Acht jaar geleden werkte Sara Aerts haar beste zevenkamp ooit af tijdens de Europese Kampioenschappen in Barcelona. Wat het veelbelovend startpunt van een mooie carrière had kunnen zijn, bleek meteen ook het hoogtepunt in de zevenkamp. Na meer blessureleed dan haar lief was, maakte ze een overstap naar de hoge horden én een succesvolle carrièreswitch als remster bij de Belgian Bullets. Atletieknieuws sprak met de tweevoudige olympiër (Londen 2012 & Pyeongchang 2018) over haar atletiekverleden, de nieuwe generatie, haar nieuwe sport en toekomstplannen.
“In de zevenkamp ben ik nooit 100% tevreden geweest met mijn prestatie” steekt Sara van wal. “De 6.084 punten op het EK in Barcelona 2010 hadden het lanceerplateau moeten zijn voor de rest van mijn carrière. Maar op het WK in Daegu in Zuid-Korea (2011) blesseerde ik mijn knie, op de Olympische Spelen in Londen (2012) scheurde ik mijn hamstrings tijdens de 200m, op het WK in Moskou (2013) verhinderden blessureproblemen me om aan de start te komen en in 2014 (het EK in Zürich, Zwitserland) miste ik de selectienorm door achillespeesperikelen. Ik heb nog steeds het gevoel dat ik beter had kunnen doen dan 6.084 punten. Vooral de gedwongen opgave in Londen wringt, ik was toen op weg naar een erg mooie score. Ik wou zo graag blijven doorlopen, maar ik voelde mijn hamstring na 120 meter gewoon uit elkaar trekken. Was ik niet gestopt, dan had ik ze waarschijnlijk volledig afgescheurd. Londen 2012 was dan niet mijn mooiste prestatie, maar het was wel de mooiste ervaring. Ik liep zowel tijdens de 100m horden als de 200m bij Jessica Ennis en het publiek ging volledig uit zijn dak. Die ervaring viel nooit meer te overtreffen!”
Ook niet door de wereldbekende Oostenrijkse meerkampcompetitie in Götzis?
“Götzis is met zijn kennerspubliek de leukste en beste wedstrijd van het seizoen voor een meerkamper, maar het valt niet te vergelijken met de Olympische Spelen. Ik kon er drie keer deelnemen, ook hier hielden blessures me jammer genoeg vaak weg. In 2017 ging ik als supporter en merkte ik dingen op die ik als atleet nooit gezien had. Hoe elke supporter meeleeft met elke atleet, of die nu eerst of laatst staat, hoe iedere atleet zo veel steun krijgt van het publiek is fantastisch om te zien. Je zou het jammer kunnen vinden dat er slechts 1 topevenement is voor tien- en zevenkampers, maar ik ben wel blij dat er tenminste één evenement is!”
Met een uitzonderlijke Nafissatou Thiam (RFCL) en jong talenten Hanne Maudens (VS) en Noor Vidts (VAC), kent België tegenwoordig een ware weelde op de zevenkamp.
“Het is mooi te zien hoe ze presteren en elkaar naar een hoger niveau tillen. Jarenlang was ik de enige Belgische meerkampster, altijd een beetje jaloers op buitenlandse atletes die konden samenhokken. Het lijkt me heel wat leuker om dit te kunnen delen met landgenoten en je ziet dat ze het niveau samen hogerop brengen. Eerst verbetert Noor zich, dan doet Hanne weer beter, … en Nafi is gewoon outstanding. Na haar prestaties in Götzis eerder dit jaar en gezien de omschakelingen die ze in haar technieken heeft aangebracht, zie ik ze in staat om opnieuw meer dan 7000 punten te behalen in Berlijn. Hanne zette in mei een prachtmeerkamp neer en zelfs al zou ze nu pakweg 50 punten minder scoren, een bevestiging op dit EK als jonge atlete zou prachtig zijn. Noor zal extra geprikkeld zijn, aangezien ze nog geen volledige zevenkamp heeft kunnen afwerken. Ik ben benieuwd of die frisheid en gretigheid vruchten zal afwerpen. Hoe dan ook, ze zijn jong en hebben nog jaren om door te groeien.”
Uiteindelijk kwam er in 2015 de overstap naar de hoge horden.
“Maar ook hier bleef ik op mijn honger zitten en heb ik nooit het maximum van mijn capaciteiten laten zien. Op de FC in Ninove liep ik bij de reeksen naar mijn besttijd (12”90) en plaatste ik me voor het WK in Peking. De finale verliep fenomenaal tot ik plots een pijnscheut voelde na de negende horde. Uitbollend kwam ik over de finish, net iets boven de 13 seconden… Het verdict was een hamstringscheur. Had ik die wedstrijd normaal kunnen finishen, was ik dicht bij 12”80 kunnen uitkomen of misschien wel sneller.”
Geen toptijd, geen WK-deelname.
