Vrijdag wordt het atletiekseizoen in schoonheid afgesloten met de Memorial Van Damme. Opnieuw mogen verschillende Belgische atleten deze apotheose van de Diamond League vanop de eerste rij beleven, waaronder Axelle Dauwens. Nadat ze er in Rio niet in geslaagd is de reeksen van de 400 meter horden te overleven, wil ze in Brussel nog één keer alles uit de kast halen. “Wat ik precies mag verwachten weet ik niet, maar genieten doe ik sowieso.”
Jouw olympisch avontuur heeft maar een ronde geduurd. Inmiddels zijn we meer dan twee weken verder, hoe zal je deze 400m horden herinneren?
“Om eerlijk te zijn had ik er toch wel veel meer van verwacht. Aangezien het seizoen in aanloop naar Rio niet vlekkeloos was verlopen, voelde ik mij een beetje onzeker. Door verschillende blessures kon ik op training zelden voluit gaan en ook lang niet al mijn wedstrijden waren op niveau.”
“Op de Spelen maakte ik een inschattingsfout en kwam ik een beetje te snel uit de startblokken. Ik wou het te graag te goed doen en door die adrenaline heb ik het in de laatste rechte lijn ontzettend lastig gekregen. Ik heb al verschillende EK’s en WK’s achter de rug, maar deelnemen aan de Olympische Spelen is toch nog een compleet ander verhaal. Daar moet je echt met vertrouwen aan de start staan om een goede prestatie te kunnen neerzetten en dat was bij mij helaas niet het geval.”
Hoe sta je er momenteel voor? Twijfel je nog over je vormpeil of weet je ongeveer wat voor tijden je waard bent?
“In Rio heb ik even de tijd genomen om te rusten en naar andere sporten te gaan kijken. Pas wanneer ik terug voet aan grond zette in België, heb ik de draad terug opgenomen. Ik voel dat het lichaam al wat vermoeid is en ook de intensiteit van de trainingen ligt lager dan voor de Spelen. Mijn piekmoment zou in theorie al achter mij moeten liggen, al heb ik mijn goeie vorm niet echt kunnen verzilveren. Morgen (dinsdag, red.) sta ik aan de start van een sterkbezette wedstrijd in Zagreb, vrijdag is het de bedoeling om in Brussel nog een laatste keer alles te geven.”
Twee jaar geleden zette je op de Memorial Van Damme je recordtijd (55”56) op de tabellen. Is het realistisch om te denken dat deze chrono zal sneuvelen?
“Ik denk niet aan een verbetering van mijn record. Het seizoen is door verschillende blessures, het EK en de Olympische Spelen behoorlijk zwaar geweest. Ik wil vooral nog eens alles uit mijzelf halen en hopelijk komt er dan een tijd rond 56”50 uit de bus. Liefst ga ik uiteraard nog een paar tienden sneller, maar het is zoals eerder gezegd een beetje koffiedik kijken.”
“Het deelnemersveld wordt vergelijkbaar met de olympische finale. Ik moet daar niet flauw over doen, voorlopig sta ik toch een of twee trapjes lager dan de wereldtop. Ik wil mijn beste beentje voorzetten en hoop stiekem om een of twee atletes achter mij te laten.”
De 400 meter horden staat vrijdag vrij vroeg geprogrammeerd. Neem je na je wedstrijd nog even de tijd om vanuit de tribunes te genieten van de andere disciplines?
“Zo’n fijne atletiekavond laat ik niet aan mij voorbijgaan. In de eerste plaats wil ik genieten van mijn race en het seizoen met een goed gevoel afsluiten. De Memorial Van Damme is een fantastisch wedstrijd met een unieke sfeer. Na mijn optreden trek ik zeker naar de tribunes om samen met vrienden en familie mijn collega’s te bewonderen. Zo’n avond vliegt voorbij en op het einde van het seizoen zit de sfeer er altijd goed in.”
Zijn er bepaalde disciplines waar je extra naar uitkijkt?
“De 100 meter horden vind ik heel fascinerend. Hoe snel dames als Anne Zagré over de horden flitsen, je houdt het niet voor mogelijk. Verder zou ik mij ook eens willen mengen in de debatten van het verspringen, maar ik blijf toch veilig in de tribunes zitten. Mocht ik als jongen geboren zijn, vond je mij waarschijnlijk terug bij het speerwerpen of het polsstokspringen.”