Camille Laus mag zonder twijfel een van de revelaties van het voorbije indoorseizoen genoemd worden. Op de 400 meter beet ze meer dan twee seconden van haar recordtijd af, niet enkel goed voor de nationale titel maar ook de vierde Belgische indoorchrono aller tijden. Laus zegt op 24-jarige leeftijd de sprint nog niet vaarwel, maar het zomerseizoen staat dit keer wel in teken van de enkele baanronde.
Het was een kleine verrassing om Camille Laus deze winter op het voorplan te zien treden. De atlete van Racing Club Brussel draait al even mee aan de Belgische sprinttop, maar stak er zelden bovenuit. Haar focus ging uit naar de 100 en 200 meter, tot een hamstringblessure Laus vorig jaar naar de 400 meter duwde. Mét succes, want half augustus knokte ze zich al naar 54″69 in Kessel-Lo. Na een voorbereidende stage in Tenerife maakte Camille Laus ook op de indoorpiste een prima beurt, net als trainingsmaatje Hanne Claes. Met respectievelijk 54″08 en 54″34 bleven ze op het Belgisch indoorkampioenschap routinier Cynthia Bolingo (54″47) voor, over de winter kan Laus aldus niet klagen. “Mijn oude record bedroeg 56″56 en ik voelde aan de trainingen dat er wel meer inzat. Zo’n fikse recordverbetering had ik echter niet verwacht, hopelijk blijven de tijden in die richting evolueren.”
Samen met haar trainingsgroep timmert Camille Laus momenteel aan haar voorbereiding in de Verenigde Staten. Al sinds 2011 traint ze onder de vleugels van Jacques Borlée, aan wie ze naar eigen zeggen ontzettend veel te danken heeft. “Zowel op sportief als op persoonlijk vlak heeft hij mij enorm doen groeien. Voorts heb ik ook het geluk om samen te trainen met meerdere atleten van internationaal topniveau. Ik kan me geen betere trainingsgroep wensen.” Je kan Laus moeilijk ongelijk geven, als je denkt aan het niveau van de broers Borlée, maar ook dat van nieuwkomer Jonathan Sacoor.
Als vriendin van Kevin Borlée weet ze maar al te goed hoe de weg naar de top loopt en die wil ze komende jaren graag ook bewandelen. Over haar individuele ambities blijft ze bescheiden, op de 4×400 meter is volgens haar een pak meer mogelijk. “De individuele EK-limiet (52″22, red.) zit niet in mijn hoofd, met een chrono in de 53 seconden ben ik al lang tevreden. Ik ben daarnaast absoluut overtuigd van het potentieel van de 4x400m-ploeg bij de vrouwen. Het project is recent opgestart en we hebben al enkele competities in het vooruitzicht. Ik geloof dat we mogen mikken op het minimum voor het EK in Berlijn, we zullen er alleszins ons uiterste best voor doen.”