Heel wat atleten van de korte adem trokken op Pinkstermaandag de grens over naar het Nederlandse Tilburg voor de T-meeting. Ook in het polsstokspringen was ons land stevig vertegenwoordigd met Fanny Smets en Mélanie Vissers. Vooral Smets, Imke Vervaet en Kobe Vleminckx lieten van zich horen.
Fanny Smets zakte met veel vertrouwen af naar Tilburg. De atlete van CABW sprong op 1 juni in het Duitse Recklinghausen over 4m41 en was vastberaden vandaag beter te doen. Na twee gelukte pogingen op 4m15 en 4m35 werd de lat op 4m45 gelegd. Daar ging het helaas driemaal mis. Het persoonlijk record van Smets staat sinds 2017 op 4m46. Het is duidelijk dat onze nationale recordhoudster na heel wat blessureleed weer helemaal terug is. Mélanie Vissers kwam tot 4m15.
“Dit is nog maar mijn tweede wedstrijd op volledige aanloop, dus ik mag eigenlijk niet ontevreden zijn”, begon Smets haar relaas. “Toch baal ik echt dat ik mijn pogingen op 4m45 niet ten volle benut heb. De omstandigheden waren ideaal, maar ik wisselde van stok en begon krampachtig te lopen waardoor ik maar één keer echt tot een sprong kwam. Als je kijkt naar waar ik vorig jaar stond, dan is het echt heel straf dat ik dit al kan. Sinds vorige winter sukkelde ik met een blessure en die is pas sinds eind vorig jaar volledig van de baan. Dat ik na mijn 4m41 van vorige week nu 4m35 spring geeft heel veel vertrouwen. Ik voel mij sterker dan ooit. Het Belgisch record zal er in één van mijn volgende wedstrijden aangaan. Ook de WK-limiet van 4m56 eigen ik mij zeker toe. De komende weken zal ik opnieuw een poging wagen in Genève en een week later spring ik in Nijvel.”
Vervaet zet recordjacht voort
Op de sprintnummers toonde Imke Vervaet dat ze het winnen nog steeds niet verleerd is. Op de 200 meter liet ze een hele knappe 23″12 optekenen. Een uitgelaten Vervaet kreeg helaas enkele tellen later te horen dat de wind te fel in het voordeel blies. In diezelfde reeks kwam Manon Depuydt tot 23″53. Nadien volgde nog de 100 meter voor beide dames. Opnieuw was het Vervaet die Depuydt te snel af was. Met 11″64 werd het net geen nieuwe besttijd voor Vervaet. Ook Depuydt bleef met 11″66 maar een fractie boven haar persoonlijk record. In de finale ging Depuydt wel een heel pak sneller. De wind gaf haar helaas een net iets te stevig duwtje in de rug waardoor haar sterke 11″47 niet als een PR kan doorgaan. Angel Agwazie werkte voor het eerst dit seizoen een 100 meter af, maar slaagde er met 12″05 net niet in om voor het eerst onder de 12″ te duiken. De immer constante hordeloopster van AVLO, die dit seizoen alleen maar tijden onder de 13″70 liet noteren, bleef ook hier met 13″83 op haar recordhonger zitten.
“Na mijn goede winter had ik vooraf echt wel gehoopt om dit zomerseizoen mijn records van 2012 eindelijk weer te benaderen”, reageerde Vervaet. “Ik ben heel blij dat ik daar ook effectief in slaag. Hopelijk kan ik dit seizoen nog eens zo’n tijd als vandaag neerzetten, maar dan met een geldige wind. Waarom het na zoveel jaar plots allemaal lukt kan ik niet verklaren. Ik ben ondertussen wel een tijdje blessurevrij, dus die continuïteit zou misschien wel aan de basis kunnen liggen. Ondanks mijn goede prestaties in het verspringen en op de 400 meter blijf ik toch vooral focussen op de 100 en 200 meter. Ik zal echter wel nog een paar 400’en lopen, want een plaats bij de Belgian Cheetahs klinkt natuurlijk heel aanlokkelijk. De baanronde wordt zeker niet het hoofddoel, maar het zou dom zijn het niet eens te proberen. Volgende week in Genève loop ik nog een 200 meter en dan gaat de riem er even af om weer op te bouwen richting het BK”, blikte ze nog vooruit.
Vleminckx heer en meester op de 100 meter
Bij de mannen slaagde Robin Vanderbemden er niet in om zijn seizoensbeste op de 200 meter aan te scherpen en om zo dichter bij dat WK-ticket te komen. Hij klokte af na 20″83. Op de 100 meter toonde Kobe Vleminckx dat hij stilaan naar zijn beste vorm toegroeit en dus klaar is voor het EK beloften. In de reeksen verwees de atleet van Herentals zijn record al naar de vuilbak dankzij zijn 10″52. In de finale deed hij dat opnieuw door naar 10″45 te snellen. Hiermee blijft hij amper 9 honderdsten verwijderd van de EK-limiet.
“Ik ben heel tevreden met deze prestatie, want eigenlijk voelden de benen heel zwaar vandaag. Het is leuk dat het er op de 100 meter ook eindelijk eens uitkomt en dat ik de bevestiging krijg dat het met mijn topsnelheid ook zeker goed zit. De EK-limiet komt dichtbij, maar mijn focus blijft de 200 meter. Ik denk zelfs dat ik de 100 meter zou laten vallen op het EK mocht ik de limiet behalen”, aldus Vleminckx.
Ook Alexander Doom en Tuur Bras trokken de spikes aan in Tilburg. Doom koos voor de 200 meter die hij in 21″79 aflegde. Bras werkte zijn 400 meter horden af in 52″21.
FBK Games en Pfingstsportfest in Rehlingen konden onze landgenoten niet aan nieuwe limieten helpen
Afgelopen weekend trokken Ben Broeders, Arnaud Art en Claire Orcel naar het Nederlandse Hengelo voor de FBK Games. Art kwam in zijn tweede wedstrijd van het seizoen tot 5m41. Voor Broeders bleef het bij 5m31. Beide heren hebben 5m71 nodig om op het WK van start te mogen gaan. Orcel maakte in het hoogspringen een goede beurt door over 1m88 te wippen, haar voorlopig beste prestatie van dit seizoen. Zij maakt jacht op de gevraagde 1m94 voor het WK, al ligt de focus bij haar vooral op het EK beloften van volgende maand.
In Rehlingen waren het vooral de atleten van de iets langere afstanden die zich aan een trip richting Duitsland waagden. Elise Vanderelst kon terugkeren met knappe 4’09″94 op de 1500 meter. Zij moet voorlopig alleen de Duitse Konstanze Klosterhalfen voor zich dulden op de Europese ranglijst bij de beloften. In diezelfde wedstrijd kwam Sofie Van Accom tot 4’14″34. Bij de mannen bleek Pieter Claus met 3’43″38 de beste Belg te zijn. Pieter-Jan Hannes finishte een fractie later in 3’43″92. Ali Hamdi kende een mindere dag en moest vrede nemen met 3’49″04. Op de 3.000 meter bleef Tim Van de Velde met 8’02″30 zo’n twee seconden verwijderd van zijn record.