Leonel ‘Leo’ Manzano (31) verbaasde op de Olympische Spelen in Londen door als eerste Amerikaan in 44 jaar naar een (zilveren) medaille te snellen op de 1500m. Voor een artikel over die prestatie is het, toegegeven, rijkelijk te laat. Voor een levensverhaal van de ‘kleine leeuw’ is het nooit te laat. Manzano, goed voor 3’30”98 op de 1500m, blijkt immers een hoogst interessante dwaling der natuur. “Dokters zeggen dat ik de motor van een Ferrari heb. In het lichaam van een Ford Pinto.”

Londen, dinsdag 7 augustus 2012, 21u plaatselijke tijd. 80.000 toeschouwers zitten klaar voor de finale van de 1500m van de Olympische Spelen. De avond valt, het is een druilerige dag, het is nog 16°C. De bookmakers geven geen cent om de kansen van de kleine Leo Manzano, Amerikaan met Mexicaanse roots. Vóór de Spelen staat hij 30 tegen 1 genoteerd voor een medaille, een populaire goksite houdt het nog meer bescheiden op 50 tegen 1. “Zijn grootste kans is proberen toch de finale te halen en daarin te hopen op een val van de concurrentie”, luidt het daar.

Deel één heeft hij dan al verwezenlijkt, zij het met niet al te veel overschot. In de reeksen mogen de eerste zes atleten rechtstreeks door naar de halve finales; Leo wordt zesde. Voor de finale plaatst hij zich met de elfde tijd van de twaalf finalisten.

Ook in de finale zelf ziet het er lange tijd belabberd uit. De wedstrijd verloopt erg ruw en fysiek. Leo schiet even naar voren, maar drijft snel weer af naar de achterste gelederen, waar hij ook Asbel Kiprop terugvindt, de regerende Olympisch kampioen die sukkelt met een hamstringblessure en uiteindelijk als laatste zal eindigen. Wanneer Taoufik Makhloufi zijn versnelling inzet bij het ingaan van de laatste ronde reageren acht atleten onmiddellijk. Manzano volgt als tiende. “Dit doet zo’n pijn”, denkt die. “Mijn benen voelen zo op.” Maar gelukkig schieten ook andere gedachten door zijn hoofd. “Ben ik hiervoor al die keren om 6 uur ’s ochtends opgestaan om te gaan lopen? Ik kan niet zomaar opgeven, ik mag geen vier jaar opofferingen zomaar weggooien.” Die laatste tweehonderd meter klauwt hij zich naar voren, eerst nog geleidelijk, dan ongezien snel: 26 seconden over de laatste 200m; 14 over de eerste honderd ervan, 12 (!) over de laatste. Manzano pakt 44 jaar na laatste Amerikaan Jim Ryun een (zilveren) medaille op de 1500m.

***

Na het nogal groots opgezette artikel over Isabelle Pedersen heb ik nood aan iets kleiners. Leo Manzano – 1m65; de Noorse meet 1m70 – voldoet uitstekend. Manzano’s kleine gestalte is opmerkelijk. Schrijven dat je hem in het hoge gras van favoriete Mexicaanse stageplaats San Luis Potosi niet ziet lopen, mag dan overdreven zijn, het levert wel een leuk beeld op. Zeker als je daar nog bij denkt dat hij er ooit achtervolgd werd door twee agressieve ezels. “We liepen zo snel we konden, maar ze lieten ons pas met rust toen we een beekje oversprongen. Wat een rush.”

