Morgen begint Pieter-Jan Hannes in Düsseldorf aan zijn indoorseizoen. Hij loopt er de 1500 meter. Twee weken later staat in Ierland een mijl op programma, en drie dagen nadien volgt in Birmingham opnieuw een 1500m. Tegen dan moet het ticket voor het EK in Belgrado binnen zijn. De limiet staat op 3’41″21.
Waarom kies je precies voor de indoorhal en niet voor de cross?
“Ondertussen begin ik toch al aan m’n derde indoorseizoen. De reden dat we drie jaar geleden in deze periode het veld ingeruild hebben voor de indoorhal was om het niveau van de wedstrijdprikkels op te krikken. Hoe tof de korte cross ook is, je kan er niet om heen dat er indoor meer wedstrijden zijn op een hoger niveau. In functie van een zomerseizoen op de 1500m is een slecht EK indoor lopen nog altijd een betere prikkel dan een goed BK korte cross. De prikkel van een 1500 of 3000 indoor is vanzelfsprekend een stuk specifieker naar het zomerseizoen toe, hoewel de trainingen redelijk gelijkaardig zijn. Op zich verschilt de manier waarop ik me afgelopen jaren voorbereid heb op een zomerseizoen niet zo gek veel. Vanaf ik belofte ben, heb ik lange cross of langere stratenwedstrijden gelopen tot nieuwjaar om vervolgens in het voorjaar de wedstrijden in te korten richting 3000m en richting de 1500m in het zomerseizoen. Met de jaren zijn de accenten wel verlegd geweest, maar an sich zijn de grote lijnen zeer gelijkaardig gebleven. ”
Wat zijn je doelen deze winter?
“De enige doelstellingen voor 2017 zijn een WK finale in Londen en een degelijk PR op de 1500m outdoor. Alles wat er tijdens de indoor gebeurd is daaraan ondergeschikt, maar een mooi indoor PR of BR of een mooie plaats op het EK is natuurlijk altijd meegenomen. Het is niet dat de kansen op een kampioenschapsmedaille aan de bomen groeien. Ik probeer elke kans dan ook zo goed mogelijk te benutten. In de eerste plaats zal ik me trouwens al moeten plaatsen. Niet dat ik daarmee echt problemen verwacht, but you never know. Althans niet tegen Birmingham.”
Waarom kies je voor de 1500m en niet de 3.000m?
“Voor Praag, twee jaar terug, mocht ik kiezen tussen de 1500 en 3000. Toen koos ik de 3000. Dat was zeker geen domme beslissing, gezien ik best in goeie doen was toen voor een 3000m en in een tactische finale waarschijnlijk één van de snellere finishers was. Het was alleen niet te voorspellen dat Kaya er dat kampioenschap zowel in de reeksen als in de finale een tijdrit van ging maken, en ik strandde halfdood achterin in de finale. Achteraf gezien hadden mijn kansen daar waarschijnlijk beter gelegen op de 1500m, en ik verwacht dat dat dit jaar niet anders zal zijn. Twee jaar geleden liep en trainde ik bewust voor de 3000 indoor en heb ik op die trainingen het BR 1500m verbeterd. Met dat in het achterhoofd hebben we ook dit jaar voor dezelfde trainingsaanpak van gekozen. Ik train dus voor een 3000m, maar de wedstrijden zijn allemaal 1500m of mijl.”
Waarop lag de focus op training de afgelopen weken en maanden?
“Afgelopen maanden hebben we voor het eerst eens in de wintermaanden echt kunnen focussen op kracht en snelheid. Ook looptechnisch hebben we geprobeerd wat werkpunten bij te schaven. De nieuwe indoorhal in Leuven helpt daar alvast bij. Niet continu geblesseerd zijn zoals vorig jaar helpt ook natuurlijk. Verder hebben we hetzelfde gedaan als anders en dat is zo veel als mogelijk de uithouding terug op orde zetten. Tegen het einde van een zomerseizoen schiet daar immers niet al te veel meer van over. En vorig jaar al helemaal niet, gezien ik eigenlijk niet de tijd heb gehad een deftige basis op te bouwen tussen al de blessures door.
Kan je je vorm vergelijken met één, twee en drie jaar geleden?
“Vorm vergelijken met andere jaren is irrelevant. Elk jaar is anders. Neem bijvoorbeeld de Crosscup van Brussel: ik sta bijna vijf kilo zwaarder aan spiermassa dan wanneer ik het EK cross bij de beloften won. Natuurlijk ga ik nu niet zo goed presteren op een cross van acht of tien kilometer als wanneer ik me er volledig op kon toeleggen. Dat zegt niets over mijn vorm voor een 1500m binnen een maand, laat staan binnen een half jaar, wanneer het er toe doet. Dus vraag me dit nog eens na het seizoen. Dan hoop ik te kunnen antwoorden dat het beter is dan ooit te voren, of op z’n minst terug zoals 2015, voor m’n lichaam besloot de selfdestruct-knop even in te drukken.”
Het veld voor morgen in Düsseldorf is er meteen eentje om duimen en vingers van af te likken.