Stroppendragers Zenobie Vangansbeke en Aaron Botterman willen op de IFAM beiden onder hun limiet voor het EK duiken. Vangansbeke, uitkomend voor AC Meetjesland, waagt haar kansen op de 1500 en heeft 4’17”17 nodig voor het EK voor beloften in Tampere. Botterman, nog junior en dus op zoek naar de limiet voor het EKU20 in Rieti, poogde onder meer in Herentals en Lokeren al onder de gevraagde 1’49”64 op de 800m te blijven. Tot nu toe zonder succes, maar de KAAG-atleet hoopt op de IFAM de perfecte race te vinden.

Foto: Jasper Jacobs
Foto: Jasper Jacobs

Dit jaar dook je nog niet onder de 1’50. Waar liep het verkeerd?

“Ik had eigenlijk enkel in Lokeren echt de intentie om 1’49 te lopen. Daar ben ik er helaas niet in geslaagd. De omstandigheden waren er dan ook niet perfect. We kwamen iets te snel door en er stond vooral een bijzonder strakke wind.”

Zit het er mogelijk op de IFAM in? Wat verwacht je ervan?

“Ik voel dat ik er wel klaar voor ben, maar ik wacht nog op een snelle wedstrijd. Hopelijk vind ik die perfecte race op de IFAM en kan ik net als vorig jaar in een goede koers wel onder die 1’50-grens duiken.”

Je hebt examens binnenkort. Hoe verloopt die periode atletiekgewijs voor jou?

“Examens zijn altijd een moeilijkere periode. Ik geef me zeker volledig op blokvlak, maar ik laat er zeker geen trainingen voor schieten.”

 

Zenobie Vangansbeke

Hoe verliep je voorbereiding op het zomerseizoen?

“De voorbereidingen zijn allemaal goed verlopen. Ik heb een goede winter achter de rug en zo een goede basis kunnen leggen voor het zomerseizoen. Ik ben ook op stage geweest naar Monte Gordo, in Portugal. Het mooie weer laat toch toe de trainingen wat beter af te werken. Op stage hebben we uiteraard enkel nog gewerkt aan de basisconditie. De snelelre trainingen kwam enkele weken later pas.”

Zenobie Vangansbeke bewees in Lokeren op scherp te staan. - Foto: Jasper Jacobs
Zenobie Vangansbeke bewees in Lokeren op scherp te staan. – Foto: Jasper Jacobs

Hoe verliepen je wedstrijden tot nu toe?

“Ik ben het seizoen gestart met een 3000m steeple op het BK voor Studenten in Oordegem. Helaas viel mijn prestatie daar redelijk tegen. Het was wel een leuk probeersel en misschien nog wel eens voor herhaling vatbaar. Op de interclub liep ik op de 1500m, waar niemand opgewassen was tegen Almensch Belete. Ik verzorgde het grootste deel van het kopwerk en werd toch mooi tweede in 4’24. Die wedstrijd gaf me bijzonder veel vertrouwen voor wat daarna kwam. Op de Flanders Cup in Lokeren wilden we even testen wat mijn snelheid waard was op de 800, volledig in functie van mijn 1500m. Wendy Den Haeze deed haar job als tempomaker uitstekend en ze zette mij op 500m perfect af op schema. Ik liep nog 300m alleen en klokte een tijd van 2’06″37. Een mooi persoonlijk record en bovendien de snelste jaarprestatie in België. Daar kon ik natuurlijk alleen maar tevreden over zijn. Op het Vlaams Kampioenschap kwam ik opnieuw uit op de 800m, maar moest ik de duimen leggen voor Renée Eykens.”

Op de IFAM kom je dus aan de start op je eerste echte 1500m-race. Wat verwacht je ervan of wat hoop je te kunnen?

“Na mijn 1500m op de interclub wordt de IFAM inderdaad mijn eerste snelle 1500m. Doel is simpelweg om zo dicht mogelijk bij de limiet voor het EKU23 in Tampere te komen. Daarvoor heb ik 4:17″17 nodig.”

Dit interview kadert in de reeks “IFAM-koorts”. Elke dag zetten wij een atleet, die hoge ogen wil gooien op 1 juni, in de kijker. Bekijk het volledige IFAM-koorts archief hier. Meer info over de IFAM vindt u hier.

IFAM