Wie in 2017 zou beweren dat Hanne Claes twee keer vierde zou worden op het EK in Berlijn zou met zijn ogen geknipperd hebben, Claes incluis. De hordeloopster van RESC bewees echter het tegendeel en had een zomer om u tegen te zeggen. De 27-jarige atlete kijkt vooruit naar 2019, wat het jaar van de bevestiging moet worden.
Hanne Claes kende een buitengewoon zomerseizoen. De hordeloopster bracht haar PR van 57”86 naar maar liefst 55”20, goed voor de tweede prestatie aller tijden in ons land. Op het EK in Berlijn werd ze vierde in de finale van de 400m horden, nadat ze eerder die dag al de kwalificaties van de 4x400m voor haar rekening had genomen. Met de Belgian Cheetahs zou Claes later ook op de vierde plaats finishen. Een knotsgekke zomer, die in 2017 nog veraf leek. Wie ook maar in 2017 beweerde dat Claes twee keer vierde zou worden op het EK, zou naar alle waarschijnlijkheid zot verklaard worden.
“Ik zou die persoon sowieso zot verklaard hebben, aangezien ik op dat moment echt nog niet op zo’n niveau presteerde individueel. Laat staan dat er toen echt al sprake was van concrete doelen met de 4x400m-ploeg. Eenmaal het zomerseizoen op gang kwam, begon ik wel te beseffen dat er meer in zat dan ik oorspronkelijk had gedacht. Jacques (Borlée, de trainer van Claes sinds 2017; red.) wees me erop dat mijn trainingstijden echt top waren. Ik was eerlijk gezegd al heel tevreden om het EK te halen. Om dan op het EK effectief goed te presteren, dat had ik zeker niet zien aankomen”, aldus Claes.
Haar beste chrono zette ze neer op de tweede dag van het BK AC. Die 55”20 kwam toen eerder onverwacht, aangezien de hordeloopster net een intensieve stage achter de rug had.
“Dat BK kwam onverwacht. Ik kwam net terug uit stage en Jacques had gezegd dat ik gewoon voor de titel moest lopen. Een chrono deed er niet echt toe. De puzzelstukjes vielen daar al samen. Het blijft nog steeds een beetje gissen waarom het net dan zo goed ging. De omstandigheden en de magie van het Koning Boudewijnstadion zullen daar wel een aandeel in hebben. Voor de sfeer moet je het op het BK echter niet doen (lacht; red.). Ik dacht toen ook al verder na, aangezien ik met zo’n chrono op het EK wel potten kon gaan breken. Mijn chrono’s op het EK waren net iets minder (twee keer 55”75 in zowel de halve finale als in de finale; red.). Daar zijn echter logische verklaringen voor. De stress op het EK speelde een grote rol. Bovendien zat ik toen ook met de aflossingen, waardoor je toch elk beetje energie probeert te sparen. Ik had het ‘voordeel’ dat ik meteen in de halve finale mocht starten, maar ik vind die regel eerlijk gezegd niet op zijn plaats in een jaar waarin het EK het enige kampioenschap outdoor is. Voor mij is het nog altijd eerlijker als iedereen een gelijk aantal races loopt. Kijk pakweg naar Hudson-Smith bij de mannen op de 400m, die kon een stuk frisser de finale in dan Kevin en Jonathan Borlée. Er moet natuurlijk nog altijd gelopen worden. Op de 400m horden lag regerende Europese kampioene (de Deense Sara Slott Petersen; red.) er meteen uit”, verklaarde de hordeloopster.
Memorial als kers op de taart
In tegenstelling tot vele andere Belgen had Claes geen gebrek aan energie na het EK in Berlijn. Ze keek dan ook erg uit naar de AG Memorial Van Damme, waarin een race op de lage horden werd voorzien op maat van onze Belgen. Claes zou met 55”87 ver boven de verwachtingen presteren. Nadien kreeg ze het wel fysiek moeilijk.
“Ik vermoed dat mijn lange afwezigheid op het hoogste niveau daarin meespeelt. Ik had het gevoel dat ik drie jaar miserie moest inhalen. Na de Memorial kreeg mijn lichaam het stevig te verduren. Ik kon precies niet recupereren. Een trap opstappen was plots een uitdaging geworden. Het EK en de Memorial hebben me mentaal zo’n boost gegeven dat ik die vermoeidheid daarna vlot wist aan de kant te schuiven”, zei de 27-jarige atlete van RESC.
Komende winter heeft Claes geen bijzondere individuele doelstellingen, aangezien alles in het teken staat van het EK indoor met de Belgian Cheetahs. De 4x400m-ploeg leek in het begin van het zomerseizoen nog een ambitieus project. De Cheetahs werden één van de revelaties van de zomer. Met de World Relays in Japan en het WK in Doha wordt het een bijzonder jaar.
“In zaal focus ik me volledig op het EK indoor met onze ploeg. Ik ga me absoluut niet richten op een limiet op de 400m. Het heeft geen zin om tijdens de winter al op limieten te jagen, want het wordt een lang, bizar seizoen. Qua planning is het veel puzzelwerk, maar Jacques heeft het al helemaal uitgedokterd. Een eerste piek zal op de World Relays liggen. Vervolgens loop ik waarschijnlijk enkele wedstrijden op de 400m horden. Daarna volgt een korte pauze, om dan weer op te bouwen naar het BK AC en de Memorial. Dat tweeluik wordt de laatste springplank richting Doha. Het puntensysteem zal zichzelf wel uitwijzen vermoed ik. Al hoop ik wel dat het tegen volgend jaar allemaal duidelijk is”, vertelde de atlete.
BR geen doel op zich
Als Claes de lijn van 2018 doortrekt, dan volgt er in 2019 misschien wel een Belgisch record op de lage horden. Een record dat in 2019 maar liefst 23 jaar op de tabellen kan staan. Ook op vlak van het team is er nog ruimte voor progressie.
“Het BR op de horden (54″95; red.) is voor mij geen rechtstreeks doel. Al wil ik wel onder 55” lopen. Het zou een logische evolutie zijn, als ik niet geplaagd word door blessures. Ik sta nog steeds versteld van de evolutie die we met de Cheetahs hebben meegemaakt. Het blijft hier en daar een raadsel, maar ik denk dat het vergelijkbaar is met wat de ploeg op de 4x100m bij de vrouwen in het verleden heeft gepresteerd. Dat was ook een groepje vriendinnen. We gunnen elkaar alles en duwen zo het niveau omhoog. Die verstandhouding laat ons toe om ook constructief verder te bouwen aan ons project. De Borlées zijn een familie, wat verklaart waarom de Belgian Tornados zo goed presteren. De band binnen een aflossingsploeg is van cruciaal belang”, besloot Claes.