Belofte Dieter Kersten kan op een heel stevige winter terugblikken. Zo werd de 20-jarige Limburger tiende op het EK veldlopen in zijn categorie én stond hij op het podium van het BK bij de senioren. Op die manier stak hij ook de eindzege van de CrossCup bij de beloften op zak. In april verzekerde hij zich trouwens al van zijn EK-ticket bij de beloften op de 10.000m. Kortom: genoeg redenen om hem net voor de IFAM enkele pertinente vragen voor te schotelen.
Dieter, je kende een uitstekende winter. Hoe blik je terug?
“Ik denk dat ik niet anders dan tevreden kan zijn over het veldloopseizoen dat ik gedraaid heb. Ik ben degelijk begonnen en heb dat niveau kunnen optrekken naar het tweede deel van het seizoen. De tiende plaats op het EK was een erg leuke opsteker, omdat we daar geen doel op zich van hadden gemaakt. Ik had niet verwacht dat ik in Dour en op het BK op het podium zou kunnen eindigen, maar ik ben er natuurlijk erg blij mee. Dat ik eindlaureaat werd bij de beloften was een mooie beloning voor mijn winter.”
Op naar de voorbereiding richting de zomer én de eerste wedstrijden. Hoe heb je die verteerd?
“De voorbereiding is erg vlot verlopen. Ik kende geen grote fysieke problemen en heb stevig kunnen doortrainen. Vooral de trainingen in Luik met onder anderen Oussama Lonneux en Regis Thonon werpen hun vruchten af. De eerste wedstrijden van het zomerseizoen verlopen meestal eerder moeizaam. Dat was de afgelopen maand opnieuw het geval. Tijdens de 10.000m in Huelva had ik gewoon een slechte dag. Na 3km vlot te lopen, lukte het plots niet meer, maar de EK-limiet was gelukkig binnen, dus die goede 10.000m is voor later dit jaar. Verder liep ik twee keer een 3.000m. In Herentals was ik met 8’12 echt niet tevreden, want ik had opnieuw slechte benen, maar twee weken later op de interclub liep ik naar dezelfde tijd. Ik moest toen ook meer op kop lopen en voelde me al veel beter. Een resultaat om me aan op te trekken én ook in het verlengde van mijn trainingen. Ik voel me sterker dan ooit.”
Zaterdag is het tijd voor de IFAM. Je gaat er op zoek naar de limiet op de 5.o00m, maar de voorkeur op het EK voor beloften ligt waarschijnlijk op de dubbele afstand?
“Naar die limiet ga ik niet te veel kijken. Op een goede dag moet ik makkelijk onder de 14 minuten lopen. Ik hoop dan ook op een superdag, aangezien ik gezien mijn trainingen momenteel 13’45 waard ben én misschien net dat tikkeltje sneller kan. (knipoogt) Als ik in de buurt van 8’15 aan de 3.000m kan doorkomen, dan zit het snor. De 10.000m ligt mij beter en op het EK wordt die afstand hét doel. Op het EK bij de junioren liep ik twee dagen nadien nog de 5.000m, maar dat voelde toch niet zo lekker aan om eerlijk te zijn… Twee dagen recuperatie bleek toen op het randje en ik vrees dat het bij de beloften hetzelfde liedje wordt, maar dat valt natuurlijk nog te evalueren. Een trage koers op de 10.000m kan altijd.”
Heb je al eens gekeken naar de concurrentie uit Europese hoek met het oog op het EK in Polen?
“Om enkele namen kan je niet heen bij de beloften. Dan denk ik aan de Zwitser Julien Wanders en de Italiaan Yerman Crippa, die trouwens allebei op de deelnemerslijst van zaterdag staan. Dat zijn geen pannenkoeken, hé. Zij lieten echter al uitschijnen dat ze hun pijlen op het WK in London richten en het EK bij de beloften eventueel links laten liggen. De Spanjaard Carlos Mayo zie ik wel lopen in Polen, dus die gaat ongetwijfeld vooraan meespelen.”
Zijn er Belgische atleten die we speciaal in het oog moeten houden op de langere afstanden?
“Op vlak van relatief ‘nieuwe’ namen denk ik dat we veel mogen verwachten van Dorian Boulvin. Hij liep al erg sterke wedstrijden de afgelopen weken en ik ben benieuwd of hij dat zaterdag kan omzetten in een stevige 5.000m. Jennen Mortier presteerde eveneens sterk, maar voor hem wordt het natuurlijk geen gemakkelijke opgave op de 5.000m. Die extra 2km kunnen pijn doen, maar beide heren toonden hun kunnen wel al op de 3.000m. Younes Darrazi kan ook een grote stap zetten, maar dan zal hij moeten oppassen tijdens de wedstrijd zelf, want hij durft nogal woekeren met zijn krachten. Van gevestigde waarden Simon Debognies en Michael Somers verwacht ik natuurlijk iets meer. Simon moet in staat zijn om rond die 13’40 te lopen, of zelfs sneller in een goede koers. Michael trok naar Zuid-Afrika op hoogtestage, dus ik hoop dat hij een stevige duik onder die 14′ kan realiseren.”
Welke wedstrijden staan er naast de IFAM op de planning?
“Dat hangt grotendeels af van mijn prestatie op de IFAM zelf. Als ik goed loop zaterdag, dan zal ik mezelf testen op kortere afstanden met het oog op het EK. Indien dat niet het geval is, doe ik een tweede poging in Nijmegen, of tijdens de Putbosmeeting. Een 10.000m kan ook nog uiteraard. Waarschijnlijk wordt er dan gelopen in Leiden, maar daarover ga ik nu nog niet beslissen.”