De Britse wielrenner Chris Froome wil dat de Internationale atletiekfederatie (IAAF) meer investeert in haar anti-dopingbeleid. Dat vertelde Froome in een exclusief interview met BBC Sport. “Het wielrennen staat qua dopingcontroles echt een stap voor op het atletiek, en enkel door meer te investeren kan die kloof gedicht worden”, vertelde de tourwinnaar. Maar enkele dagen na de kritiek van Froome ging de IAAF in het defensief. “Een recent rapport van het Wereldantidopingagentschap (WADA) leert ons dat wij meer testen hebben gedaan dan de internationale wielerunie (UCI).”
Met het wereldkampioenschap atletiek in zicht kwamen enkele dopingbeschuldigingen en rapporten naar boven die de atletiekwereld in een slecht daglicht plaatsten. Eerst was er de affaire in het kamp van Alberto Salazar, de trainer van onder andere Galen Rupp en Mo Farah. Daarna de discussie over het dopingbeleid in landen zoals Rusland en Kenia. En de afgelopen week was er het rapport van de IAAF dat aangaf dat er tijdens de wereldkampioenschappen in 2005 en 2007 maar liefst 28 atleten betrapt werden op verboden middelen. Heel wat atleten waren misnoegd over het beleid van de IAAF en lieten weten dat ze een cleane sport willen. De Duitse discuswerper Robert Harting, die Olympisch kampioen werd in 2012, startte zelf een kleine campagne op die hij via een filmpje op sociale media verspreidde met de hashtag #HitIAAF.
Wie investeert nu het meest?
Volgens Froome zouden de testen van de IAAF “niet van hetzelfde niveau zijn” als die in het wielrennen. Hij vertelde ook dat de UCI meer dan vier keer zo veel uitgeeft aan haar antidopingbeleid dan de IAAF, die een budget zou hebben van meer dan twee miljoen euro, terwijl de UCI een goeie negen miljoen uitgeeft. “De controles zijn de laatste tien jaar erg geëvolueerd in het wielrennen, en ik heb er alle vertrouwen in dat het systeem nu echt werkt. Als de atletiekwereld die stap ook wil maken, moet het echt meer investeren in haar controles”, aldus Froome.
Toch wijst de IAAF erop dat ze meer investeren dan de UCI. “In 2014 hebben we meer dan twee miljoen euro geïnvesteerd in ons antidopingprogramma, als we daarbij nog eens de administratie- en personeelskosten optellen komen we tot een bedrag van bijna drie miljoen euro. Dat is zonder twijfel de grootste proportie van het jaarlijks budget van gelijk welke sportfederatie”, vertelde de IAAF in een statement. “De UCI geeft jaarlijks ongeveer 750.000 euro uit aan haar antidopingprogramma, dat is algemeen geweten via de ‘Cycling Anti-Doping Foundation’, de overige vijf miljoen is betaald door professionele wielerteams, de wedstrijdorganisatoren en de wielrenners zelf.” De IAAF wijst er ook op dat hun budget verdeelt is over het hele aspect van het atletiek, “Er wordt gecontroleerd in het veldlopen, straatlopen, snelwandelen én op de piste, zowel bij mannen als vrouwen, terwijl het budget van de UCI voornamelijk naar controles van de mannelijke profteams gaat.”