Hun topprestaties in Götzis vorig jaar stonden volledig in de schaduw van de uitschieter van Nafi Thiam, en waarschijnlijk zal het dit jaar niet anders zijn. Toch zijn Hanne Maudens en Noor Vidts meer dan gerespecteerde atleten op het Europese toneel. Ze vinden zelf dat hun prestaties iets meer exposure verdienen. Wij doen met onderstaand dubbelinterview alvast onze duit in het zakje.
Na een lichte training daags voor de Hypomeeting nemen Maudens en Vidts met plezier de tijd voor een babbel. Ze zien er ontspannen uit, maar gedreven. Het is nog geen 11 uur en al 27 graden, dat belooft voor het weekend. Ze zijn er niet rouwig om. “Vorig jaar ging het bij ons allebei heel goed, dan is het fijn om hier terug te keren”, zegt Vidts. “Voor mij ook. Zoiets geeft vertrouwen, een boost zelfs. Het zou misschien niet mogen, maar op een plaats waar je slecht gepresteerd hebt, keer je niet graag terug”, voegt Maudens toe.
Ervaren jullie druk om het even goed te moeten doen als vorig jaar?
Vidts: “Ik voel geen stress. Ik ben licht geblesseerd geweest, waardoor de voorbereiding niet ideaal was. Als het niet goed gaat, weet ik waaraan het gelegen heeft. Maar het is niet zo dat ik per definitie verwacht dat het minder wordt dan vorig jaar. Ik weet gewoon niet wat te verwachten.”
Maudens: “Ik heb goed kunnen trainen. Maar vorig jaar was Götzis super en de zomer minder, en dit jaar is het de bedoeling dat het omgekeerd is. De wedstrijdjes die ik al deed waren niet goed, maar die waren vorig jaar nog slechter, dus daar moet ik me geen zorgen om maken.”
Zo goed als alle aandacht gaat opnieuw naar Thiam. Hoe is dat voor jullie?
Vidts: “Het moeten geen 30 interviews zijn, maar een beetje meer zou soms wel mogen. Ik heb wel het gevoel dat onze prestaties soms wat weggestopt worden.”
Maudens: “Inderdaad, dat mensen niet meer zien hoe goed wij relatief gezien presteren. Vorig jaar hadden wij de derde en vierde prestatie aller tijden in België, maar dat werd nauwelijks gezegd of geschreven. Ook ik moet geen hele resem interviews. Maar gisteren was ik bijvoorbeeld ook in de buurt bij het persmoment van Thiam, dan lijkt het mij niet zo veel moeite om mij ook één vraagje te stellen. Ik vind dat erg eigenlijk. Een gebrek aan respect. Hopelijk zullen onze prestaties bekend zijn na dit weekend.”
Noor zei al dat ze niet weet wat te verwachten. Hanne, heb jij een concreet doel?
Maudens: “Er zijn bepaalde nummers waarop ik mij heb toegelegd. Kogel was bijvoorbeeld heel goed deze winter. Ik zou ontgoocheld zijn als dat hier niet zo is. Ook mijn snelheid zit goed. Verspringen gaat altijd goed, en bij speerwerpen wil ik tonen dat ik beter kan.”
Is Götzis een tussenstap of een groot doel?
Vidts: “Tussenin. Moest ik heel zijn gebleven, zou ik echt willen scoren. Nu is dat wat anders geworden, en moet ik het eerder als een tussenstapje beschouwen.”
Maudens: “Ik wil altijd goed scoren. Na horden en hoog weet ik vaak al of er veel inzit. Ik hoop goed te presteren, maar wil het dit jaar vooral in Berlijn laten zien.”
Zat er nog rek op vorig jaar?
Vidts: “Bij mij was hoogspringen niet goed. Ik haalde nog 1m74, maar heel moeizaam, en ook mijn horden vond ik niet goed. En op het speerwerpen moet ik sowieso nog veel werken.”
Maudens: “Mijn hoogspringen kon beter. Het ging super en ik bleef foutloos tot 1m77, maar dan was er een probleem met de paal en geraakte ik het ritme kwijt. We moesten een halfuur wachten, en dan was ik het kwijt. Met de kogel hoop ik toch op 13 meter, terwijl ik vorig jaar 12m50 haalde hier.”
Een zevenkampster moet snel tegenslag kunnen verwerken. Lukt dat al?
Vidts: “Ik heb daar altijd wel goed mee om gekunnen. Even ben ik dan wel sip, maar ik vergeet het snel. Met de jaren wordt het ook nog beter, en als je moeilijke momentjes tegenkomt, leer je daar weer uit.”
Maudens: “Ik heb het daar vaak wel moeilijk mee. Het is al gebeterd, vooral afgelopen zomer heb ik veel geleerd. Ik probeer me erover te zetten, maar het lukt nog niet altijd. Maar ik denk dat het ook samenhangt met de stabiliteit in de trainingen. Als je regelmatiger wordt en meer vertrouwen krijgt, wordt het mentaal ook gemakkelijker.”
Het wordt heet dit weekend. Kan het té warm zijn, of is het hoe warmer hoe liever?
Vidts: “Ik heb graag warmte. Je moet gewoon zo veel minder moeite doen om je lichaam warm te houden. Ik zweet wel heel veel, maar als je af en toe een beetje schaduw kan opzoeken, lukt het wel.”
Maudens: “Het zal 30 graden worden, dat is wel heel warm. Voor mij is 23 graden ideaal, maar ik klaag niet. Het is goed zo, liever te warm dan te koud.”
Meerkampers genieten niet altijd de volle aandacht, maar hier wel. Hoe voelt dat?
Maudens: “Zalig. Superleuk. Iedereen komt heel dicht staan. Als we hoogspringen, komt iedereen aan die kant van de piste staan. Ze weten ook alles over je, zeker de speaker. Ze vernoemen je beste prestaties, en die aandacht doet wel deugd.”