Pieter-Jan Hannes maakte op de Slyvestercross in Soest een geslaagde comeback op het hoogste niveau. De 25-jarige atleet werd er knap negende in een loodzware editie. Afgelopen weekend kwam Hannes aan de start op een veldloop in Belfast. Daar moest hij echter de strijd staken door opspelende ziektekiemen. Wij polsten naar het gevoel en de ambities van de atleet met het oog op het indoorseizoen en komende zomer.
Wat vond je van je comeback in Soest?
“Ik had eerlijk gezegd beter gehoopt, maar mijn trainer Theo Joosten wist dat snel te relativeren. Soest was geen representatie van wat ik tot nu toe tijdens trainingen heb laten zien. Als Soufiane (Bouchikhi; red.) 35’ nodig heeft om 10.4km af te haspelen, dan is het logisch dat dit niet mijn parcours was. Ik finish net achter een mooi pakketje gerodeerde toppers, maar ik had graag tussen die mannen gelopen in plaats van net erachter. Ik mag eigenlijk niet klagen, aangezien het de eerste keer in eeuwen (knipoog) was dat ik nog eens aan de start kwam in een stevig deelnemersveld.”
In Belfast verliep het ‘anders’?
“Dat durf ik een klein drama te noemen! Na Soest was ik stevig verkouden geworden, maar die verkoudheid leek van de baan. Tijdens de opwarming moest ik echter direct langs de kant om mijn maaginhoud aan de Ierse velden te schenken. Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt, aangezien ik steeds dezelfde zaken eet, drink en doe voor een wedstrijd, maar ja dommage. Achteraf had ik lichte koorts, dus mijn lichaam zal een andere strijd gevoerd hebben op dat moment. Na een goede kilometer was ik zo plat als een vijg en een ronde later stond ik langs de kant. Ik heb dan ook voor het eerst een DNF achter mijn naam gekregen. Eentje om snel te vergeten, zeker omdat ik in wedstrijden veel meer diep kan gaan in vergelijking met trainingen. Theo wou me minstens twee lange crossen laten lopen, oorspronkelijk stonden Mol en Roeselare op de planning, maar toen speelde die kuit op. Ik zal het dus met Soest moeten doen…”
Hoe staat het met planning voor de komende weken?
“Mij ga je niet meer zien in het veld deze winter. Toch niet om zelf te lopen. Er zijn al een paar trainingen geweest in zaal en ik zou toch graag enkele prikkels indoor willen doen. Het blijft voorlopig een groot vraagteken welke wedstrijden dat zullen worden, maar die agenda komt er wel.”
Je traint nu al sinds maart bij Theo Joosten. Hou je daar een goed gevoel aan over?
“Het werkt fantastisch! Het is een stap die ik eerder had kunnen/moeten zetten. Ik ben eerst en vooral op zoek gegaan naar iemand die meer aansloot bij mijn manier van denken. Dat was de eerste klik met Theo. Bovendien slaagt hij erin om te weten hoe hij me moet coachen. Het is een complete ommezwaai geweest, maar qua trainingstechniek slaat het wel echt aan. Er zal nog even werk zijn om mijn oude niveau terug te krijgen, maar ik heb er een goed oog op om komende zomer aan te knopen met mijn vorm van pakweg 2014-2015.
Theo begreep meteen wat er daarna fout gelopen is én hij weet wat er moet gebeuren om daar iets aan te doen. Ik herinner onze eerste babbel nog waarin hij me vroeg om een uitleg te geven omtrent het feit dat mijn PR op de 800m al van 2013 dateerde en ik elk jaar trager werd op die afstand. Zijn tweede opmerking ging over het feit dat ik tijdens kampioenschappen op de eerste dag zeer vlot kan lopen, om het vervolgens te verknallen op de tweede dag (Praag, Peking, Rio…). Twee keer de nagel op de kop eigenlijk.
Het is fascinerend om hem bezig te zien, aangezien zijn aanpak in de verste verte niet lijkt op die van het gros van de Belgische coaches. Lactaat, hartslag, dat zegt hem absoluut niks. Het gevoel op training primeert. Dat was te merken in het begin. Zo stuurde ik enkele tijden door na een training en kreeg ik het antwoord: “mooi, maar welk gevoel had je?”. Dat kan ook leiden tot het stopzetten van een training als ik niet ontspannen rondloop. Met testen houdt hij zich niet bezig. Dat laat hij over aan fysiologen. Een belletje naar Peter Hespel is snel gebeurd wanneer nodig.
Door die andere aanpak heb ik één grote les geleerd en dat is dat van alle wegen die je eventueel naar Rome kunnen leiden er een aantal zijn die dat zeker kunnen. De weg waarop ik me nu bevind, samen met Theo, staat me heel erg aan en ik ben erg benieuwd wat mijn ‘Rome’ zal worden.”
Je bent niet de enige Belg bij Theo. Renée Eykens zette ook die stap. Hoe is jullie band?
“Qua karakter zijn Renée en ik een wereld van verschil, maar toen ik zag dat ze op zoek was naar een nieuwe coach heb ik geen seconde getwijfeld om haar te contacteren. Die keuze is verrijkender geweest dan ik oorspronkelijk had gedacht. Ik herken veel van mezelf in haar, ondanks dat karakterverschil. Wat zij de komende jaren gaat meemaken qua druk en aandacht heb ik ook gekend. Daarin kan ik haar dus zeker helpen. Bovendien slaagt ze erin om mij wat serieuzer te krijgen. Daarmee zeg ik niet dat ik niet met mijn sport bezig ben hé. We zijn profs, gewezen prof in mijn geval, maar elk op een heel andere manier. Een mix van haar en mijn eigenschappen geeft de ideale atleet. Ik durf nu al te zeggen dat het beste nog moet komen voor haar – het is geen gewone! (een laatste knipoog).”