Stef Vanhaeren stopte het afgelopen jaar dan wel met topatletiek, hij volgt de sport nog steeds met plezier. Als voormalig trainingsmaatje van Renée Eykens onder trainer Paul Sauvillier keek hij met speciale aandacht naar de 800 meter bij de vrouwen. Als ex-Tornado volgt hij natuurlijk ook die prestaties met de blik van een ervaringsdeskundige.
Je kent Renée Eykens goed. Hoe beleefde je haar wedstrijden?
“Ongelooflijk! Ik denk dat elke sportfanaat die Renée de afgelopen dagen gevolgd heeft, ook heeft vastgesteld wat voor een aanstormend talent we nog in de wachtkamer hebben zitten. Wetende dat ze nog een geschiedenis heeft in de Taekwondo, heb ik er ook alle vertrouwen in dat ze de komende jaren haar mannetje zal staan tussen al dat Afrikaans geweld. Maar in alle eerlijkheid heb ik met open mond gekeken naar wat ze gepresteerd heeft. Nog maar 20 jaar, had net haar eerste kampioenschap bij de senioren achter de rug, kwam dan als groentje in de schaduw van al onze nationale helden naar het grootste evenement dat onze sport te bieden heeft. Ze Moest het de laatste dagen dan nog alleen gaan uitzoeken omdat coach Paul niet mee mocht afzakken naar Rio. Enfin, Renée ruikt een piste, schuift alles rond haar heen even aan de kant, blik op oneindig en dan weet je dat Renée haar leven weer gaat geven op die piste en verbaast nog maar eens vriend en vijand door exact twee minuten te lopen en zich te plaatsen voor de halve finale. Pure klasse!”
Na haar sterke EK bleef ze haar vorm maar volhouden en zelfs nog opschroeven. Hoe verklaar je dat?
“Ik denk dat verschillende elementen de mogelijke oorzaak zouden kunnen zijn. Langs de ene kant de jeugdige onbevangenheid. Ze heeft op zo’n kampioenschappen niets te verliezen, dat kan een enorm bevrijdend gevoel geven. Ook al moet je dit zeker niet te licht opnemen, het kan eveneens enorm intimiderend zijn, maar dat was bij Renée duidelijk niet het geval. Langs de andere kant denk ik dat Renée een enorme diesel in zich heeft, die niet snel zal sputteren. Door in de winter minder te focussen op die indoorwedstrijden bouwt ze een zodanig goede basisconditie op dat ze die zware arbeid en al die wedstrijden gewoon aankan. Zolang het lichaam het toelaat, en je optimaal blijft herstellen, dan kan ik wel begrijpen dat Amsterdam in combinatie met wat extra specifiek werk en de magie van Rio, weer een extra percentje heeft gegeven.”
Ze mag na dit jaar gerust dromen. Wat kan er in de toekomst?
“Moeilijke vraag. We weten één ding: ze heeft absoluut de kwaliteiten om mooie dingen te verwezenlijken. Ze heeft snelheid, ze kan echt goed finishen en dat is iets dat haar enorm kan helpen op elk kampioenschap. Iets dat we deze week ook gezien hebben, ze remonteert altijd wel iemand en daarom is ze super gevaarlijk als je ze meeneemt naar de laatste 100 meter. Daarom geloof ik zeker dat ze medailles kan winnen, zonder dat ze daarom intrinsiek de snelste tijd op haar naam hoeft te hebben. Langs de andere kant, ze is 20 jaar, het is onmogelijk om op elk kampioenschap jezelf te overtreffen. Laat ze groeien, laat ze af en toe falen. Weet dat ze elke keer dat ze aan de start staat haar hart en ziel in de strijd zal gooien, als we dat blijven appreciëren aan haar, zullen de resultaten wel volgen!”
Tot slot: wat doen jouw ex-collega’s van de Belgian Tornados vannacht?
“Laat ons dromen van een medaille! Het is een fantastische groep en ze gaan zich ongetwijfeld volledig te pletter lopen vannacht! Het korreltje geluk zullen ze allicht ook nodig hebben, maar de Spelen zijn al zo legendarisch geweest voor de Belgen dat je er bijna van overtuigd bent dat het niet anders kan.”