Zaterdag en zondag valt er opnieuw topatletiek te beleven in het Koning Boudewijnstadion. We naderen opnieuw het einde van de maand juli, en dat wil zeggen dat het tijd wordt voor de Belgische titelstrijd. Voor sommigen atleten staat er zowaar nog meer op het spel aangezien het BK als één van de laatste kansen geldt op een WK-ticket. Hieronder: een voorbeschouwing op loopnummers.

10 augustus is de ultieme datum om het minimum voor het WK in Peking te realiseren. Met de Memorial Rasschaert in Ninove (1/08) en de Meeting voor Mon in Leuven (8/08) resten na de tweedaagse in Brussel nog twee grote kansen in eigen land om aan de limieten te voldoen. Het spreekt vanzelf dat de atleten de laatste kans(en) natuurlijk niet willen gaan afwachten, en zich komend weekend maar al te graag willen verzekeren van zo’n felbegeerd ticket naar Peking. In de loopnummers zijn er een reeks atleten die aanspraak lijken te maken op dat ticket. Wie? U leest het allemaal hieronder.

Heren 

Arnout Matthys - Foto: Jasper Jacobs
Arnout Matthijs – Foto: Jasper Jacobs

Beginnen doen we op basis van de deelnemerslijst met de loopnummers bij de heren.  Op het kortste sprintnummer, de 100m, mag Yannick Meyer (10″60) zich voor het eerst in zijn nog jonge carrière topfavoriet noemen. Over zijn vormpeil hoeft hij alvast niet te klagen. Zijn chrono van 10″49 op de KBC Nacht, weliswaar met te veel meewind (+3.2m), zette dat kracht bij. Ook Chamberry Muaka (10″66), Jean-Marie Louis (10″67) en Niels Theijs (10″68) doken al onder de 10″70 dit seizoen en worden wellicht de grootste concurrenten. Op de 200m steekt er één man met kop en schouders bovenuit: Arnout Matthijs (20″94). De 28-jarige atleet van Volharding liep dit seizoen als enige onder de 21 seconden, en Lars Herreman is met 21″53 zijn dichtste belager. Zo ‘groot’ zijn de verschillen op de de halve baanronde, zo klein zijn die op de volledige baanronde. Jonathan Borlée liep met 44″91 de beste Belgische jaarchrono, maar ook Kevin Borlée heeft naar eigen zeggen die duik onder de 45 tellen in de benen. Afgelopen weekend in Heusden gaf hij alvast blijk van een stijgende vormpeil, aldaar was hij goed voor 45″24. Hoe Dylan ervoor staat valt nog af te wachten. Zijn SB (en PR) staat al sinds de IFAM op 45″57, en met zijn tijd van 46″21 op de KBC Nacht kon hij niet zo verwonderlijk geen genoegen nemen. Op de IFAM eind mei bleef hij slechts 7 honderdsten verwijderd van de WK-limiet, de vraag is of hij in Brussel zijn snelle benen terugvindt en mogelijks het minimum kan benaderen of er zelfs onder kan duiken. Achter de ‘grote drie’ ligt het zowaar nog een stukje dichter bij elkaar. Robin Vanderbemden (46″10) verkoos -mogelijks met het oog op de 4x400m-  de 400m boven de 200m. Hij is niet de enige die naar zo’n plaatsje in de aflossingsploeg dingt, want ook David Pecceu (46″21) lijkt meer dan ooit aanspraak te maken op zo’n ticket binnen de 4x400m-ploeg. Uiteraard wordt de selectie pas vastgelegd na de Meeting voor Mon, zowat de laatste kans op een snelle race binnen de selectieperiode, en dat weten ook de andere atleten als Antoine Gillet (46″25), Julien Watrin (46″26) en Seppe Thys (46″86) maar al te goed. Het BK zal alvast heel wat helderheid scheppen…

