Dylan Owusu verkeert in bloedvorm. De hordeloper van RCG liep op de interclub enkele weken geleden naar een nieuw PR van 51”20 op de 400m horden. De limiet voor het EK voor beloften bedraagt echter 51”01. De 19-jarige Gentenaar gaat aanstaande zaterdag op de IFAM Outdoor voluit voor die limiet. Slaagt hij in dat kunstje, dan wacht voor hem het derde internationale kampioenschap op drie jaar tijd. Hieronder laten we Owusu aan het woord.
Dylan, je kende een degelijke winter, maar je werd geplaagd door een opspelende enkelblessure. Kan je al bij al tevreden terugblikken?
“Het is natuurlijk jammer dat ik geen volledige winter op de piste heb kunnen lopen, want ik voelde me tijdens de eerste wedstrijden al erg sterk. Zo verbeterde ik mijn PR op de 60m, 300m en 400m. Ik had trouwens het gevoel dat ik op die 400m echt wel kans maakte om onder de 48” te duiken, maar helaas gooide die enkel roet in het eten. Dat euvel is nu grotendeels van de baan. Ik kan dus best tevreden zijn, maar het blijft spijtig omdat er zeker meer mogelijk was indien ik in februari had kunnen lopen.”
Na de winter trok je naar Tenerife voor een uitgebreide trainingsstage. Verliep alles zoals gepland?
“De stage verliep zeker zoals gepland. Ik heb goede trainingen kunnen afwerken én belangrijker: op vlak van techniek heb ik een stevige vooruitgang gemaakt. Ik kan de horden vlotter aanvallen met mijn rechter- en linkerbeen. Dat moet op termijn toch een stevig voordeel geven. Ik kende ook geen kwaaltjes, wat de afgelopen jaren niet het geval was. Dit geef me ook een pak minder stress met het oog op het lopen van snelle races.”
Je hebt al enkele wedstrijden achter de rug. Hoe evalueer je jezelf?
“Ik ben in tegenstelling tot andere jaren al op het PK begonnen met een 400m horden. Achteraf gezien was dat niet echt een goede keuze. Ik liep er mijn slechtste wedstrijd in jaren op de horden, maar mijn trainer verzekerde mij dat het behoorlijk logisch was omwille van de zware stage. Vooral technisch was het een moeilijk begin. Vervolgens liep ik in Herentals een vlakke 300m. Mijn tijd van 34”79 was niet slecht, maar ik voelde toch de stage nog in mijn benen zitten. Op de interclub viel alles in zijn plooi. Alle elementen voor een goede wedstrijd waren aanwezig en ik verbaasde mezelf toch wel door zo vroeg op het seizoen naar een PR van 51”20 te snellen. Ik had gehoopt dat Michael Bultheel me zou opjagen tijdens de wedstrijd, maar dat gebeurde niet. Het gaf me een grote vertrouwensboost om een olympiër voor te blijven. Vorige week zaterdag liep ik op het Vlaams kampioenschap naar 52”46. Geen toptijd, maar de omstandigheden waren minder goed dan op de interclub. Ik kan dus met vertrouwen afzakken naar Oordegem zaterdag om er een gooi te doen naar dat felbegeerde ticket richting Polen.”
In een ideaal scenario behaal je zaterdag die limiet. Wat verander je dan aan je planning en kan je al even je ambities toelichten voor dat EK?
“Dat is een droomscenario hé. Als dat het geval zou zijn, dan loop ik graag een vlakke 400m. Waarschijnlijk al volgende week op de Flanders Cup in Oordegem. Daarna staat nog niet echt iets vast, maar het BK AC zal in om het even welk scenario een belangrijke rol spelen. Wat ik op het EK zou willen doen. Goh ik denk dat een tijd van 51” meestal betekent dat je richting halve finale gaat (als ik de limiet haal tenminste). Dat wordt dan ook mijn doel. Indien mogelijk hoop ik er mijn PR aan te scherpen. Ik wil mezelf niet te veel druk opleggen, aangezien dat nefast is voor mijn prestaties. Ik mag niet vergeten dat ik slechts in mijn eerste jaar als belofte zit en naar alle waarschijnlijkheid binnen twee jaar nog eens die kans krijg. Tevens hoop ik dat er een kwartet voor de 4x400m wordt afgevaardigd naar Polen, aangezien we over een stevige lichting beschikking met onder andere Michael Rossaert, Alexander Doom en Christian Iguacel.”
Tot slot: wie moeten we zaterdag en later deze zomer zeker in de gaten houden?
“Margo Van Puyvelde mag beschouwd worden als dé revelatie van de winter. Ik ben er absoluut van overtuigd dat ze die lijn zal doortrekken, aangezien ze op stage in Tenerife heel wat moois heeft laten zien. Ze maakt trouwens zowel op de vlakke 400m, als op de horden kans, dus ik hoop dat zij na zaterdag een ticket richting Polen beet zal hebben. Op de hoge horden verwacht ik iets van junioren Tuur Bras en Michael Obasuyi. Tuur heeft al een ticket beet op de 400m horden, maar hij houdt meer van die hoge horden en er is een speciale juniorenrace voorzien zaterdag. Hopelijk kan hij de lijn van zijn 400m horden doortrekken. Michael kan zeker in de buurt van de limiet komen, maar in het verspringen maakt hij nog meer kans in mijn ogen. Alexander Doom mag ook zeker ambities koesteren op een individuele deelname aan het EK voor beloften op de vlakke 400m. Ik ken hem nu al enkele jaren dankzij de aflossingsploeg en merk dat hij in goede doen is. Bovendien werkte hij een knap tweeluik af afgelopen weekend met 47”55 en 47”65 op respectievelijk het Vlaams kampioenschap en de Franse interclub”