“Het was een frustrerend parcours, zonder prestatie waar ik echt voldoening van heb gehad. Het was telkens balanceren om niet over de grens heen te gaan terwijl ik naar mijn topvorm toegroeide.”
Ik was zenuwachtiger aan de start van die 100m horden dan voor de Winterspelen
Generatiegenote Eline Berings lijkt dit jaar niet te stuiten. Doet zoiets dromen van een eigen comeback?
“Dat denk ik niet. Ik liep dit jaar voor het eerst sinds 2015 weer een 100m horden, ter gelegenheid van de Beker van Vlaanderen. Ik had het gevoel dat ik toen alles ‘uiteen getrokken’ had en moest dagenlang recupereren. Ik was zenuwachtiger aan de start van die 100m horden dan voor de Winterspelen! Een comeback op de 60m horden zou misschien nog lukken, dat sluit ook dichter aan bij wat ik nu in bobslee doe… Maar wat Eline nu presteert is echt fenomenaal. Ze draait al zo lang mee aan de top: al sinds ze scholier is, doet ze mee voor de medailles. Na zoveel jaar training en topsport, is ze er door 2 jaar blessures verplicht tussenuit geweest. Misschien is die 2 jaar onderbreking net goed geweest voor haar lichaam, om het de rust en herstel te geven om nu fit en fris nog enkele jaren op topniveau te presteren. Ik denk dat ze tot en met Tokio goede tijden kan blijven neerzetten.”
Na het missen van de Olympische Spelen in Rio 2016 stapte je over naar het Belgisch bobsleeteam, de Belgian Bullets.
“Amper 2 dagen na het aanbod hakte ik de knoop door en daar heb ik nog steeds geen spijt van. Het is een mooie sport en aanrader voor iedereen. Let op, na de eerste dagen dacht ik soms ‘dit doe ik nooit meer’ maar eens je daar doorheen bent, is het zeker de moeite waard! Ik wou het een kans geven, vooral omdat ik Elfje (Willemsen; voormalig speerwerpster, red.) ken van bij de jeugdcategorieën op de plaatselijke atletiekclub en ze mij al jaren trachtte te overtuigen. Toen Rio aan mij voorbijging, ben ik op het aanbod ingegaan.”
Van de individuele zomersport atletiek naar de winterse teamsport bobslee lijkt niet evident.
“Het is moeilijk te vergelijken. Atletiek is voornamelijk individueel, al heb ik als zevenkampster toch ervaren wat het is om een groep te hebben tijdens de competitie, die elkaar mee op sleeptouw neemt en elkaar aanmoedigt. Datzelfde gevoel heb ik nu ook bij het bobsleeteam. Als hordeloopster daarentegen moest ik ervaren dat het altijd concurrentie op het scherp van de snee was. Persoonlijk vind ik het grootste verschil dat ik mijn eigen prestatie niet meer geheel bepaal als bobsleeremster. Ik beïnvloed het eindresultaat slechts gedeeltelijk, het grootste deel ligt in de handen van mijn pilote. Dat was toch een hele aanpassing, naast die winterse temperaturen natuurlijk!”
Je bent na Hanna Mariën de tweede Belgische atlete die zowel aan Olympische Zomer- als Winterspelen deelnam.
“De omvang van de Spelen was best een groot verschil. Londen 2012 was gigantisch, terwijl Pyeongchang 2018 met zijn 2 kleinere, afzonderlijke olympische dorpen kleinschaliger leek. Op zich bleef de mentaliteit hetzelfde: de gedrevenheid van elke atleet aan de start, de spanning voor de wedstrijd, … Op de afgelopen Winterspelen stond ik op mijn absoluut topniveau aan de start en heb ik alles uit mezelf gehaald. Ik had niet beter kunnen zijn dan daar.”
Wat volgt er nog voor jou?
“Nog één goed seizoen draaien, vooral met het oog op het komende WK in Whistler, Canada. Het is een uitdagende baan, maar als we heelhuids finishen, is het een goeie baan voor de Belgian Bullets. Ondanks het goede gevoel afgelopen jaar, bleven we met een elfde plaats boven de verwachtingen en bleef ik op mijn honger zitten. In Whistler ga ik op zoek naar de prestatie die bij het goede gevoel hoort. Dit jaar staat ook in het teken van het opleiden van de volgende generatie in het team, want het zou zonde zijn dat het bobsleeverhaal in België zou eindigen. Wat daarna volgt, is koffiedik kijken, ik bekijk het wedstrijd per wedstrijd. Ik kan niet enkel voor het plezier trainen, maar moet echt een doel hebben. Als ik voel dat het niet meer lukt of dat mijn doelen onhaalbaar zijn, hoeft het voor mij niet meer. Dan ben ik eerlijk genoeg om te zeggen dat het goed geweest is… Na zoveel jaar topsport snak ik intussen wel naar een eigen leven naast of zonder sport.”