Mats Lunders wordt in juli pas 25, maar was er wel reeds bij op twee grote Europese kampioenschappen, in 2012 in Helsinki en in 2014 in Zürich. Zijn voorbereiding op het EK in Amsterdam deze zomer werd echter verstoord door het cytomegalovirus, wat vorig jaar plots de kop opstak en hem geruime tijd aan de kant hield. Ondertussen is Mats reeds enige tijd terug aan het trainen en pikte hij al enkele wegwedstrijden mee, waar hij telkens mooie resultaten liet optekenen. Zo werd hij knap 5de in de Antwerp Ten Miles en finishte hij twee weken later als 2de op de 10km in Knokke, telkens achter man in vorm Mohamed Berok, die beide wedstrijden op zijn naam schreef. Wij peilden alvast eens naar Mats zijn verdere plannen deze zomer.
Allereerst, hoe voel je je, alles terug in orde? Je bent immers lange tijd buiten strijd geweest door een hardnekkig virus, zijn die problemen voorgoed van de baan nu?
“Die problemen zijn helemaal weg. Ik voel me stilaan terug beter worden, al blijf ik wel goed luisteren naar mijn lichaam.”
Je eerste wedstrijden waren alvast veelbelovend, wanneer verwacht je terug volledig op niveau te zijn?
“Ik ben er in de eerste plaats al tevreden mee dat ik me terug kan amuseren, zowel op wedstrijd als op training. Ik ga mezelf de tijd geven om stilaan beter te worden, tegen de winter hoop ik een goede basis te hebben en zo een mooi winterseizoen te lopen.”
Je hebt ook een trainerswissel gemaakt van Véronique Collard naar André Boonen. Vanwaar die ommezwaai?
“Véronique en Etienne hebben zeer veel voor mij gedaan, daar blijf ik hen dankbaar voor. We hebben samen heel veel meegemaakt en waren zo heel nauw aan elkaar verbonden. Ik denk dat ik vooral nood had aan vernieuwing, een andere aanpak. Via Jan Blockxs kwam ik terecht bij André, ik kende hem al goed en er was meteen een klik. Zijn manier van denken en trainen sprak me meteen aan, bovendien kan ik nu ook samen trainen met een andere atleet die hij traint, Maarten de Nys.”
Op 7 mei maakte je ook je comeback op de piste, zij het dan als luxehaas op het BK 10.000m. Mogen we je later dit seizoen nog vaker terug op de piste verwachten of blijf je voorlopig bij de stratenlopen?
“Ik doe komende zondag de interclub al mee voor mijn club LYRA, waar ik zal aantreden op de 3000m (Mats eindigde op de 3000m als 4de in 8’25″46, red.). Daarnaast zal ik een 3000m hazen op de Flanders Classic meeting van Duffel op zondag 22 mei. Voor de rest ga ik deze zomer niet veel pistewedstrijden doen, ik houd het voorlopig bij stratenlopen.”
Waar liggen je doelen (zowel op korte als op lange termijn)?
“Ik heb met André eigenlijk nog geen specifieke doelen vooropgesteld, ik moet me eerst aanpassen aan zijn trainingsmethode en hij moet mij ook leren kennen en zien wat de mogelijkheden zijn. Begin september gaan we samen een plan opstellen en daarin zullen we zeker een paar concrete doelen uitstippelen.”
“Het EK in Amsterdam zal dus nog te vroeg komen. Ik ben zeker nog niet klaar om hier al de selectienorm voor te halen, laat staan een goed kampioenschap te lopen. Ik ben echter nog jong en hoop me binnen twee jaar terug te selecteren voor het EK.”
Zit je nog steeds met de marathon in je hoofd of focus je voorlopig op de iets kortere afstanden?
“Ik ga nu eerst en vooral terug wat werken aan mijn snelheid, dat betekent toch wat kortere afstanden. Omdat ik zo lang heb stilgelegen en daarna vooral rustig heb gelopen, is mijn snelheid een beetje afgebot.”
Je bent ondertussen ook beginnen werken, hoe verliep die omschakeling van profatleet naar een atleet met een fulltime job? Heb je ondertussen een mooi evenwicht kunnen vinden tussen de twee?
“Ik werk nu als service technieker bij DAF-trucks (vrachtwagenfabrikant) in twee ploegen (vroege en late). Het was een hele aanpassing, er verdwijnt een deel van je rust en je kan minder trainen. Maar mij heeft het vooral een zekerheid gegeven en ik doe de job graag, de twee combineren lukt me tot hiertoe prima.”
Ben je nog even ambitieus als voorheen?
“Ik zou zeker nog naar een hoog niveau willen groeien, al blijf ik realistisch. Mijn tijden op de piste evenaren zou heel mooi zijn. Maar om echt met de top mee te draaien, zal ik nog hard moeten werken. Daarom houd ik het dus voorlopig nog even bij stratenlopen en ga ik deze zomer nog niet veel pistewedstrijden meedoen.”
Heb je ooit gedacht aan stoppen?
“Ja, ik bleef maar last ondervinden tijdens het lopen en ging van het ene kwaaltje naar het andere. Op den duur werd het een mentale kwestie. Ik heb geluk dat mijn ouders altijd achter mij zijn blijven staan, mijn vader is degene die het uiteindelijk uit mijn hoofd heeft gepraat. Ook mijn manager Jan Blockx bleef in mij geloven en bracht me tevens in contact met André Boonen.”
Hoe zie je de toekomst momenteel tegemoet?
“Ik wil me vooral amuseren, want ik besef nu meer dan ooit wat je mist als het niet meer gaat. Ik doe dit echt graag. Ik hoop met André aan mijn zijde nog veel mooie dingen te kunnen laten zien.”