Foto: Yentl Vandenberghe
Nicky Coemans – Foto: Yentl Vandenberghe

Over naar de 800m dan. In een kampioenschaprace is alles mogelijk, dat is al bijna tot vervelens toe herhaald. Maar bij de 800m bij de heren is het wel bijzonder toepasbaar, zeker als je weet dat met Pieter-Jan Hannes (1’49″01) en Isaac Kimeli (nog geen 800m dit seizoen) twee mannen van het iets langere werk uitwijken naar deze dubbele baanronde. Nicky Coemans (1’47″36) voert de jaarranglijst aan, EK-gangers Aaron Botterman (1’47″45) en Aurèle Vandeputte (1’47″58) volgen in zijn spoor. Maar dan mogen we ook Stijn Baeten (1’47″87) en Jan Van Den Broeck (1’47″89) zeker niet over het hoofd zien. Van Den Broeck heeft na een tegenvallende KBC Nacht, waar hij de race vroegtijdig beëindigde, op training opnieuw het goede gevoel te pakken en wil zich graag bewijzen in Brussel. Last but not least is er ook ene Ismael Debjani (1’47″72). De atleet van CABW is titelverdediger nadat hij vorig jaar in de laatste tientallen meters nog Hannes en Baeten wist te verschalken. Omdat Hannes en Kimeli kiezen voor de 800m, ligt de weg open op de 1500m voor mannen als Jerome Kahia (3’44″43), Thomas De Bock (3’43″69) en Brecht Bertels (3″45″60). En wat te doen met de nummer 2 op de 5000m van het afgelopen EK voor junioren, Simon Debognies (3’47″94)? Ook hier lijkt een tactisch steekspel zeker niet zo ver weg. Op de 5.000m heeft Lukas Van Assche (13’56″77) de snelste seizoenstijd, maar ook Stijn De Vulder (14’04″51) en Koen Naert (14’05″49) beschikken over aardige papieren. Naert zal dit jaar niet moeten afrekenen met Abdelhadi El Hachimi, die er voor een keertje niet bij is, en mag misschien wel de favoriet genoemd worden. Uiteraard is een marathon nog iets volledig anders dan een 5.000m, en dat weet ook Jesse Stroobants, al goed voor 14’20″59 dit seizoen. Ook hier is het bijgevolg een beetje koffiedik kijken wie het meest kans maakt op het BK-goud, maar de deelnemerslijst doet alvast een mooie strijd verhopen.

Nummers met ‘obstakels

Dario De Borger - Foto: Tomas Sisk
Dario De Borger – Foto: Tomas Sisk

Dan zijn er nog de nummers met ‘obstakels’. Op de hoge horden staat Dario De Borger (13″60) in poleposition. Niet enkel voor Belgisch goud, maar mogelijks ook voor de WK-limiet (13″47). Dat de hordelopers zowel zaterdag als zondag een kans krijgen om de WK-limiet te lukken is lang geen overbodige luxe. Dat weten ook Damien Broothaerts (13″72) en Adrien Deghelt (13″87). Ook zij mikken volop of een ticket naar Peking, daartussen vinden we ook nog Denis Hanjoul (13″80), die met iets minder druk misschien wel voor de verrassing kan zorgen. Op de lage horden hoopt Michael Bultheel om onder 49″50 te duiken. Hiermee zou ook hij het vliegtuig mogen opstappen richting China. En wat kan Tim Rummens (50″34) na zijn Universiade-avontuur? Overigens geen spoor van Stef Vanhaeren en Arnaud Ghislain op deze 400m met hekjes, wellicht voelen zij zich nog niet voldoende fit voor deelname aan deze toch wel hoogstaande titelstrijd. Dan eindigen we bij de heren met de 3.000m steeple. Daar start Jeroen D’hoedt (8’30″03) na zijn sterk optreden in Heusden, waar hij slechts 2 seconden verwijderd bleef van het minimum voor het WK en de OS, als topfavoriet. En wat is er mogelijk voor Kim Ruell (8’52″81) in een mogelijks tragere race? Kom dat zien, kom dat zien!