Snelste achtste plaats

Maar first things first: een artikel moet je nog altijd verdienen. De regels hier zijn strikt. Een knappe, jonge vrouw zijn is uiteraard de meest doorslaggevende factor, maar stevige atletiekprestaties kunnen voorleggen, is minstens een mooie tweede. Dat laatste lukt Leo. Naast met zijn historische olympische medaille, maakt Manzano ook naam door mee te lopen in die geweldige 1500m op de Diamond League van Monaco in 2014. Maar liefst zeven atleten duiken die avond onder de 3’30. Het levert hem met zijn 3’30”98 dan een wat bizar record op: dat van snelste achtste plaats ooit op een 1500m (een record dat er een jaar later op dezelfde meeting aan moet geloven trouwens, red.). Iets positiever verwoord maakt die race hem ook de vijfde snelste Amerikaan aller tijden op de afstand, na Bernard Lagat, Sydnee Maree, Alan Webb en Andrew Wheating. Met verder nog een 3’50”64 achter zijn naam op de mijl en maar liefst tien opeenvolgende medailles op de Amerikaanse outdoorkampioenschappen 1500m (tussen 2006 en 2015), kwalificeert ‘Leo the lion’ dus ruimschoots voor een uitgebreid artikel. Let’s go.

Grito de Dolores

Ik haalde eerder al San Luis Potosi aan. Dat Mexicaanse stadje op 2500 meter hoogte is Manzano’s favoriete plek voor trainingsstages. “Het is een geweldige plaats. Je kan er naar het zwembad, wat rondhangen, relaxen. Er heerst een nogal aparte levensstijl. De mensen wandelen er graag. Het doet me een beetje aan Europa denken eigenlijk.”
Dat Manzano zo graag in Mexico traint, heeft alles te maken met zijn afkomst. Kleine Leo werd er in 1984 geboren in een arm gezin in Dolores Hidalgo. Hét Dolores Hidalgo van de Grito de Dolores (schreeuw van Dolores; ook ‘pijnkreet’) waarmee Miguel Hidalgo op 16 september 1810 de Mexicaanse Onafhankelijkheidsoorlog in gang zette. Volksheld Hidalgo luidde die nacht de klokken van het plaatselijke kerkje en riep er op tot onafhankelijkheid en de verbanning of arrestatie van alle Spanjaarden in Mexico.

In het hoofd van Leo’s naasten luiden rond Leo’s geboorte echter meer nog dan kerkklokken alarmbellen. Dolores Hidalgo is dan, zo zonder elektriciteit en stromend water, een gat waar niemand al te lang wil blijven. Dat heeft Leo’s vader Jesus al eerder begrepen; hij is dan al illegaal de grens naar de Verenigde Staten overgestoken. Nadat hij er amnestie heeft verkregen en dus over de nodige officiële documenten beschikt, laat hij de vier jaar oude Leo, diens zus Laura en moeder Maria Lourdes ook de Rio Grande oversteken richting VS.

Same sh*t, different country

De Manzano’s vestigen zich in het dorpje Granite Shoals in Texas. Maar opmerkelijk beter maakt dat het leven niet. Zo moet Jesus elke dag om 5u15 uit de veren om naar zijn slecht betaalde job in de steengroeve te trekken. Denk daar nog bij dat noch papa Jesus, noch mama Maria Lourdes Engels praat. Manzano: “Ik leerde Engels in de kleuterklas en mijn ouders begonnen dan ook op mij te rekenen voor vertalingen. Als de gemeentebelastingen of immigratiedocumenten toekwamen, moest ik die voor hen vertalen en zeggen waar ze die naartoe moesten brengen. Daar stond ik dan als een kind van vijf of zes dat woordje voor woordje de toekomst van zichzelf en zijn ouders probeert uit te vlooien.” Maar enige spijt of wrok koestert Manzano niet. “Ja, ik heb veel moeten werken voor mijn familie, heb hen moeten ondersteunen, maar mijn ouders hebben me zo bijvoorbeeld wel werkethiek geleerd. Of het nu grasmaaien of werken in de bouw was… dat heeft zich doorgezet in mijn lopen en dat is ook de reden waarom ik het nu zo goed doe.”

