Het Belgisch team op het EK voor beloften deed het tot gisterenavond voortreffelijk. Er stond echter nog één avondsessie op de planning in Gävle, de Zweedse tongbreker. Om 17u barstte het Belgische medaillefeest los, het startschot voor twee en een half uur spanning, vol vreugde en een beetje verdriet.
Hanne Maudens en Kobe Vleminckx hadden ons land al verwend op de tweede en derde dag door voor respectievelijk voor brons en zilver te zorgen op de zevenkamp en 200m. Maudens kende geen geluk met de omstandigheden tijdens haar tweedaagse, aangezien de regen en wind een stevig eindtotaal onmogelijk maakten. Een onwaarschijnlijke 800m, met een stevig PR en een kampioenschapsrecord, leverde haar alsnog die zuurverdiende medaille op. Vleminckx kon meteen scoren tijdens zijn eerste individuele deelname aan een internationaal kampioenschap. De spurtbom rekende drie keer op zijn handelsmerk, die ongelooflijk sterke start. Hard werk wordt altijd beloond.
Dat laatste kan Paulien Couckuyt bevestigen. De hordeloopster was vorig jaar in deze periode goed voor een PR van 59”29 op de lage horden. Op vlak van tijden kende de atlete al enkele jaren met beperkte progressie. Daar zou echter op geniale wijze verandering in komen. De rol van het project van de Belgian Cheetahs was en is daarin doorslaggevend. Indoor bewees ze zich op de 400m. Daarvoor werd ze beloond met een selectie voor het EK in zaal en zou zich op die manier al verzekeren van de World Relays in Yokohama. Twee ervaringen die het vuur bij Couckuyt des te meer hebben aangewakkerd. Op haar eerste outdoorwedstrijd op de horden schoot ze meteen raak, met zowel een stevig PR, als de EK-limiet. Het eerste internationale kampioenschap op individueel vlak voor de atlete zou er eentje worden om nooit te vergeten.
De Belgian Cheetah liet zowel in de reeksen als in de halve finales een sterke indruk na. In die finale staan, dat was vooraf het doel, maar Couckuyt voelde dat er meer mogelijk was en durfde haar ambities uit te spreken: “Nu moet ik toch gewoon voor een medaille gaan”. Heerlijk ambitieus, om vervolgens de race van haar leven neer te zetten. Het waren 56 bloedstollende seconden, waarin ze na halfweg zomaar op weg naar goud leek, tot haar concurrentes ook onder stoom kwamen. In de laatste rechte lijn etaleerde Couckuyt echter haar wilskracht door te blijven strijden. De Italiaanse topfavoriete Linda Olivieri ging voor de bijl en met 56”17 verpulverde onze landgenote haar PR, amper 17 honderdsten boven de WK-limiet voor Doha. Wie had dat één jaar eerder kunnen denken, Couckuyt zelf alvast niet.
Elise Vanderelst trok naar Gävle met het nodige vertrouwen. Ze kwam met de tweede tijd van alle atletes op de 1500m aan de start en zou imponeren tijdens de reeksen. In de finale was alles mogelijk, al leek de Britse topfavoriete Jemma Reekie over een stel wonderbenen te beschikken. Reekie had zaterdag het goud gegrepen op de 800m en was vastberaden om het onze landgenote moeilijk te maken. Vanderelst wist dat alles in de laatste ronde zou gespeeld worden en hield zich wijselijk uit het gewoel.
Toen Reekie een versnelling hoger schakelde, zat de pupil van Raymond Castiaux in haar spoor. De Belgische recordhoudster zou alles uit de kast halen om de Britse te snel af te zijn, maar de trainingspartner van Laura Muir bleek toch een maatje te groot. Vanderelst kan echter absoluut tevreden terugblikken op haar passage in Gävle, zeker met de 800m-finale van het EK voor junioren van twee jaar terug in het achterhoofd. Toen ging onze landgenote als één van de favorietes ten onder aan stress. De teleurgestelde tranen van Grosseto vloeiden gisterenavond moeiteloos over in Zweedse tranen van geluk.
De heren op de 4x100m maakten op papier absoluut kans op een medaille. Het team, onder leiding van Lieve Van Mechelen, werkte de afgelopen maanden keihard samen om er te staan op het EK. Simon Verherstraeten, Kobe Vleminckx, Raphael Kapenda en de broers Camille en Antoine Snyders liepen twee knappe wedstrijden en wisten in tegenstelling tot onder meer het Britse en Nederlandse team de stok wel rond te krijgen. In de finale snelde het team naar brons, een beloning voor een sterke samenwerking over de taalgrenzen heen. De Belgische delegatie verkeerde in extase, aangezien er op twee en een half uur tijd evenveel medailles werden behaald als het beste EK voor beloften ooit voor ons land.
De jonge Belgian Tornados zouden in de finale van de 4x400m voor de zoveelste kers op de taart kunnen zorgen. Alexander Doom zorgde voor een vliegende start, aangezien hij Camille Snyders als leider kon lanceren. Die laatste hield geen stand en kende nog minder geluk toen hij in contact kwam met een concurrent. De aflossingsstok ging tegen de grond en de eventuele zesde medaille was niet meer aan de orde. Een zichtbaar ontgoochelde Jonathan Sacoor, de wereldkampioen bij de junioren, kreeg de kans niet om zich te bewijzen. De tranen bij Sven Van den Bergh waren er helaas geen van vreugde.
Toch kan het Belgisch team, ondanks de domper op de 4x400m, in het geheel terugblikken op een Zweeds sprookje. Nooit eerder behaalde een Belgische delegatie meer dan drie medailles, laat staan vijf. De vraag rijst alvast of de junioren op hun EK voor gelijkaardige successen kunnen zorgen.