Dames 

Olivia Borlée - Foto: Tomas Sisk
Olivia Borlée – Foto: Tomas Sisk

Op het kortste sprintnummer bij de dames ligt het ook heel dicht bij elkaar. Zo was Naomi Van Den Broeck (11″65) dit seizoen, na haar verdienstelijke 7de plek op het EK junioren, tot dusver de snelste van het pak, maar in haar zog volgen met Olivia Borlée (11’67), Sarah Rutjens (11″72) en Anne Zagré (11″77) lang niet de minsten. Hanne Claes (23″29) werd in eerste instantie naar voren geschoven als favoriete op de 200m. De DCLA-atlete kampt jammer genoeg nog altijd met achillespeesproblemen en gaat daarom maandag onder de mes. Bij afwezigheid van Claes lijken Cynthia Bolingo (23″59) en Olivia Borlée (23″90) over de grootste winstkansen te beschikken. Op de 400m bijgevolg geen Cynthia Bolingo en ook Justien Grillet kiest voor de 200m, waardoor de weg open lijkt te liggen voor Laetitia Libert (52″88). Kan zij zich na de Brussels Grand Prix opnieuw verbeteren op 35-jarige leeftijd? De bijna 16 jaar jongere Rani Nagels (53″51) wordt hoogstwaarschijnlijk haar dichtste belaagster.

Renée Eykens - Foto: Jasper Jacobs
Renée Eykens – Foto: Jasper Jacobs

Op de 800m wordt het uitkijken naar de Europese juniorenkampioene, Renée Eykens (2’02″55). Weet zij net als in Eskilstuna als eerste over de meet te komen? De concurrentie is alvast niet mals met misschien wel Lotte Scheldeman (2’07″11) als gevaarlijkste klant. Het zal de overige deelneemsters allicht niet ontgaan zijn dat Eykens mocht pronken met een gouden medaille op het EK voor junioren, en het lijkt dus niet onwaarschijnlijk dat ook de race er daardoor anders zal uitzien. Ook Sofie Van Accom (4’11″61) zal op de 1500m niet van start gaan als nobele onbekende. Dat ook zijn het heft in handen zal moeten nemen lijkt quasi vanzelfsprekend, en een kampioenschap blijft een kampioenschap: verrassingen loeren om de hoek! Dat geldt ook voor de 5.000m, waar het moeilijk is om een echte topfavoriete aan te duiden. Het merendeel van de atletes hebben dit seizoen nog geen 5.000m achter de kiezen, maar met Veerle Van Linden aan de start weet je al dat het niet eenvoudig zal worden om als eerste te finishen. Op verschillende wegwedstrijden etaleerde ze reeds haar goede vorm en ook op het BK zal ze alles uit de kan halen om op het einde op dat hoogste schavotje te mogen plaatsnemen.

Nummers met ‘obstakels

Axelle Dauwens - Foto: Tomas Sisk
Axelle Dauwens – Foto: Tomas Sisk

Dan over naar de horden, waar net zoals bij de heren nog enkele WK-tickets op het spel staan. Bij de 100m horden hoeft Anne Zagré natuurlijk niet meer te jagen op een snelle chrono, zij liep in Heusden een schitterende race en voldeed niet enkel aan het WK-minimum maar bracht haar Belgisch record ook op 12″71. Sara Aerts liep dit seizoen nog niet zoveel wedstrijden. Met 13″11 kwam ze vorige week in Luik toch al in de buurt van de WK-limiet (13″00). Mogelijks valt dus hier wel een nieuwe WK-naam te noteren… Maar ook op de 400m horden houdt men er de lijst van WK-minima maar beter op na. Axelle Dauwens is er dit seizoen al meermaals heel dichtbij geweest, en hoopt op het BK eindelijk van die limietenstress verlost te worden. Daarvoor heeft de Meetjeslandse 56″20 nodig. En wat met Nenah De Coninck (57″85)? Net als Eykens kroonde zij zich in Eskilstuna tot Europese juniorenkampioene. Met 57″85 beet ze opnieuw een stuk van haar PR en bleef ze overigens ‘slechts’ 38 honderdsten boven het Belgisch record van Ann Maenhout (57″47). Kan zij Axelle Dauwens naar de WK-limiet helpen en mogelijks ook zelf nog juichen met een nieuw BR? Het lijkt allemaal mogelijk op de super snelle piste daar in Brussel.

Zo, de voorbeschouwing van de loopnummers is aan z’n eind gekomen. Analyseert u liever zelf nog eens de deelnemerslijst? Dat is mogelijk via deze link. Wij beperkten ons tot de Belgische deelnemers, maar ook een resem buitenlandse atleten schreven zich in en kunnen mogelijks het niveau nog een tikkeltje opkrikken.

In dit artikel leest u overigens de voorbeschouwing van de kampnummers op het BK, zeker ook het lezen waard.