Sport als tijdverspilling

In het tweede middelbaar overhaalt een vriend Leo om veldlopen eens uit te proberen, thuis zien ze sport dan nog als pure tijdverspilling. Leo heeft talent. Op de eerste dag veldlooptraining op school loopt hij in stapschoenen en lange broek – zijn ouders kunnen geen loopschoenen betalen – zijn teammaats op een hoopje. Een jaar later Loopt Manzano de 800m al in een ongelooflijke 1’55. Het eerste jaar van high school wint hij zijn eerste van negen middelbare piste- en veldlooptitels. Hij traint op dat moment maar zo’n 40 à 50 km per week. “Mijn belangrijkste taak was zien dat ik het inschrijfgeld betaald had en het busje had volgetankt,” zal Kyle Futrell, Manzano’s coach in het middelbaar, daarover half lachend zeggen.

Ondertussen moet Manzano zijn familie nog steeds financieel ondersteunen. Zijn eerste jobje doet hij als hij 11 is. Later, in het middelbaar, zet Leo’s vader hem om 5 uur ’s ochtends af aan school, waar Leo om 6u15 traint en dat probeert te combineren met zijn schoolwerk en laatavondshifts als ober in een Italiaans restaurant. Het lukt hem wonderwel. In 2004 wordt hij het eerste familielid met een diploma middelbaar onderwijs en iets later wordt hij ook de eerste van de familie die naar een universiteit trekt. Die van Texas heeft namelijk het enorme (loop)potentieel gezien. Hij zal er Spaans en Portugees studeren.

Zeven kilo erbij

Aan die universiteit van Texas, waar Manzano atletiek echt serieus begint te nemen, blijkt één gevecht erg moeilijk: dat tegen de kilo’s. “Ik had nog steeds een parttimejob bij een Italiaans restaurant. Ik werkte vele avonden en nachten en hield van het eten. Aan sommige snacks kon ik echt niet weerstaan. Toen ik de eerste keren aan unief ging joggen met enkele teamgenoten kon ik zelfs geen twintig minuten volgen. Nu nog vind ik het trouwens moeilijk om me aan mijn dieet te houden. Na het seizoen kom ik soms tot zeven kilo bij, maar in januari verlies ik gelukkig steeds weer alles.” Het kost Manzano een jaar om in een degelijke vorm te geraken. Vandaag vindt Manzano het vooral moeilijk om van de frisdrank te blijven. “Ik heb mijn verbruik al heel wat teruggeschroefd en in belangrijke trainingsperiodes zorg ik ervoor dat er geen frisdrank in de buurt is. Maar toch is het soms moeilijk om aan te weerstaan.”

De opmerkelijk kleine gestalte van Manzano valt op: 1m65 - Foto: Pierre-Yves Beaudouin
De opmerkelijk kleine gestalte van Manzano valt op: 1m65 – Foto: Pierre-Yves Beaudouin

Manzano vindt stilaan zijn draai aan de universiteit (“Lopen vergemakkelijkte mijn integratie aan de unief. Door atletiek had ik steeds een groep om bij te horen.”) en dat uit zich in zijn atletiekprestaties. Op de nationale kampioenschappen in 2007 verschalkt hij Bernard Lagat, dubbel olympisch medaillewinnaar (nog als Keniaan) op de 1500m. Hij moet er enkel Alan Webb voorlaten.

Nog een hoogtepunt volgt in 2008: Manzano plaatst zich voor de Olympische Spelen in Peking. Door financiële tussenkomst van Jesus Manzano’s werkgever en duizenden dollars donaties, kunnen Leo’s ouders hun eerste vliegtuigvlucht maken – zo’n 12.000 km – naar die Spelen in Peking. Leo sneuvelt er in de halve finales. “Ik heb het geprobeerd, maar ik was er nog niet klaar voor”, zegt hij erover.

