Eline Berings zag haar club Racing Gent afgelopen zaterdag vanaf de zijlijn de tweede plaats pakken in het interclubklassement. Zelf deelnemen zat er nog niet in voor de hordeloopster. Een uitgebreide babbel met haar leerde ons dat we ons allerminst zorgen moeten maken. De bijna 33-jarige atlete kan na haar blessure weer voluit trainen en zal binnenkort het competitiegebeuren aanvangen.
“Het is nooit de bedoeling geweest om hier te lopen”, vertelde Eline Berings. “In samenspraak met mijn club hebben we besloten mijn competitiestart nog even uit te stellen. Dat ik hier aan de kant sta is dus zeker geen slecht teken. Integendeel, alles gaat heel goed. Het is nog een lang seizoen en na mijn blessure van enkele maanden terug, lijkt het mij niet verstandig om nu al wedstrijden te lopen. Ik neem mijn tijd”, verduidelijkte ze.
Het scheurtje in de meniscus dat haar van het EK in Glasgow weghield, is inmiddels verleden tijd. Op training gaat alles naar wens. “Ik kan voluit gaan. Qua intensiteit, volume, sprintsnelheid en krachttraining zit het heel goed. Door mijn blessure zijn enkel de specifieke trainingen met een kleine maand opgeschoven. Die ga ik nu weer oppikken en dan moet ik normaal klaar zijn voor de eerste wedstrijden.”
IFAM komt wellicht te vroeg, KVV staat wel op de planning
Op Berings haar rentree is het dus niet zo heel lang meer wachten. Of we haar op de IFAM aan de start zullen zien, blijft voorlopig een vraagteken. “Maandag of dinsdag beslis ik of ik deelneem. Waarschijnlijk komt het te vroeg, maar ik laat de optie open. Ik zou er alvast stevige concurrentie krijgen, al verkies ik echter een kleinere meeting om mijn seizoen mee te openen. Eentje waar ik met niet te veel druk kan starten en mijn eigen ding kan doen. Het KVV en een meeting in Tilburg zijn daar ideaal voor. Mijn vormpeil inschatten is heel moeilijk, maar als ik met een tijd van 13”2 kan openen, dan zal ik al heel tevreden zijn. Na twee à drie kleinere wedstrijden ben ik hopelijk weer vertrokken en klaar om de grotere concurrentie op te zoeken. Als ik opnieuw mijn niveau van vorig jaar kan halen, dan hoop ik opnieuw aan enkele Diamond League-meetings te kunnen deelnemen”, deed Berings haar plannen uit de doeken.
Het ‘coachoog’ van Berings
Tot enkele maanden terug vertoefde Berings onder de vleugels van Philip Gilson. Deze winter besloot ze dat het tijd was om het heft in eigen handen te nemen en zichzelf te coachen. “Ik heb altijd gezegd dat ik op het einde van mijn carrière eens één of twee jaar mijzelf wil coachen. Het is een hele uitdaging, maar ik sta nog steeds achter deze beslissing. Ik probeer al mijn ervaringen van de afgelopen jaren te bundelen en werk veel intuïtiever. Op dagen dat ik vermoeid ben, doe ik wat minder en omgekeerd. Als je in groep traint is dat moeilijker. Voor mij werkt dat goed”, klonk het overtuigend.
“Je ziet zoiets wel vaker bij atleten die al heel wat ervaring hebben. Alina Talay doet het, ook Sally Pearson en Eelco Sintnicolaas zijn hier voorbeelden van. Het is dus zeker niet uitzonderlijk. Na zoveel jaar ervaring heb je enorm veel bagage waardoor het niet altijd evident is om gecoacht te worden. Ik sluit niet uit dat ik na mijn carrière nog verder ga coachen. Het zit gewoon in mij, ik doe het graag en heb zeker een ‘coachoog’. Het is een leuke manier om het nu al eens te proberen.”
Berings mag dan wel zichzelf coachen, je zal haar niet vaak alleen op de piste aantreffen. “Ik doe mijn trainingen meestal alleen, maar ik zoek wel graag gezelschap op. Ik ben heel sociaal en kom graag onder de mensen. Voor mij zou het niet goed zijn om altijd alleen te zijn. Daarom hoop ik de komende maanden weer af en toe samen te kunnen trainen met Anne Zagré.”
Samen met Zagré jagen op dat Belgisch record
Berings haar doelen voor de zomer zijn duidelijk: een gelijkaardig zomerseizoen neerzetten als vorig jaar, met hopelijk dat Belgisch record als extraatje. Daar wil ze samen met Anne Zagré op jagen. Speculeren over het WK is nog veel te vroeg.
“Ondanks een andere voorbereiding dan vorig jaar, hoop ik om opnieuw regelmatig onder de 13”00 te kunnen duiken en dat BR eindelijk te kunnen heroveren. Daarnaast wil ik niets liever dan dat Anne en ik beiden nog eens in hetzelfde seizoen echt top zijn zodat we elkaar naar snelle tijden kunnen loodsen. We zijn beiden in staat om in de buurt van dat BR te komen. Als dit lukt, komen we dichtbij die 12”6 en dan ben je wereldtop natuurlijk. Als die 12”6 lukt, dan denk ik dat ik een mooie carrière heb gehad”, aldus de hordeloopster.
Toptijd boven finaleplaats op kampioenschap
“Ik heb vorig jaar wel gemerkt dat ik constanter die snellere tijden moet kunnen”, vertelde Berings verder. “Als ik mijn basisniveau omhoog krijg en constant rond die 12”80-12”85 kan lopen, dan weet je dat je op wereldniveau ook finales kunt lopen. Een finale op de Olympische Spelen of een WK is altijd al een droom geweest. Toch denk ik dat ik zo’n finaleplaats niet hoger zou plaatsen dan een tijd in de 12”6. Atletiek is voor mij meer dan kampioenschappen. Uiteraard wil je goed zijn op kampioenschappen, maar zo’n wedstrijd waar alles klopt, dat zijn gouden momenten. Dat is wat blijft hangen. Ik heb gemerkt dat mijn 12”72 van vorig jaar veel meer voor mij betekende dan mijn EK. Maar goed, mocht ik een EK-medaille gewonnen hebben, dan dacht ik er misschien anders over. In een ideaal scenario loop je die toptijd op een kampioenschap”, besloot Berings.