, superslecht eigenlijk. En ik weet niet eens waar het aan lag. Mijn afworp lukte niet goed en dan zijn drie pogingen om iets recht te trekken heel weinig. Jammer dat dit gebeurt bij een van mijn eerste internationale wedstrijden, al was ik er acht jaar geleden ook al wel bij op de Europabeker in Izmir. Rutger Smith heeft nog geprobeerd om bij te sturen van aan de zijlijn, maar het mocht niet baten.”
Paulien Couckuyt (58”67 op de 400m horden, door naar finale): “Mijn passen kwamen niet uit, maar op het einde heb ik wel mooi ontspannen kunnen uitlopen. Niet dat ik echt veel overschat had. Ik heb veel krachten verbruikt en de finale volgt morgen al om 14 uur. We krijgen heel weinig tijd om te recupereren. Dit deel van het seizoen is in het algemeen ook iets zwaarder dan verwacht. Na het EK had ik echt rust nodig, en daardoor komt deze wedstrijd een beetje vroeg. In september probeer ik een tweede keer te pieken.”