De twee vlaggen

De grote doorbraak komt er vier jaar later op de volgende Spelen, die in Londen. Het verslag van die historische medaillerace las je hierboven al, de racevideo bekijkt u hier. Net na die memorabele finish gebeurt er echter nog iets dat voor opschudding zal zorgen. Manzano loopt zijn ererondje met niet alleen de Amerikaanse vlag om zijn lichaam gedrapeerd, maar met ook … de Mexicaanse erbij. Columnisten kruipen massaal in hun pen, een stormpje steekt op in de VS. “Een spontane beslissing, geen politiek statement”, zegt Leo. Hij wilde de twee verschillende werelden waarin hij opgegroeid was gewoon laten weten dat hij zijn kans gegrepen had. Dit was een (o ironie) American dream die uitkwam. Van jongen in stapschoenen en lange broek op training tot eerste Amerikaanse 1500m-medaillewinnaar sinds 1968. “It was golden on its own.”

Sponsorproblemen en het mogelijke stoppen

Manzano met een van zijn eigen T-shirts.
Manzano met een van zijn eigen T-shirts.

Dat Manzano van die Spelen af aan vrij van zorgen door het leven loopt, is helaas een illusie. Vreemd genoeg verliest hij kort na Londen zijn kledingsponsor. Het weegt zo zwaar op Manzano dat hij overweegt te stoppen. Hij hervindt de moed, maar moet op een bepaald punt wel overgaan tot de verkoop van Manzano-T-shirts (met onder andere een gevleugelde leeuw op gedrukt!) om zijn atletencarrière te ondersteunen. Intussen vond hij met HokaOneOne (vanaf 2014) en Timex wel weer sponsors. Op 5 augustus gaf hij aan ook met Coca Cola in zee te gaan. Met vanaf 2014 ook een nieuwe trainer (John Hayes) vindt Manzano een nieuw elan om op door te gaan. De Olympische Spelen van Rio roepen.
Maar eerst nog schitteren op het WK in het Peking; het Peking waar zijn vader ooit met cowboyhoed voor het Vogelneststadion stond en dat maar niet kon geloven. Sport was toch pure tijdverspilling?

Leo Manzano, de uitzonderlijke

Wat maakt Manzano zo speciaal? Dat hij de fightingspirit van een leeuw heeft, is mooi, maar ergens is ook aangeboren talent nodig. Manzano blijkt een wonder der natuur. Met zijn VO2-max van 82 zit hij zowat aan de hoogst mogelijke waarde voor uithoudingsatleten. Manzano kan dus 82 milliliter zuurstof per kilo lichaamsgewicht per minuut opnemen. Ed Coyle, directeur van het Human Performance Lab aan de universiteit van Texas, schat dat hooguit tien profatleten en tien profwielrenners beter doen dan Manzano’s VO2-maxwaarde. Bovendien blijkt Manzano een erg groot hart te hebben dat volgens dokters “eerder zou passen in het lichaam van een man van meer dan 1m80”. Daardoor kan hij meer bloed en zuurstof naar zijn spieren pompen dan andere personen van gelijke lengte. Manzano (lachend): “Dokters zeggen dat ik de motor van een Ferrari heb. In het lichaam van een Ford Pinto.”

 

Leo Manzano persoonlijk

Maar niet alleen qua aangeboren fysieke eigenschappen is Leo een specialleke. Opvallend is bijvoorbeeld zijn pre-race routine:

Voorts leeft bij Manzano nogal sterk de angst ziek te worden. Smetvrees is het gevolg: “Ik ben bang om ziek te worden omdat dat logischerwijze mijn loopprestaties zou beïnvloeden. Daarom was ik zoveel mogelijk mijn handen. In publieke plaatsen haat ik het om deuren aan te raken, dus meestal wacht ik tot iemand anders de deur opent of zoek ik een plekje op de deur dat mensen normaal niet aanraken.”

Manzano hield als kind erg van Dragonball Z, een Japanse anime, en houdt nu van countrymuziek. Voor een race luistert hij liever niet naar muziek. En gaf je hem de beschikking over een teletijdmachine, dan zou hij dinosaurussen gaan bekijken.

Zo, nu bent u mee.

 


Dank aan Runnersworld, NYtimes, garycohenrunning