Voorlopig kon ons land nog niet zegevieren op dit EK. Alle hoop werd dus op de senioren mannen gevestigd aangezien zij hier met een sterke ploeg konden aantreden. Het draaide toch net iets anders uit, want niet het team, maar wel Isaac Kimeli viel in de prijzen. Kimeli snelde op indrukwekkende wijze naar het zilver in zijn eerste race bij de senioren. Het team strandde op een vijfde plek.
De Turken namen al vroeg in de wedstrijd het heft in handen en trokken de groep op een lang lint. Voorin hielden Isaac Kimeli en Robin Hendrix zich goed staande. Dame Tasama en Michael Somers deden het met een 19de en 26ste plek net iets voor halfweg heel goed. De medaillehoop was met een voorlopig 3de plek in de tussenstand nog steeds aangewakkerd. Halfweg koers kon een kopgroep van vijf, mét Kimeli, een klein gaatje slaan op de achtervolgers. Hendrix moest voor deze tempoversnelling passen en nestelde zich in een achtervolgend groepje. Tasama hield lang stand maar moest net als Somers wat plaatsen toegeven. Daardoor werd de medaillehoop plots vooral op Kimeli gevestigd en zag het er als team minder rooskleurig uit.
Kimeli draaide voorin vlot mee op de heuveltjes en in de vele bochten. De kopgroep werd uiteindelijk uitgedund tot vijf atleten. In de laatste ronde werd het kaf van het koren gescheiden en bleef enkel nog de Turk Ali Kaya, de Noor Filip Ingebrigtsen en onze Isaac Kimeli over. Met hun drieën stoomden ze richting de finish. Kimeli, telkens weer dodelijk in de eindsprint, nam revanche op zijn niet-selectie van vorig jaar en spurtte op indrukwekkende wijze naar het zilver. Ingebritsen hield de familie-eer hoog door net zoals zijn jongste broer het goud binnen te halen. Ondanks een perfecte wedstrijdindeling van Somers die in het slot van de wedstrijd nog heel wat plaatsen won en een goede Tasama die toch stand wist te houden, kwam de verhoopte teammedaille er niet. Het scheelde echter bitter weinig want het verschil met de nummer drie bedroeg amper één punt. Met een 15de plek voor Hendrix en een 21ste en 22ste plek voor Tasama en Somers kunnen de andere Belgen zich echter niets verwijten.