Atletiek in Rio: Komen onze vrouwen met olympische diploma’s huiswaarts? [voorbeschouwing]

Vrijdag is het eindelijk tijd voor het olympisch atletiektoernooi in Rio de Janeiro. Bij Atletieknieuws kan u alles uiteraard op de voet volgen, en voor het zover is blikken we hier al even vooruit. Gisteren kon u hier al lezen naar wie het internationaal uitkijken is. Vandaag blikken we vooruit naar de Belgische vrouwen: wat mogen we verwachten van onze tien vrouwen in Rio? Morgen komen onze mannen aan de beurt.

Vrijdag om 14u35 Belgische tijd komt met Nafi Thiam al meteen onze grootste klepper in actie. Dan staat de eerste proef van haar zevenkamp op het menu. Als Thiam rond haar persoonlijk record uitkomt finisht ze waarschijnlijk tussen plaats zes en acht. De meerkampster kent een goed seizoen, en we mogen dan ook dromen dat het zelfs richting top vijf gaat voor haar. Als Thiam gerecupereerd is van haar meerkamp start ze ook nog in het hoogspringen. Daarin zal 1m93 zo goed als zeker genoeg zijn voor de finale, en dat is dan ook haalbaar voor Thiam. In een eventuele finale kan ze met haar seizoensbeste van 1m94 en persoonlijk record van 1m97 op top tien mikken.

Nadien is het, aanstaande zondag om 14u30 Belgische tijd, de beurt aan onze marathonvrouwen Veerle Dejaeghere, Els Rens en Manuela Soccol. Omdat er van hazen geen sprake is en omdat het parcours nooit gebouwd is om heel snel te zijn is een olympische marathon sowieso al elke keer een wedstrijd vol verrassingen, maar door de hoge temperaturen in Rio wordt het dit keer extra speciaal. In principe lijkt top 30 voor Dejaeghere en top 75 voor Rens en Soccol een mooi doel, maar het is afwachten hoe ons drietal omgaat met de omstandigheden. Als ze hun wedstrijd goed indelen en goed met het weer blijken om te kunnen, is er meer mogelijk.

Maandag komen drie nieuwe Belgische vrouwen in actie in Brazilië. In de 200 meter komen Olivia Borlée en Cynthia Bolingo de piste op. Bolingo kon dit jaar haar beste vorm nog niet terugvinden. Gezien haar seizoensbeste op 23″46 staat lijkt de eerste ronde overleven voor haar onmogelijk. Om de halve finales te bereiken is waarschijnlijk een chrono van om en bij de 23 seconden nodig, en dat lijkt voor Olivia Borlée mits een goede dag mogelijk. Op het BK kwam ze tot 23″02, maar daarna verstoorde een blessure haar voorbereiding. het is afwachten in welke mate ze fit is. Ook Axelle Dauwens komt maandag in actie in de 400 meter horden. Zij moet in principe altijd de reeksen overleven. In de halve finale lijkt een plaatsje bij de eerste twaalf een realistische doelstelling. Voor een finaleplaats moet ze zich al met meer dan een halve seconde verbeteren, dus dat lijkt uitgesloten.

Louise Carton treedt aan in de 5.000 meter. Voor haar is het vooral zaak om in het geval van een snelle wedstrijd haar persoonlijk record te verbeteren, en in het geval van een tactische wedstrijd nog een aanzienlijk aantal atleten achter zich te laten. Een finalestek lijkt uitgesloten. Onze andere beloftevolle (halve) fond loopster, Renée Eykens, komt in haar 800 meter eveneens vooral ervaring opdoen. Voor haar is bij een perfecte wedstrijdindeling en positionering het overleven van de reeksen wel een optie. Dat zou voor de 20-jarige Eykens een prachtprestatie zijn. In de halve finales wordt er altijd stevig onder de twee minuten gedoken, en dat is op dit moment nog geen spek voor de bek van de Europese junioreskampioene. In de 100 meter horden tot slot komt met Anne Zagré opnieuw een uithangbord van de Belgische atletiek in actie. In Londen werd ze nog zeventiende in de halve finale, nu is het doel om beter te doen. We mogen bij Zagré zelfs dromen: haar vorm gaat in stijgende lijn dit seizoen, en een kleine verbetering van haar eigen Belgisch record brengt haar waarschijnlijk in de finale.