Het jaar 2018 kon niet slechter beginnen voor verspringer Mathias Broothaerts. Een maand geleden sloeg het noodlot toe op een training in Heusden-Zolder. “Tijdens een sessie loopsprongen ging het mis. Ik hoorde een luide knak en voor ik het goed en wel doorhad lag ik neer in de zandbak. Mijn vader en trainster Lieve van Mechelen voelden niks meer op de plek waar normaal de achillespees zit”, komt de Belgische belofterecordhouder terug op de zaken. Het relaas van de zoveelste tegenslag voor Broothaerts.
Mathias Broothaerts kende zijn beste seizoen in het jaar 2014. Hij won als belofte de Belgische titel met een sprong van 8m07. Die afstand was goed voor een Belgisch record in zijn categorie. Een jaar voordien liet hij zich een eerste keer tonen aan het grote publiek toen hij zilver won op het EK voor junioren.
Sindsdien kende de atleet van AC Lyra heel wat blessureleed. “Ik heb al enorm veel pech gehad. Bepaalde zaken, zoals de patellapeesproblemen, kon ik anders aanpakken. We hebben toen lange tijd aan damage control gedaan. Zoals elke sporter is er een bepaalde druk om te presteren, maar stoppen om de problemen grondig aan te pakken is geen evidente keuze.”
2018 moest het jaar worden waarin Mathias Broothaerts opnieuw die beloftevolle atleet van weleer in zich kon zien. De achillespeesruptuur in januari trok echter meteen een streep door alle plannen. “Als alles normaal verloopt duurt het drie maanden vooraleer ik normaal kan stappen, zes maanden tot ik kan lopen en een jaar tot ik weer mijn niveau kan halen.” Broothaerts zou geen echte doorzetter zijn als hij ook daar het positieve in kan zien: “Dit zijn richtwaarden, het kan ook sneller gaan natuurlijk! Al wil ik de kans op complicaties niet groter maken. Ik ga mijn tijd nemen.”
“Het meest frustrerende is dat ik dit seizoen niets op papier kon laten zetten. Ik weet dat ik in een topvorm verkeerde. Als ik de blessure pas anderhalve week later voorhad kon ik tenminste nog het Vlaams meedoen. De achillespeesscheur is een zoveelste tegenslag. Ik probeer positief te blijven, al merk ik dat ik de laatste weken meer prikkelbaar rondloop. Mijn familie, vrienden en trainingsgroep proberen mij erdoor te trekken. Het zal een lange weg worden…”
Dan rest er nog alleen de vraag of we de Belgische kampioen van 2014 ooit nog terugzien op hetzelfde niveau? “Ik hoop in ieder geval van wel. Ik ben nog voldoende gemotiveerd. Het feit dat ik op 20-jarige leeftijd 8m07 heb gesprongen, geeft me als 23-jarige nog vertrouwen. Een comeback is altijd mogelijk. Daarbij trek ik mij ook op aan de prestaties van Eline Berings. Ook zij is erin geslaagd, en zelfs op latere leeftijd!”